De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De andere kant van 16 mei … Mars voor het gezin, deel 2!

De andere kant van 16 mei … Mars voor het gezin, deel 2!

maandag 18 mei 2015 14:50
Spread the love

Oekraïense skins op de Meir, de
democratie wederom verkracht, breaking news: de hel bestaat!

Ik keek verbaasd toen ik op het schermpje zag dat een
treinticket naar Antwerpen en terug slechts 11,50 EURO  kostte.

“Weekendtarief hé!”, zei de loketbediende lachend. Hij
leek op de onvermijdelijke zatte nonkel die elke familie wel kent. “Zo kan je meer geld uitgeven als je daar
bent, haha!”

Anyway, hij had toch nog de fut om mijn gelaatsuitdrukking te
lezen. “Shit kerel, je moest eens weten waar ik naartoe ging”, mummelde ik in
mezelf.

Ik kocht in de broodjeszaak vlakbij een broodje met kaas, een
eitje, geraspte worteltjes en mayonaise plus een appel, een halve liter
sinaasappelsap en een grote koffie met melk. Stevige ondernemingen vragen om
een stevige maaltijd. Daarbij, het getuigt van een totale minachting voor Het
Risico en de Vijand om uitgebreid en met een sereen gemoed te eten alvorens men
ten strijde trekt.

Daarna kroop ik de trein op richting Antwerpen. Terwijl door
mijn koptelefoon de waanzinnig dramatische gitaarsolo van ‘Time has come today’
klonk.

Kijk, vergeef me nu even deze bombastische opzet maar je moet
1 ding weten over mij, beste lezer:

Als veteraan van de andersglobaliseringsbeweging in begin van
de jaren 2000 was deze situatie intens. Was dit het begin van een reportage? Of
was dit karma dat me een tweede kans toewierp om de fouten en de beginnerspech
uit het verleden af te lossen?

D14! Gent! 2001. Spijbelen om naar betogingen te gaan. Met
een zwarte vlag in de hand naar school fietsen, voelen hoe de ochtendwind
brutaal je gezicht streelt en je weet dat je geschiedenis schrijft!

Om de zoveel jaren laat
het Lot namelijk toe dat een generatie de kans krijgt om iets groots te doen,
namelijk de  wereld veranderen. Niet
afbreken, niet opbouwen maar veranderen, iets wat een zeer symbiotisch proces
is.

Maar ergens op weg naar de
Totale Verlossing en de Perfecte Rechtvaardigheid raakten velen onder ons de
weg kwijt. Na het geloof in God begon ook het geloof in de revolutie te
wankelen. Het wankelde als de regels uit het gedicht van Elschot. Waarom niet?
De torens lagen al plat. Gezien op TV zoals in een videogame. Dus waarom niet?

Alles wankelt … en de
trein vertraagt.

De conducteur knipt mijn
ticket en ik hoor in mijn koptelefoon het diepe, manische gelach van de
zangers. Gent, overstappen. Nog 30 minuten te gaan.

Met berusting omkaderde
beelden van vechtpartijen, waterkanonnen en het snijdende besef dat jij de strijd
verliest en de maatschappij nog altijd klote is. Zoals je niet anders kan dan
van vuur zeggen dat het warm is. Een ondraaglijk helder besef.

Als ik nu in op deze trein
zit en binnenin kijk naar de zonsondergang van mijn twintiger jaren en het
begin van dat nieuwe millennium, alsook naar de Facebookstatus van al die oude
bekenden, dan zie ik het breekpunt waar de golf van Sturm-und-Drang brak en
terugsloeg.

Iets na 3 uur kwam ik aan
te Antwerpen. Van kleinsaf heb ik Antwerpen altijd al geassocieerd met de
dierentuin en in mindere mate, Suske en Wiske. Dit bezoek zou anders zijn,
zoveel stond vast. Ja, ik ging beestjes kijken. Maar deze keer zouden ze
gewoonweg loslopen in het stadscentrum. En deze keer hoopte ik zonder schaamte
dat ze wel met uitsterven bedreigd zouden zijn.

Terwijl ik richting
Groenplaats stapte, viel me een groepje van 3 skinheads op. Ze stapten in
dezelfde richting als ik. Ik hield een zekere afstand maar voelde me betrapt
toen één van hen me zag. Op de zijkant van zijn vestje stond een embleem met de
Oekraïense vlag en of andere naam in Cyrillische letters. Behoorde hij tot
dezelfde heerschaar die maanden voordien tijdens de betoging van 16 november
2014 mee auto’s in brand had gestoken? De kans was klein, maar niet
onbestaande. Dit soort beroepsbetogers, of ze nu van linkse of rechtse
signatuur zijn, deed me denken aan de landsknechten uit ver vervolgen tijden:
rondzwervende huurlingen, bereid om de boel kort en klein te slaan zodoende er
achteraf maar genoeg te verdienen en te zuipen valt.

Hij draaide zich bekeek me
een tweede keer toen ik op ongeveer 20 meter achter hen bleef stappen. Zou het
aan mijn baard liggen? Het was tijd voor een uitwijkmanoeuvre. Ik zocht naar
een winkel om ze kwijt te spelen.

Hünkermoller of H&M?
Wat zou Jef Geeraerts doen in een situatie als deze?

Hünkermoller dus! Daar
zouden ze het nooit wagen me te grazen te nemen! Na even een collectie
robijnrode lingerie met bijhorende jarretels gekeurd te hebben, vervolgde ik
mijn tocht naar de Groenplaats. De skins waren uit het zicht verdwenen. Ik
passeerde een gigantisch spandoek van de NVA en hoorde ineens het luiden van
klokken.  Deze twee zaken gaven mijn
aankomst op de Groenplaats een soort van filmische drive.

Ik zag de pauselijke vlag,
verschillende Belgische vlaggen (wat me ergens verbaasde), en een paar Vlaamse
Leeuwen. Omgeven door een hoop politie. De stillen droegen allemaal een
windjack in dezelfde kleur en stijl. Sinds wanneer wordt de gerechtelijke
gesponsord door pakweg American Outfitters?

Ik stond enkele meters
achter de laatste rijen militanten. Om te acclimatiseren en niet teveel op te
vallen. Casual, quasi onverschillig. Gewoon een toevallige voorbijganger die
wil uitvinden waar heel de heisa om draait.

“Die kerel is top voor een vrijgezellenavond!”,
grapte één van de stillen naast mij tegen zijn collega. Ik moest er ongegeneerd
mee lachen. Het was tot nu toe de eerste keer dat een agent in burger me aan
het lachen bracht.

Dat deed me trouwens
ineens beseffen hoe waanzinnig, zelfs surrealistisch heel deze situatie was.
Een honderdtal mensen omgeven door tientallen agenten te fiets en in burger
stonden ademloos en met een kinderachtige zelfdiscipline te luisteren naar Dhr.
Goethals.

Ik had tot voordien nog
nooit van zo dichtbij een extreemrechtse rally meegemaakt maar elk vooroordeel
werd bevestigd. Filip de Winter die monkelend de spreker toehoort. Check. Een
NSV-student, voorzien van die prachtig foute grijze pet (genre Duits leger
1914): Check! Stroblonde kleuters die met Vlaamse vlagjes in de hand tussen de
volwassen door rondjes rennen: Check! De totale mobilisatie, vrouw en kind mee
naar het front, voor Outer en Heerd! Check! Check! Check!

Er waren in totaal zes
toespraken waarvan verschillende in het Pools. De Polen waren een aparte
delegatie, en dat lag niet enkel aan hun taaltje maar vooral aan het feit dat
onder hen een handvol priesters in soutane aanwezig waren.

Godverdomme, alsof ik was
teruggereisd naar de jaren vijftig. Heel de ervaring begon een soort van
iconisch statement te krijgen. Wie zou ik nog zien? Darth Vader? SS-troepen? Orks?

Tegen het galmend luiden
van de klokken klonk de stem van Goethals.

“God zijn wetten zullen heersen! “

Gevolgd door plechtstatig
applaus. Eerlijk gezegd begon ik bevende knieën te krijgen.

Wat een ironie als je weet
dat hetzelfde publiek moord en brand zou schreeuwen indien diezelfde uitspraak
in het Arabisch zou worden gezegd, door een man met baard en tulband.

Het is droevig dat ik me
thans de vrije meningsuiting voorstel als een haveloze, verkrachte vrouw. Ineengedoken
in een hoekje. Wanhopig proberend haar kwetsbare naaktheid te bedekken met een
laatste flard oprechtheid. Tevergeefs …

Waarom was er geen tegenbetoging georganiseerd? Die terechte vraag
was echter een kort leven beschoren want de toespraken gingen verder.
Hatelijke, achterlijke flarden propaganda. Geserveerd op een bedje van
klokgelui en ingehouden woede.

Alles wat ze vertelden had ik ooit al wel ergens gelezen of
gehoord. Tegennatuurlijk, onkuisheid, de dictatuur van de zogenaamde
democratie. Inhoudelijk gezien was heel dit schouwspel immoreel, laat daarover
geen twijfel bestaan. Maar de manier waarop het doorging, gaf het iets
onwezenlijks, ja zelfs bijna komisch. 

Het was tegennatuurlijk om onder het quasi verveelde oog van
de lokale politie te roepen en tieren dat men leeft in een dictatuur, dat het
recht op vrije meningsuiting met de voeten wordt getreden.

Het was onkuis om toevallig passerende holebi’s met aandrang
te vragen niet hand in hand te lopen of te kussen op dit bewuste plein in
kwestie.

De dictatuur van de democratie. Vreemd toch en ook mooi hoe
ik ineens dacht aan een iconische poster uit de Spaanse Burgeroorlog getiteld
‘Los Nacionales” terwijl de priesters het Weesgegroet begonnen declameren.

2 grote spandoeken met daarop afgedreven foetussen die in
beslag worden genomen toen de militanten ze ondanks een eerder verbod, toch
wilden meedragen in hun mars. Geroep, geduw, getrek. 1 man wordt afgevoerd. Dan
gaat de voorstelling verder.

Een vrouw stopt me een krantje toe. “De hel bestaat!”, luidt
de kop op de voorpagina. Tuurlijk, waarom niet? Geen betere regisseur dan het
toeval. Dit was de  prelude van het
vijfde rijk. Dit zou iedereen elke week en overal doen als de nazi’s de oorlog
hadden gewonnen.

En in heel deze smartelijke vertoning van politiek
opportunisme, haat en bekrompenheid werd ik nog het meest geraakt door de
wezenlijke heiligschennis van heel de situatie:

De mensen op het podium kregen meer aandacht dat het
Mariabeeld dat achter de troep toehoorders en manifestanten verloren voor zich
uit stond te staren.

Symbolischer kon het niet. De massa die zich afkeert en met
hun rug naar de Moedergodin een huichelaar toejuicht.

Ik stapte naar het Mariabeeld en keerde de huichelaars de rug
toe. Terwijl ik een kruisteken sloeg en luidop nadacht:

“Vergeef ze moeder, ook
weten ze wél wat ze doen.”

Ik had genoeg gehoord om er het mijne van te schrijven. Het
enige wat ik me op dat moment afvroeg, was hoe deze etterboel daadwerkelijk op
papier te krijgen.

In Brussel begon de grote Pride- afterparty , in Antwerpen
hadden de kwezels hun H. Mis besloten met de Vlaamse Leeuw.

Ik zat buiten aan het kampvuur van een lokale Scoutsfuif. De
perfecte locatie om een dagje Safari in Fout Vlaanderen af te sluiten.

I remember lighting fires; I remember sitting by ’em;

I remember seeing faces, hearing voices, through the smoke;

I remember they were fancy — for I threw a stone to try ’em.

“Something lost behind the Ranges” was the only word they
spoke.[1]

© P Quack
2015

[1]
Kipling, The explorer

take down
the paywall
steun ons nu!