‘ Is God almachtig en de mens barmhartig?’ was het thema van het openingsdebat Gentse Feesten zaterdag 15 juli in MIRY Concertzaal.
Het debat en de inleidingen zijn integraal te herbekijken/beluisteren via de stream line van STREAM MEDIA
In mijn vorige blog-bijdrage gaf ik de inleidingen tot het debat. Hier geef ik antwoord op de acht kritieken van Etienne Vermeersch op De Supersamenwerker
- Eén: Etienne Vermeersch: “Van Duppen heeft daarjuist gezegd dat Dawkins in zijn boek “God als misvatting” geen enkele verwijzing maakt naar de “De afstamming van de mens” (The Descent of Men) van Darwin. Ik zou hem erop willen wijzen dat er een verwijzing staat naar de “Afstamming van de mens” op bladzijde 117 en dan nog een verwijzing op bladzijde 397”
Ik heb de bewering van Etienne Vermeersch dat Dawkins in ‘God als misvatting’ (The God Delusion) op p. 117 en 393 zou verwijzen naar Darwin’s ‘The Descent of Men’ nagekeken en niet teruggevonden. Ik heb gekeken in de Nederlandse vertaling zeventiende druk februari 2009 bij NieuwAmsterdam. Ik heb de pagina’s ervoor en erachter zorgvuldig gelezen, want die paginanummers kunnen per uitgave of na vertaling verschuiven, maar er niets van verwijzing in teruggevonden. Ik heb dan nog eens de twee hoofdstukjes die gaan over Darwin en de evolutionaire achtergronden van godsdienst en van moraal nagelezen en ook daar niets verwijzing teruggevonden naar The Descent of Men’. Ik heb via de index van het boek alle pagina’s nagelezen waar het woord ‘Darwin’ in voorkomt en ook niets van verwijzing teruggevonden. Tenslotte de literatuurlijst van Dawkins overlopen en van Darwin staat er alleen maar ‘On the origin of species’ in vermeld en duidelijk NIET The Descent of Men. Ik heb dan Etienne via mail gevraagd of hij me kan zeggen onder welk precies hoofdstuk en subsectie de verwijzing naar ‘The Descent of Men’ zou staan, maar heb tot nu toe geen antwoord gekregen. Met alle respect voor Etienne zijn hoge leeftijd en vergissen is menselijk, maar deze kritiek van hem aan mijn adres was wel zeer precies, concreet en ondubbelzinnig. Deze vermoedelijk foutieve bewering van Etienne is moeilijk aan verstrooidheid of verwarring toe te schrijven. Temeer omdat Etienne als eerste de fout opmerkt, waarvoor we Etienne dankbaar zijn, op p.223 van De Supersamenwerker waar dat staat dat Darwin het begrip ‘struggle for life’ bij Herbert Spencer heeft gehaald,. Darwin heeft niet ‘struggle for life’ bij Spencer gehaald, wel het begrip ‘survival of the fittest’, zoals we ook aangeven in de voetnoot op p.281 van De Supersamenwerker.
- Twee. Etienne Vermeersch: “Er zijn nog andere experimenten gebeurd de laatste tijd. Er is het Stanford-prison experiment waarbij een prof de studenten heeft ingedeeld in twee groepen. De ene groep gevangenisbewakers, de andere groep gevangenen. Men heeft het experiment moeten stopzetten omdat de gevangenenbewakers zich zo brutaal begonnen te gedragen dat ze in een Abu Ghraib gevangenis zouden geëindigd zijn. Die onderzoeker heeft dit experiment moeten stopzetten omdat er een mechanisme ontstaat bij de gevangenenbewakers die tot onnoemelijke wreedheid leidde. (…) We kennen ook allemaal het onderzoek van Milgram waar iemand zogezegd moet woordjes leren en de proefpersonen die zitten zogezegd aan een bord met schakelknoppen. Als ze een fout maken kunnen ze tien, twintig, dertig … elektrovolt. Welnu meer dan de helft geeft een stoot waar duidelijk bij staat dat die dodelijk is. De man die de rol van proefpersoon speelt is aan het kermen en aan het kermen… Maar de echte proefpersonen doen altijd voort met elektroshocks toedienen. Dat is concentratiekamp systeem. Dus je moet niet veel doen om mensen tot een situatie te brengen die gruwelijk is.”.
Het begrip ‘de laatste tijd’ van Etienne is wel zeer laat, want het Stanford experiment had plaats in 1971 en het Milgram experiment in 1961.
In De Correspondent schreef Rutger Bregman een half jaar geleden nog twee essays waar hij aantoont dat beide experimenten waarop Etienne zijn stelling op baseert voorbeelden zijn van pseudowetenschap.
“De echte les van het beruchte Stanford Prison Experiment: vertrouwen is sterker dan haat.”
“Het Stanford Prison Experiment uit 1971, waarin doodnormale studenten in no time in monsters veranderden, groeide uit tot een van de meest beruchte experimenten ooit. Het werd zelfs de basis van ons cynische mensbeeld. Maar er blijkt niets van te kloppen.”
“De wetenschap leert nu: beschaving is een veel dikkere laag dan gedacht”
“De psycholoog Stanley Milgram werd wereldberoemd met zijn ‘schokexperimenten,’ waarin doodgewone mensen bereid bleken anderen te elektrocuteren. Hij leek een verklaring te bieden voor het grootste kwaad, tot de Holocaust aan toe. Maar hoewel het nog nauwelijks is doorgedrongen, komen wetenschappers inmiddels tot heel andere conclusies.”
- Drie. Etienne Vermeersch: ‘Zijn biologische feiten wel een behoorlijke grondslag voor ethiek en politiek?’
“Ein Sein muss niemals ein Sollen werden. (Max Weber)”, daarmee begint Vermeersch zijn betoog. Sein – sollen
Dit komt van de ‘Is – ought’ redenering die David Hume formuleerde meer dan honderd jaar eerder. ‘What is, is not what ought to be. Wat is, is niet wat zo hoort te zijn’. Je mag geen ethische normen afleiden uit biologische of andere feiten.
Over ‘what ought to be; wat zou moeten zijn’ hebben we met Etienne gemeenschappelijke grond, namelijk: de sociale waarden geformuleerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).
Wat ons inderdaad bij deze studie en het schrijven van het boek enthousiast maakt is dat op verschillende domeinen zeer recent robuust wetenschappelijk onderzoek aantoont dat ‘wat is’ effectief overeen komt met die waarden van de UVRM, met wat hoort te zijn. Dat maakt ons optimistisch. In Etienne zijn stellingen weegt het Hobesiaans mensbeeld nog steeds door. Maar dat is nu compleet achterhaald.
Er is de laatste vijftien jaar een overweldigende hoeveelheid wetenschappelijk bewijs gepubliceerd in toptijdschriften die aantoont dat de mens inherent een prosociaal en daardoor supersamenwerkend wezen is, maar in staat tot het kwade.
Dankzij de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen kunnen we heel wat van ‘what ought to be’ afleiden van ‘what is’. Het is feitelijk wat Friedrich Engels in 1880 reeds noemde ‘Van utopie tot wetenschap’. Een wetenschappelijke visie op maatschappij en moraal.
Dankzij de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen kunnen we heel wat van ‘what ought to be’ afleiden van ‘what is’.
De neurowetenschappen tonen aan dat ons evolutionair jongste deel van de hersenen, de neocortex, door en door hard wired is om sociaal te zijn. We beschrijven in ons boek tien neuro-biologische gereedschappen die de laatste tien, twintig jaar zijn ontdekt en die de neuro-biologische basis vormen voor onze neiging tot prosociaal gedrag, tot empathie, altruïsme en samenwerking. Het woord gereedschap is goed gekozen, omdat die gereed liggen, maar daarom nog niet gebruikt worden. Bijvoorbeeld de neiging om de gouden regel van de moraal toe te passen: ‘behandel de ander zoals jezelf behandeld wenst te worden’ blijkt evolutionair ingeslepen te zijn in het jongste en uniek menselijke deel van onze hersenen. Dat deel van de hersenen is ook enorm neuroplastisch. Wij zijn wired om kennis en cultuur te absorberen, te cumuleren en door te geven. Dat is de reden waarom eens de cumulatieve culturele evolutie is ingezet bij de homo sapiens zo’n 70.000 jaar geleden, de culturele evolutie de genetisch-biologische evolutie overstemt, met secundair nog wel een co-evolutie tussen die twee vormen van evolutie.
- Vier. Etienne Vermeersch: “In het boek van Van Duppen en Hoebeke worden een hele reeks biologische ‘feiten’ aangehaald, …en er is ook geen enkele reden om feiten uit de biologische wereld als norm voor de mens te beschouwen”.
Maar het zijn ook niet alleen die biologische feiten waarop we ons baseren zoals Etienne kritiseert, de neurobiologie bestrijkt een achtste van ons boek. We baseren ons op feiten of recente bewijzen komende uit een breed gamma van onderzoeksdomeinen die leiden tot dezelfde conclusie: de mens is intrinsiek een supersamenwerker.
- De evolutionaire psychologie leert ons dat onze sociale cognitieve vaardigheden het belangrijkste kenmerk is waarin we verschillen met onze meest verwante primaten, de chimpansees;
- De paleo-antropologie leert dat de mens als meest kwetsbare, afhankelijke, hulpbehoevende zoogdier wordt geboren en dus maar kan overleven en reproduceren dankzij de natuurlijke selectie van enorm sterke sociale instincten, de mens kan alleen overleven dankzij de zorg van anderen;
- De evolutionaire dynamica bewijst dat samenwerking evolutionair de meest voordelige strategie is voor onze soort en dat drie gedragsregels daarbij bepalend zijn: 1)generositeit 2)vertrouwen 3) mildheid en grenzen stellen;
- In de sociologie kreeg Elinora Ostrom in 2009 de nobelprijs economie omdat zij empirisch had bewezen dat de commons goed blijven draaien mits toepassing van diezelfde drie gedragsregels;
- In de gedragseconomie wordt nu bewezen dat de mens geen homo economicus is en dat de rational choice theory van het neoliberalisme pseudowetenschap is, dat eigenlijk door Skepp (de Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap) waar Etienne in actief is, zou moeten onderzocht worden. Marc De Vos van het neoliberale Itinera schreef bijvoorbeeld bij het uitbreken van de bankencrisis in 2008: “Deze crisis betekent niet het falen van een economisch systeem, de hebzucht zit in de mens, de hebzucht zit niet in de markt”. Dit klopt niet: hebzucht is niet wat de natuur van de mens domineert, wel de natuur van de neoliberale markt. Want de hebzuchtige concurrentie voor winstmaximalisatie zit ingebakken in het systeem, wie daarin niet meedraait vliegt eruit via het concurrentiemechanisme.
- In de epidemiologie bewezen Wilkinson en Pickett en vele anderen dat sociaaleconomische ongelijkheid de mensen ziek en ongelukkig maakt doordat de menselijke natuur mismatcht met het neoliberalisme.
- Vijf. Etienne Vermeersch: “Strookt een blijkbaar enthoesiaste interpretatie van deze ‘feiten’ wel met de strikt wetenschappelijke draagwijdte ervan.”
Om een idee te geven over hoe recent en met welke snelheid en in welke hoeveelheid die nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen worden gedaan, volgend voorbeeld over de impact op sociaal gedrag van het sociaal hormoon bij uitstek oxytocine, het knuffelhormoon genaamd. Oxytocine is sinds een goede tien jaar in neusspray beschikbaar. In 2000 waren er hierover 50 publicaties in peer-review wetenschappelijke tijdschriften, in 2007 een 200 tal en in 2014 al meer dan 1500 op één jaar tijd.
Er zijn bij mijn weten in de geschiedenis van de wetenschap weinig paradigmaverschuivingen, die op zulke korte tijd, op zulk groot aantal verschillende onderzoeksdomeinen of wetenschapsdisciplines, met zo’n grote hoeveelheid robuuste evidence tot stand zijn gekomen, als deze verschuiving van een overwegend Hobesiaanse mensbeeld naar een visie over de mens als primordiaal inherente supersamenwerker.
Nieuwe ontdekkingen in de neuro- en evolutionaire wetenschappen veroorzaken een paradigmashift van een overwegend Hobesiaanse mensbeeld naar een visie over de mens als primordiaal inherente supersamenwerker.
- Zes. Etienne Vermeersch: “We vermoeden dat de auteurs van De Supersamenwerker zozeer door ‘solidariteit’ en ‘samenwerking’ gefascineerd zijn, dat zij de fundamentele rol van de ‘struggle for life’ in het darwinisme zijn gaan verdringen.”
We verdringen deze gedachtengang helemaal niet in het boek, integendeel. De clue van al die nieuwe inzichten en evidence is dat ons sociale brein een noodzakelijke voorwaarde blijkt te zijn voor de vorming van ons collectieve brein, via het proces van sociaal leergedrag. Ons collectieve brein is de menselijke intelligentie. Die unieke menselijke intelligentie is tenslotte de meest succesvolle eigenschap in ‘the struggle for life’ in Darwinistische zin. De Homo sapiens kan een Homo super sapiens worden wanneer de Homo socialis in hem kan bloeien
Ook Darwin stelde het begrip ‘struggle for life’ expliciet in een metaforische zin. Hij stelde dat het tenslotte gaat om de ‘struggle for life’ van de mensensoort als geheel. Daarmee beschreef hij zelfs al de kiemen van het ecologische denken.
De Homo sapiens kan een Homo super sapiens worden wanneer de Homo socialis in hem kan bloeien
- Zeven. Etienne Vermeersch: “Als de mens zo’n solidair wezen is, hoe verklaart men dan de ruim verspreide pure wreedheid: het genoegen in het zien lijden. “
Neurowetenschappen leren ons dat onze hersenen in het evolutionair jongste deel minstens tien neurologische circuits bezitten die geassocieerd zijn met empathie. Maar mensen zijn ook in staat om die circuits voor empathie uit te schakelen. Dan komt het onderliggende reptielenbrein van blinde agressie en geweld naar boven.
Het manipuleren van een evolutionair ingeslepen groepsgevoel tot een wij-tegen-zij voelen en denken is het belangrijkste mechanisme dat deze empathiecircuits uitschakelt. Men ontmenselijkt de andere, men ziet de anderen als objecten, of men ziet de anderen als een bedreiging. Daarvoor worden walgingsgevoelens bewust en wetenschappelijk uitgekiend opgeroepen. De nazi’s gebruikten het beeld van joden als ‘ziekte verspreidende ratten’, maar voor de Holocaust was er de psychogenocide. In Duitsland werden daarop 70.273 psychiatrische en gehandicapte patiënten vergast. Dat werd gelegitimeerd door de sociaal-darwinistische boodschap dat mensen met een handicap en psychiatrische patiënten een ondraaglijke belasting vormden voor het volk werd van de daken geschreeuwd. Affiches beeldden deze mensen af met aapachtige trekken, met daartegenover het superieure, atletische en esthetische biologische beeld van mensen van het ‘Arische ras’. De tekst op de affiches luidde: ‘Zesduizend rijksmark kost deze gehandicapte de volksgemeenschap gedurende zijn levenstijd. Volksgenoten, dat is ook uw geld!’ Beelden van psychiatrische ziekenhuizen dreven de spot met patiënten, om zo afschuw op te wekken. Mensen met een handicap werden omschreven als ‘levensonwaardige levens’, ‘nutteloze eters’, ‘ballastwezens’, ‘lege menselijke hulzen’, ‘aangeboren arbeidsschuw’, ‘parasieten’, ‘wandelende haarden van ziektekiemen’, ‘onkruid’ … Deze beelden zijn te zien in het Guislain museum in Gent
De extremistische Hutu-radio Mille Collines tijdens de Rwandese genocide gebruikte het beeld van ‘kakkerlakken’ voor de Tutsi’s die moesten uitgemoord worden, op de BBC noemde een Brits parlementslid de vluchtelingen in Calais eveneens ‘kakkerlakken’ die Engeland absoluut niet mochten binnendringen, IS brengt het beeld van ‘ongelovige honden’ voor al wie zich niet schikt naar hun Kalifaat of hun Salafistische interpretatie van de Islam, Trump spreekt over Mexicaanse migranten steevast als over ‘verkrachters’ … Het wezen van al die radicaliseringsprocessen bestaat uit het tot in het extreme aanwakkeren en indoctrineren van een wij-tegen-zij voelen en denken.
‘Terug naar eigen land’: wij-tegen-zij slaat dan om in zij-zoals -wij
‘Terug naar eigen land’ is de TV-reportagereeks van Martin Heylen die met een aantal bekende Vlamingen naar vluchtelingen in het Midden-Oosten en in Afrika trok. Dit TV-programma heeft veel meer begrip en empathie voor de vluchtelingen bij het brede Vlaamse publiek teweeggebracht dan eender welk ander initiatief. Het programma toont ook aan dat we deze processen kunnen omkeren door de anderen te ‘humaniseren’, te vermenselijken, zodat de wij-tegen-zij denkers ook menselijker worden. Wij-tegen-zij slaat dan om in zij-zoals -wij. We konden zien hoe zelfs bij Veroniek Dewinter, zelf een hardnekkige Vlaams Belang aanhangster en bij Zuhal Demir, hun diepmenselijke ervaring door het persoonlijk, nabije, kortom menselijke contact met die vluchtelingen schrijnend in conflict kwam met hun cognitief wij-tegen-zij denken. Dat programma was een prachtige toepassing van de wetenschap uit De Supersamenwerker. Margriet Hermans was door die persoonlijke ervaring sterk aangedaan en veranderd. “Na mijn thuiskomst heb ik ’s nacht minstens drie weken wakker geleden. De schrijnende toestanden bleven me maar achtervolgen.” Na de reis engageert Margriet Hermans zich en toert ze rond om meer begrip en empathie voor de vluchtelingen te bekomen.
De kunst is het wij-tegen-zij denken en voelen, te doen omslaan in een zij-zoals-wij gevoel en weten
De Supersamenwerker laat zien dat onze hersenen zo zijn geprogrammeerd dat ze de bekwaamheid om het perspectief van de andere in te nemen spontaan en onbewust activeren. Verschillende neurologische mechanismen zitten in ons menselijk brein ingebakken waardoor we de neiging hebben anderen te behandelen zoals we zelf willen behandeld worden. Dit wordt de gouden regel genoemd: ‘behandel anderen zoals jij door hen behandeld wil worden’ of in negatieve zin ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet’. Deze regel komt bij de meeste godsdiensten of levenshoudingen op één of andere manier en over alle culturen aan bod. Dit mechanisme werkt het sterkste wanneer we met de ander nabij of persoonlijk contact hebben, wanneer we de ander als persoon en als mens kunnen zien, voelen of beleven.
- Acht. Etienne Vermeersch: “Volgens Steven Pinker, maar ook Jared Diamond e.a., zijn er massa’s gegevens om de stelling te ondersteunen dat de periode van jagers en plukkers gekenmerkt was door veel meer geweld en doodslag dan elke latere periode.”
De kritiek van ’s werelds belangrijkste paleo-antropologen op Steven Pinker zijn bewering dat het menselijk geweld tijdens de jagers & verzamelaars periode veel wreedaardiger en intensiever was dan in eender welke latere periode is concreet, sterk en vernietigend. Als je deze kritiek confronteert met Pinker’s stellingen en zijn onderbouwing kun je gerust bij Pinker’s handelswijze in deze kwestie van pseudowetenschap spreken.
In het zopas verschenen boek ‘Behave. The biology of humans at our Best and Worst’(2017) van Robert Sapolsky (Stanford) wordt in twee subhoofdstukken Pinker’s beweringen gefileerd. ‘Behave’ wordt als ‘state of the art’ van de gedragsbiologie beschouwd. De argumenten van Sapolsky zijn samengevat:
Sommige paleo-antropologische sites door Pinker aangehaald vertonen maar één geval van dood door geweld. Dit is een proces van moord, geen oorlog Sommige sites vertonen skeletten en pijlpunten tezaùe,, dat zegt op zich niets. Pijlen worden gebruikt voor de jacht of kunnen ook schrapers zijn. Vele van de gebroken benen waarover Pinker het heeft waren geheeld. Dat duidt eerder op een accident of rituelen. ‘Cherry picking their data, rather than the entire literature’. De studie van Pinker is geen meta-analyse van de totale literatuur, maar hij selecteert eruit wat hem goed uitkomt. Er zijn zeer veel pre historische sites, zonder sporen van intermenselijk geweld. Mathematisch maakt Pinker verkeerde berekeningen of vertrekt hij van een foutief design Pinker: vergelijkt het aantal dodelijke slachtoffers tengevolge van 5 jaar WOII met eeuwen slavenhandel en vier eeuwen genocide van de oorspronkelijke bevolking op het Amerikaanse continent. Als je het aantal doden per tijdseenheid telt en als percentage van totale wereldbevolking, en zeker als percentage van lokale bevolking; dan is WO II nummer één, WO I nummer twee. Dan zit ook Rwandese genocide met 700.000 doden op 100 dagen tijd mee in top tien, wat niet eens op Pinker’s lijst voorkomt. Sapolsky herneemt de concrete kritieken van Fry en Ferguson, zie verderop.
Bij Oxford-University Press verscheen in 2015 het textbook ‘War, Peace, and Human Nature Th e Challenge of Achieving Scientifi c Objectivity’ met als editor Douglas P. Fry. Hierin stellen de auteurs dat de stelling van Pinker dat de jagers&verzamelaars maatschappijen gewelddadiger waren dan eender welke periode die erop volgt, fout is. Bijzonder hoofdstuk zeven:’ Pinker’s List Exaggerating Prehistoric War Mortality.’ Daarin behandelt antropoloog R. Brian Ferguson die gespecialiseerd is in voor-historisch geweld Pinker’s stellingen en onderbouwing uitgebreid en zeer concreet. “De kloof tussen de archeologische en gegevens van jagers-verzamelaars enerzijds en wat Pinker beweert anderzijds is monumentaal. Grafieken en tabellen met percentages aan oorlogsslachtoffers bij jagers-verzamelaars geven een indruk van wetenschappelijke objectiviteit en validiteit. Maar in dit geval is het allemaal een illusie.” “ Wanneer men grondig en zorgvuldig onderzoek doet van al de data dan ontrolt zich een gans ander beeld dan wat Pinker beweert. We are not hard-wired for war. We learn it.“
In Science van 19 juli 2013 verscheen een meta-analyse over hetzelfde vraagstuk van de Finse antropologen Fry and Söderberg: ‘Lethal Aggression in Mobile Forager Bands and Implications for the Origins of War’. Uit het besluit: “however, reexamined the standard cross-cultural sample, the main repository for behavioral data on forage bands, and found little evidence for large-scale conflicts or wars. Instead, the majority of incidences of lethal aggression in these societies were homicides driven by a variety of factors relevant at the individual or family scale. »
Etienne Vermeersch haalt ook Jared Diamond aan om zijn thesis te ondersteunen. In zijn meesterwerk ‘Zwaarden, paarden en ziektekiemen, de ongelijkheid in de wereld verklaard’ ontwikkelt Jared Diamond hoe vanaf de doorbraak van de landbouwrevolutie, de mogelijkheid tot productie en accumulatie van overschotten de sociale klassendiffrentiatie ontstaat, hoe de heersende klassen en via geweldsmonopolie en via priesters-religie haar gewapende en ideologische macht in stand houdt en de klassenoorlogen temperen. Hoe staten ontstaan die weliswaar geweld binnen de samenleving temperen, maar geweld tussen groepen doen opwakkeren. In zijn laatste boek: ‘De wereld tot gisteren. Wat we kunnen leren van traditionale samenlevingen’ van 2013 ontwikkelt Diamond hoe we juist vele sociale en pacificerende waarden kunnen leren van die traditionale pre-historische jagers&verzamelaarsmaatschappijen. Juist het tegenovergestelde van wat Steven Pinker beweert. Op p.167 van dat boek bijvoorbeeld schrijft Diamond:“De gemiddelde dodencijfers voor sedentaire boeren zijn ongeveer vier keer zo hoog als die voor jager-verzamelaars in het onderzoek van Wrangham, Wilson en Muller.”
Besluit: wat leren ons die nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen?
In zijn laatste boek: ‘De wereld tot gisteren. Wat we kunnen leren van traditionale samenlevingen’ van 2013 schrijft Diamond over heel die gewelddiscussie op p.187: “In alle mensengemeenschappen komt zowel geweld als samenwerking voor; de omstandigheden bepalen welke eigenschap lijkt te overheersen.” Of zoals Nobelprijswinnaar José Saramago het formuleerde: ‘Als de omstandigheden zo bepalend zijn voor de mens, laat ons dan die omstandigheden meer menselijk maken.’ En die menselijke omstandigheden zijn sociaal en niet neoliberaal.
‘Als de omstandigheden zo bepalend zijn voor de mens, laat ons dan die omstandigheden meer menselijk maken.’(José Saramago)
We weten dat het groepsgevoel bij de mens evolutionair diep is ingeslepen en zeer manipuleerbaar is. We weten dat dit door de heersers wordt misbruikt om gewone mensen op honderd en één manieren tegen mekaar op te zetten. Het leidt tot racisme, nationalisme, ethnicisme, seksisme, homohaat, jonge tegen de oude generaties… Het doel van het etablissement is de mensen doen naar beneden stampen opdat ze niet naar boven zouden kijken.
En dan kom ik terug tot de slotbeschouwing van mijn inleiding.
De meest dominerende breuklijn of beter tegenstelling binnen de samenleving is deze tussen de één procent en de 99. Daar ligt het reële en meest belangrijke wij-tegen-zij. De 99 procent verenigen tegen de één procent vereist dat mensen bewust en ééngemaakt worden door inzichten. Inzichten die voortkomen zowel uit het gevoelsmatige als het rationele. Framing en story – telling, getuigenissen en verontwaardiging vanonder uit en tegelijkertijd blootleggen, bewustmaken van de onderliggende mechanismen en van wat bovenaan de maatschappij zich afspeelt.
Tegelijkertijd moeten we opkomen voor de rechten van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zowel voor deze van het individu in zijn waardigheid, als voor de sociale grondrechten. Dat betekent dat die sociale grondrechten niet mogen overgelaten worden aan de markt. Gezondheidszorg bijvoorbeeld mag geen koopwaar worden. De strijd om sociale grondrechten te vrijwaren van vermarkting, privatisering of commercialisering is dus ook een ideeënstrijd om het mensbeeld, een visie op de mens en de wereld. Zulke debatten leveren daarvoor ongetwijfeld een bijdrage.
Tot slot. Tijdens het debat kreeg ik volgend aanmoedigend sms van Hafid, syndicaal delegee in de chemie, die het debat aan het volgen was via Stream Media: “Een dikke proficiat voor het gevoerde debat. Je hebt een warm applaus in ontvangst genomen en terecht. Ik denk dat Etienne Vermeersch vertrekt in zijn analyse van de oorlogen in het Midden-Oosten en de haat. Maar je hebt hem op zijn plaats gezet dat de oorlogen altijd gelinkt zijn aan macht en economische redenen. Die niets te maken hebben met het geloof. Dank.”