De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De mythe van Israël als ‘Amerikaans vliegdekschip’ in het Midden-Oosten

De mythe van Israël als ‘Amerikaans vliegdekschip’ in het Midden-Oosten

zaterdag 20 april 2024 13:53
Spread the love

Als de Israëlische apartheid ooit zou verdwijnen, dan zouden olie en handelswaar nog steeds vanuit het Midden-Oosten naar het Westen blijven stromen, schrijven Jean Bricmont en Diana Johnstone.

6 maart 2024, Jean Bricmont en Diana Johnstone, speciaal voor Consortium News

Waarom geven de Verenigde Staten volledige steun aan Israël?

Het antwoord hierop is dat er een gemeenschappelijke mythe bestaat die gedeeld wordt door zowel de voorstanders als de radicale critici van de zionistische staat en die weerlegd moet worden .

Die mythe is dat Israël een belangrijke strategische troef van de VS is, omschreven als een soort onzinkbaar Amerikaans vliegdekschip dat van vitaal belang is voor de belangen van Washington in het Midden-Oosten.

Diegenen die deze mythe delen argumenteren dat de Verenigde Staten aanzienlijke economische en strategische belangen hebben in het olierijke Midden-Oosten (wat niemand ontkent) en zij citeren Amerikaanse (en uiteraard Israëlische) politieke figuren die beweren dat Israël de beste of zelfs de enige Amerikaanse bondgenoot in de regio is.

De Amerikaanse president Joe Biden is bijvoorbeeld ooit zo ver gegaan om te zeggen dat als Israël niet zou bestaan, dat de VS het dan zouden moeten uitvinden.

Wat steeds totaal ontbreekt in hun analyse is het cruciale bewijsmateriaal: het geringste voorbeeld van Israël dat daadwerkelijk de Amerikaanse belangen in de regio dient.

Als er geen voorbeelden worden gegeven, komt dat eenvoudigweg omdat die er helemaal niet zijn. Israël heeft nog nooit een schot gelost namens de Verenigde Staten, noch een druppel olie onder Amerikaanse controle gebracht.

Laat ons eens beginnen met een op gezond verstand gebaseerd argument: als de VS geïnteresseerd zijn in olie uit het Midden-Oosten, waarom zouden ze dan een land steunen dat (om diverse redenen) gehaat wordt door alle bevolkingen van de olieproducerende landen?

Dat was in de jaren vijftig de redenering van de meeste Amerikaanse experts, die goede betrekkingen met de Arabische landen belangrijker vonden dan steun aan Israël. Dit helpt ongetwijfeld te verklaren waarom in 1963 AIPAC werd opgericht, het American Israel Public Affairs Committee, bedoeld om het Amerikaanse beleid op één lijn te krijgen met dat van Israël.

De oorlog van 1967 en daarna

De Amerikaanse steun voor Israël nam na de oorlog van 1967 een vlucht. Het succes van Israël betekende een fatale klap voor het Arabische nationalisme, belichaamd door de Egyptische Gamal Nasser, dat sommige Amerikaanse beleidsmakers ten onrechte zagen als een potentiële communistische dreiging (die ze vrijwel overal zagen).

Maar Israël voerde die oorlog voor zijn eigen belangen en expansie, zonder enig voordeel voor de Verenigde Staten.

Integendeel: er is tot op vandaag een opmerkelijke officiële radiostilte over het feit dat tijdens die korte oorlog het Amerikaanse spionageschip USS Liberty, dat het conflict van op afstand gadesloeg, urenlang door de Israëlische luchtmacht onder vuur werd genomen met de duidelijke bedoeling om het tot zinken te brengen. Daarbij kwamen 34 matrozen om en raakten er 174 gewond.

De schade aan het USS Liberty, Juni 1967. (Wikimedia Commons, Public Domain)

Als er geen overlevenden waren geweest, dan had Egypte beschuldigd kunnen worden (en dan zou het een ‘false flag’-operatie geworden zijn). De overlevenden kregen het bevel niet over de zaak te praten, en het incident werd nooit volledig onderzocht. De officiële Israëlische verklaring dat het een ‘fout’ was werd voor waar aangenomen. Hoe dan ook was het gedrag van Israël niet bepaald wat je van een voorname bondgenoot verwacht.

Toen Israël in 2006 Libanon aanviel, was de regering van dat land volkomen ‘prowesters’ gezind. Tijdens de eerste Irak-oorlog in 1991, die om Koeweit draaide, stonden de Verenigde Staten erop dat Israël zich afzijdig zou houden. Want Israëlische betrokkenheid zou de Arabische anti-Irak-coalitie hebben doen wankelen. Nogmaals, het is moeilijk om Israël hier als een onmisbare ‘bondgenoot’ te zien.

De Amerikaanse oorlogen van na 11 september hebben zich gericht tegen de vijanden van Israël – Irak, Libië, Syrië – zonder dat dit voordeel opleverde voor de Amerikaanse oliemaatschappijen, integendeel. De vraag rijst of de Amerikaanse keuze van vijanden in het Midden-Oosten niet ingegeven is door de belangen van een buitenlandse regering, in tegenstelling tot de Amerikaanse belangen in de regio.

Washington en Gaza vandaag

Nu komen we bij de huidige situatie: welk belang hebben de Verenigde Staten bij de slachting die thans in Gaza wordt gepleegd?

In werkelijkheid probeert Washington goede betrekkingen te onderhouden met zijn Arabische bondgenoten (Egypte, Saoedi-Arabië, de Golfstaten) door te doen alsof het een compromis zoekt, terwijl het niet de minste effectieve druk uitoefent op Israël – door bijvoorbeeld de geldkraan dicht te draaien.

En waarom niet? Het antwoord ligt voor de hand, maar dat zeggen is politiek incorrect en wordt zelden besproken door verdedigers van de mythe, behalve om ze te weerleggen. Het is de actie van de pro-Israël lobby, die de facto het Congres controleert en zonder welke geen enkele president werkelijk kan optreden.

(Zie ook: “Israel Lobby’s Disastrous Domination / de rampzalige overheersing van de Israëlische lobby)

De lobby is geen geheime samenzwering. Ze wordt openlijk gecoördineerd door AIPAC, dat miljarden aan giften injecteert in het Amerikaanse politieke systeem en de lijn dicteert die t.o.v. Israël moet worden gevolgd om een succesvolle carrière te garanderen.

Protest voor de deuren van de jaarlijkes AIPAC meeting in Washington, Maart 2016. (Susan Melkisethian, Flickr, CC BY-NC-ND 2.0)

De controle over de twee partijen die in het Congres vertegenwoordigd zijn, is vrijwel volledig.

Dit wordt voornamelijk bereikt door de financiering van verkiezingscampagnes. Iedereen die zich gedwee plooit, kan rekenen op giften voor zijn campagnes, terwijl iedereen die de bevelen van de lobby durft in de wind te slaan bij de volgende voorverkiezingen snel zal worden uitgedaagd door een zeer goed gefinancierde tegenstander, waardoor hij of zij bij de volgende verkiezingen de steun van zijn of haar eigen partij zal verliezen. Dit overkwam Cynthia McKinney, vertegenwoordiger van Georgië, in 2002.

[Lees ook: Zionist Suppression in Congress en US Congress: ‘We Stand With Genocide’ “Zionistische onderdrukking in het Congres” en “het Amerikaanse Congres: ‘Wij staan achter genocide’]

De lobby lanceert ook lastercampagnes tegen elke criticus van Israël, zoals onlangs te zien was bij de aanvallen op universiteitsrectoren (Harvard, MIT, Pennsylvania) omdat ze niet voldoende hard opgetreden zouden hebben tegen zogenaamd ‘antisemitisme’ van studenten op hun campussen.

Er zijn verschillende boeken die gedetailleerd uitleggen hoe de lobby te werk gaat:

  • “They Dare to Speak Out: People and Institutions Confront Israel’s Lobby” (1985) door Paul Findley, een Republikeins congreslid uit Illinois, die beschrijft hoe de lobby al diegenen die een ander beleid in het Midden-Oosten voorstonden, precies omdat ze de belangen van de Verenigde Staten wilden verdedigen, politiek ‘liquideerde’
  • “The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy”, door John Mearsheimer en Stephen Walt (2007), een uitgebreid en goed onderbouwd boek over de werking en de effecten van de lobby.
  • Against Our Better Judgment : The hidden history of how the U.S. was used to create Israël“, (Tegen beter weten in: de verborgen geschiedenis van hoe de VS gebruikt werden om Israël te creëren), door Alison Weir, 2014, die teruggaat tot de Balfour-verklaring.

Je kunt ook reportages met verborgen camera’s van Al Jazeera bekijken over het werk van de lobby in de VS en Groot-Brittannië.

De manier waarop Labour-leider Jeremy Corbyn politiek werd ‘geëlimineerd’ berust volledig op de actie en campagnes van de lobby tegen zijn (denkbeeldige) antisemitisme. Eenzelfde proces is momenteel aan de gang in Frankrijk met Jean-Luc Mélenchon en zijn “La France Insoumise“-partij.

Amerikaanse presidenten, zo verschillend als Richard Nixon en Jimmy Carter, hebben geklaagd dat de lobby hen voortdurend voor de voeten liep. In feite heeft elke Amerikaanse president zich van het “Palestijnse probleem” af willen maken (door middel van de tweestatenoplossing), maar hij werd daarbij steeds afgeblokt door het Congres.

Wat dat Congres zelf betreft, geven we hier een zeer expliciete getuigenis van een insider: die van James Abourezk, die eerst congreslid en vervolgens senator uit South Dakota was in de jaren zeventig en die in 2006 volgende brief stuurde naar Jeff Blankfort, een antizionistische activist:

Ik kan u uit persoonlijke ervaring vertellen dat, althans in het Congres, de steun die Israël in dat orgaan heeft volledig gebaseerd is op politieke angst – de angst voor een nederlaag door iedereen die niet doet wat Israël wil dat er gedaan wordt. Ik kan u ook vertellen dat heel weinig leden van het Congres – tenminste toen ik daar diende – enige genegenheid hebben voor Israël of zijn lobby. Wat ze hebben is minachting, maar die wordt onderdrukt door de angst dat hun ware gevoelens ooit achterhaald zouden worden.

Ik heb te veel achterkamergesprekken gehoord waarin leden van de Senaat hun bittere gevoelens uitten over de manier waarop ze door de lobby onder druk worden gezet om anders te denken. Privé kan je ze horen spreken over hun afkeer van Israël en de tactieken van de lobby, maar geen van hen is bereid de lobby tegen de haren in te strijken door hun gevoelens openbaar te maken.

Ik zie dus van de kant van de leden van het Congres geen verlangen om de Amerikaanse imperiale dromen te gaan verwezenlijken door Israël als hun pitbull te gebruiken. De enige uitzonderingen op die regel zijn de gevoelens van de Joodse leden, die, naar mijn mening, oprecht zijn in hun pogingen om de Amerikaanse geldstromen naar Israël te laten aanhouden.”

AIPAC-onderdrukking

Abourezk voegde eraan toe dat de lobby er alles aan doet om elke afwijkende mening in het Congres die het durft de jaarlijkse kredieten aan Israël in twijfel te trekken – zoals de zijne – te onderdrukken

Als het Congres volledig zwijgt over de kwestie, heeft de pers niemand om te citeren, waardoor ook de pers effectief monddood gemaakt wordt. Iedere journalist of redacteur die toch buiten de lijntjes kleurt, wordt snel weer in het gareel gebracht door een goed georganiseerde economische druk tegen de krant die betrapt wordt op zondigen.”

Abourezk reisde ooit door het Midden-Oosten met een reporter die eerlijk schreef over wat hij zag. Als gevolg hiervan ontving het bestuur van de krant bedreigingen van verschillende grote adverteerders dat ze hun advertenties zouden stopzetten als de krant door zou gaan met het publiceren van de artikelen van de journalist.

Abourezk circa 1977. (Handout photo, Wikimedia Commons, Public domain)

Ik kan me geen enkel geval herinneren waarin een VS-regering enige noodzaak zag om Israël’s militaire macht in te zetten om de Amerikaanse imperiale belangen te bevorderen. Zoals we in de Golfoorlog hebben gezien, was de betrokkenheid van Israël in feite nadelig voor wat Bush sr. in die oorlog wilde bereiken. Ze moesten, zoals u zich wellicht herinnert, elke Israëlische hulp onderdrukken, opdat de coalitie door hun betrokkenheid niet uiteen zou vallen.

Wat betreft het argument dat we Israël moeten gebruiken als uitvalsbasis voor Amerikaanse operaties: ik heb geen weet van enige Amerikaanse bases daar. De VS hebben genoeg militaire bases en vloten in het gebied om aan eender welke militaire uitdaging het hoofd te kunnen bieden zonder het gebruik van Israël. In feite kan ik geen situatie bedenken waarin de VS Israël militair zouden willen betrekken omwille van de angst de huidige bondgenoten van de VS, dat wil zeggen Saoedi-Arabië en de Emiraten, tegen zich in het harnas te jagen. De bevolking in die landen zou niet tolereren dat de monarchieën hun alliantie met de VS voortzetten als Israël erbij betrokken zou raken.

Abourezk zei dat de Amerikaanse aanmoediging bij Israëls invasies in Libanon “slechts een verlengstuk was van het Amerikaanse beleid om Israël te helpen vanwege de voortdurende druk van de lobby. […] Libanon is wat het Congres betreft altijd een ‘wegwerpland’ geweest, dat wil zeggen: wat daar gebeurt heeft geen invloed op de Amerikaanse belangen. Er is geen Libanonlobby.”

“Het publiek moet beseffen dat Israël allesbehalve een aanwinst is, maar wel een chronische last die miljarden Amerikaanse dollars verspilt, de Verenigde Staten in oorlogen meesleept en wiens genocidale behandeling van de Palestijnen de morele standing van Amerika in het grootste deel van de wereld radicaal verkwanselt.”

Vermeende strategische waarde

De vermeende strategische waarde van Israël is slechts één van de vele voorbeelden van de bewering dat een imperialistisch/koloniaal project noodzakelijk is voor het mondiale kapitalistische systeem.

De oorlog in Vietnam werd gedeeltelijk gerechtvaardigd door de dominotheorie: heel Zuidoost-Azië zou communistisch worden als Vietnam zou ‘vallen’. De enige dominosteen die viel was Cambodja, als gevolg van Amerikaanse bombardementen, nadat het zegevierende Vietnam er tussenbeide kwam om een genocidaal regime te verdrijven.

De Zuid-Afrikaanse apartheid werd gesteund door het Westen, deels uit angst voor het communisme, maar het einde van de apartheid had geen dramatisch effect op het kapitalistische imperialisme in Afrika.

Als de Israëlische apartheid in Palestina zou verdwijnen, zouden olie en handelswaar nog steeds vanuit het Midden-Oosten naar het Westen blijven stromen, en zouden er geen pogingen van Houthi’s zijn om het transport in de Rode Zee te blokkeren.

Een realistische analyse toont aan dat de Israëlische behandeling van de Palestijnen en het agressieve beleid jegens zijn buurlanden uiterst schadelijk zijn voor de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten, wat door de huidige crisis alleen maar nog meer wordt benadrukt.

Het probleem met de stelling ‘Israël als Amerikaans vliegdekschip’ is dat deze weliswaar zeer comfortabel is voor de aanhangers ervan, maar dat ze ook zeer schadelijk is voor de Palestijnse zaak.

Ze is comfortabel omdat men niet het risico loopt van antisemitisme beschuldigd te worden, omdat het de verantwoordelijkheid voor Israëlische wreedheden afschuift naar het Amerikaanse imperialisme en zijn multinationale ondernemingen.

Aan de andere kant, als je de toonaangevende rol van de lobby in het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid in de verf zou zetten, dan zal je beschuldigd worden van het herhalen van fantasieën en ‘samenzweringstheorieën’ over ‘joodse macht’ die dateren uit tijden dat er nog geen Israël, en dus ook geen Israëllobby was.

Het verwerpen van achterhaalde stereotypen is geen reden om de feiten te negeren van de ongekende relatie die zich tussen de Verenigde Staten en Israël heeft ontwikkeld.

Schade aan de Palestijnse zaak

De uitspraak ‘Israël als Amerikaans vliegdekschip’ is onmiskenbaar een Israëlisch argument, bedoeld om de totale politieke, financiële en militaire steun van de VS te winnen.

Het is dus niet verwonderlijk dat het herhalen van dat argument uiterst schadelijk is voor de Palestijnse zaak. Als het waar zou zijn, hoe kunnen we dan hopen ooit een einde te maken aan deze Amerikaanse steun aan Israël?

De Amerikaanse bevolking overtuigen om in opstand te komen tegen iets waarvan wordt gezegd dat het zeer gunstig is voor de Amerikaanse belangen? Of wachten tot het Amerikaanse imperialisme instort? Dat zal waarschijnlijk niet snel gebeuren.

Maar als de macht van de lobby de sleutel is tot Amerikaanse steun, dan is de te volgen strategie veel eenvoudiger en heeft deze een veel grotere kans op slagen: we moeten eenvoudigweg durven onze stem te verheffen en de waarheid te vertellen.

Het publiek moet beseffen dat Israël allesbehalve een aanwinst is, maar wel een chronische last die miljarden Amerikaanse dollars verspilt, de Verenigde Staten in oorlogen meesleept en wiens genocidale behandeling van de Palestijnen de morele standing van Amerika in het grootste deel van de wereld radicaal verkwanselt.

Zodra dit wordt begrepen, zal de steun voor Israël instorten en kunnen kiezers voldoende druk uitoefenen op de nationale elite, de regering en zelfs het geïntimideerde Congres om het Amerikaanse beleid te heroriënteren in overeenstemming met echte nationale belangen.

Er zijn tekenen dat een deel van de economische heersende klasse zich deze kant op beweegt: Elon Musk’s verdediging van de vrijheid van meningsuiting op sociale media is een stap in de goede richting (tot woede van de Israël-aanhangers).

Hoewel Donald Trump als president alles deed wat hij kon voor Israël, betekent zijn populaire slogan ‘America First’ iets heel anders, zoals begrepen door anti-interventionisten aan de rechterkant, zoals Tucker Carlson.

Helaas houden velen ter linkerzijde vast aan een ogenschijnlijk ‘marxistisch’ standpunt dat de Amerikaanse steun aan Israël gedreven moet worden door economische belangen, door kapitalistische winsten, door controle over de oliestroom uit het Midden-Oosten. Deze visie is niet alleen niet feitelijk onderbouwd, het komt neer op een uitnodiging aan de Amerikaanse leiders om op de ingeslagen weg voort te gaan.

Hoe is het voor een Amerikaan mogelijk om te beweren dat Israël “handelt in het belang van Amerika”, nu de wereldwijde verontwaardiging toeneemt tegen de genocidale aanval op Gaza? Israël is verantwoordelijk voor zijn misdaden, en het is zowel waar als in het nationale belang van de VS om te erkennen dat Israël allesbehalve een strategische troef is, maar vooral Amerika’s voornaamste last.

Bron: Consortium News

Bovenstaand artikel is hier ook te lezen in machinevertaling

Jean Bricmont is hoogleraar theoretische natuurkunde aan de UCL (Louvain-La-Neuve), en auteur van talrijke artikels en boeken, waaronder Humanitarian Imperialism, La République des Censeurs en Fashionable Nonsense (samen met Alan Sokal).

Diana Johnstone was van 1989 tot 1996 perschef van de Groene Fractie in het Europees Parlement. In haar nieuwste boek, Circle in the Darkness: Memoirs of a World Watcher (Clarity Press, 2020), vertelt ze over belangrijke fases in de transformatie van de Duitse Groene Partij van vredespartij naar oorlogspartij. Haar andere boeken omvatten Fools’ Crusade: Yugoslavia, NATO and Western Delusions (Pluto/Monthly Review) en samen met haar vader, Paul H. Johnstone, publiceerde ze From MAD to Madness: Inside Pentagon Nuclear War Planning (Clarity Press). Ze is te bereiken op diana.johnstone[apenstaart]wanadoo.fr

Dit artikel heeft heel wat reacties gegenereerd. Die worden behandeld in een vervolgartikel: “The Debate Over Israel as ‘US Aircraft Carrier” (in machinevertaling hier te lezen).

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!