Opinie -

Gaan we als academici zomaar toekijken op de vernietiging van de universitaire gemeenschap in Palestina?

Dit is een verkorte versie van de brief die werd verzonden naar de Raad van Bestuur van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). De brief werd ondertekend door meer dan 370 professoren en meer dan 1400 academici en studenten.

vrijdag 2 februari 2024 17:04
Spread the love

 

“Als je je ‘neutraal’ opstelt tegenover situaties van onderdrukking kies je de kant van de onderdrukker”, aldus Zuid-Afrikaans bisschop Desmond Tutu die in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

DeWereldMorgen veroordeelt de recente aanvallen van Hamas tegen Israëlische burgers, maar ziet die niet los van 75 jaar staatsterreur van Israël tegen het Palestijnse volk. Het internationaal erkende recht op gewapend verzet tegen een kolonisator is geen vrijbrief voor aanslagen op burgers. Een onderhandelde vrede kan alleen bereikt worden wanneer 75 jaar verdrijving, 56 jaar bezetting, kolonisatie en apartheid en 16 jaar blokkade van Gaza worden erkend als de oorzaken van dit geweld. DeWereldMorgen onderzoekt deze oorzaken die door de politiek en door mainstreammedia worden verzwegen, onderbelicht of ontkend, om zo een debat te stimuleren dat kan leiden tot onderhandelingen en vrede. (nvdr) 

*  *  *

Op woensdag 17 januari blies het Israëlische leger de Al-Israa Universiteit in het zuiden van Gaza stad op. De video van de vernietiging van de campus veroorzaakte internationale verontwaardiging. De universiteit zelf vormde nochtans geen directe bedreiging. De gebouwen van de universiteit zouden tot dan toe vooral gediend hebben als uitvalsbasis van het Israëlische leger.

Deze vernietigende aanslag is geen alleenstaand feit. In december vorig jaar werd de faculteit geneeskunde van de Islamitische Universiteit op een gelijkaardige en vakkundig geplande manier opgeblazen door het Israëlische leger. Een maand eerder werd ook Al Quds Open University gebruikt als legerbasis en daarna opgeblazen.

Inmiddels zijn alle universiteitscampussen in de Gazastrook nu permanent beschadigd of zelfs helemaal vernietigd. Unicef-woordvoerder Jonathan Crick stelt dat er geen enkele vorm van onderwijs meer is in Gaza en dat meer dan 600.000 studenten en leerlingen, waarvan 90.000 universiteitsstudenten, niet meer naar school kunnen. Het recht op onderwijs is nochtans verankerd in het internationaal humanitair recht, zelfs in tijden van oorlog en gewapend conflict.

In de Zuid-Afrikaanse aanklacht bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) lezen we dat het Israëlische leger ook verschillende Palestijnse intellectuelen en academici heeft vermoord. In drie maanden tijd werden honderden academici en onderwijzers vermoord, waaronder minstens 94 universiteitsdocenten. Naast het ongekende aantal vermoorde journalisten, lijkt het Israëlische leger volgens sommige deskundigen ook doelbewust te mikken op vooraanstaande intellectuelen in Gaza.

Niet alleen het hoger onderwijs is het slachtoffer van Israëls nietsontziende militaire campagne, maar ook Gaza’s onderwijssysteem in zijn geheel en de bredere kennissector in het algemeen. Het Israëlische leger vernietigde Gaza’s belangrijkste bibliotheken, samen met vele andere boekenwinkels, uitgeverijen en honderden andere kennisinstellingen. Op 29 december rapporteerde de VN dat 352 scholen in Gaza waren beschadigd, meer dan 70% van de onderwijsinfrastructuur in Gaza.

Deze recente aanslagen op het onderwijssysteem in Gaza passen binnen een veel bredere geschiedenis van systematische aanvallen op en institutionele discriminatie van het Palestijnse onderwijssysteem onder de Israël’s bezetting en apartheidssysteem. Ook in eerdere militaire campagnes werden universiteiten herhaaldelijk aangevallen, binnengevallen en gebombardeerd.

Maar het geweld tegen het onderwijs gaat ook veel verder dan alleen directe militaire aanvallen. Gaza’s universiteiten en haar medewerkers en studenten worden al 16 jaar afgesloten van de rest van de universitaire wereld door de Israëlische blokkade. De Israëlische bezetting verhindert ook systematisch de toegang van internationale collega’s tot Palestijnse universiteiten, zowel in Gaza als op de Westelijke Jordaanoever.

De hele bezettingsinfrastructuur van checkpoints, de zogenaamde veiligheidsmuur, maar ook willekeurige en herhaaldelijke arrestaties van studenten en collega’s, militaire invallen op campussen, etc., zorgen al tientallen jaren voor een systematische ondermijning van het Palestijns onderwijs door de illegale Israëlische bezetting. Volgens The Right to Education Campaign van onze collega’s van Birzeit University is dit “niet alleen een schending van de mensenrechten van individuen, maar ook een aanval op de ontwikkeling van de Palestijnse samenleving als geheel”.

Ook in Israël zelf wordt het recht op onderwijs van Palestijnen systematisch ondermijnd en tegengewerkt. Israël discrimineert Palestijnse studenten op structurele basis, onder andere via bepaalde sociale en economische voordelen die exclusief verbonden zijn aan legerdienst. Sinds 7 oktober nam de repressie en censuur tegenover Palestijnse studenten en onderwijzers alleen maar toe.

Een recent rapport van de Palestijnse NGO Adalah documenteerde systematische disciplinaire maatregelen, schorsingen, ondervragingen, intimidaties en zelfs arrestaties van Palestijnse studenten op Israëlische campussen na 7 oktober. Daarnaast worden de weinige docenten aan Israëlische instellingen die zich kritisch opstellen tegenover de bezetting, zowel Palestijnse als Israëlische docenten, vaak vervolgd vanwege hun standpunten.

Deze systematische ondermijning en vernietiging van het recht op onderwijs doen ons denken aan gelijkaardige misdaden 20 jaar geleden, toen na jarenlange sancties tegen Irak en de daaropvolgende Amerikaanse invasie in het begin van de 21ste eeuw ook het Iraakse onderwijssysteem quasi volledig werd vernietigd. In de context van die illegale invasie omschreven academici van de Universiteit Gent en KULeuven, samen met hun Iraakse collega’s, deze misdaden als een vorm van ‘educide’ (een samenvoeging van ‘educatie’ en ‘genocide’).

De term is vandaag ook toepasbaar op Gaza en het Palestijnse onderwijssysteem. Duizenden studenten genieten geen onderwijs meer. Honderden collega’s hebben geen baan meer. Ook waardevolle archieven en het jarenlange onderzoekswerk van vele Palestijnse collega’s ging definitief verloren.

De huidige militaire campagne is daarom eveneens een directe aanslag op het werk, geheugen en geschiedenis van het Palestijnse volk. De Amerikaanse Middle East Studies Association (MESA), het grootste academische netwerk van regio-experten, klaagde deze oorlogsmisdaden en daden van “etnische zuivering” aan in een Open Brief gericht aan de Israëlische eerste minister Netanyahu en en verschillende van zijn ministers.

Veel van onze internationale collega’s veroordeelden uitdrukkelijk de recente vernietiging van de Al-Israa universiteit. Wij sluiten ons aan bij hun verontwaardiging en veroordeling. Balakrishnan Rajagopal, de VN speciale rapporteur voor het recht op adequate huisvesting, verwees ook expliciet naar het opblazen van de universiteit als een vorm van ‘educide’.

Het gaat hier om misdaden die expliciet gericht zijn op de vernietiging van de missie, de visie en de morele waarden waar wij als universitaire gemeenschap voor staan en die we verdedigen.

Wij geloven daarom dat de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en onze Vlaamse universiteiten met zeer concrete acties een wezenlijk verschil kunnen maken. Wij vragen daarom met aandrang dat onze instellingen dan ook hun verantwoordelijkheid nemen, zoals zij dat in het recente verleden ook al hebben gedaan tegenover Iran en Rusland. Daarom vragen wij:

  1. dat de VLIR de doelbewuste vernietiging van Palestijnse onderwijsinstellingen en de voortdurende discriminatie van Palestijnse studenten en collega’s duidelijk en uitdrukkelijk veroordeelt;
  2. dat onze universiteit extra financiële middelen vrijmaken voor de opvang en bescherming van Palestijnse collega’s en studenten;
  3. een opschorting, met onmiddellijke ingang, van alle academische samenwerking met Israëlische kennisinstellingen en andere publieke en private partners zolang de vernietiging van het Palestijnse onderwijssysteem voortduurt.

 

De doelgerichte aanval op het Palestijnse onderwijssysteem wordt immers al veel langer systematisch gefaciliteerd en ondersteund worden door Israëlische universiteiten.

In 2018 besliste de VLIR unaniem om de samenwerking met Iraanse instellingen op te schorten zolang de fundamentele mensenrechten van onze ter dood veroordeelde collega Ahmadreza Djalali, verbonden aan de VUB, niet worden gegarandeerd.

Ook een collega verbonden aan de vakgroep Conflict en Ontwikkelingsstudies (UGent) is op dit moment in levensgevaar. Hij woont op dit moment in een tent in het zuiden van Gaza nadat zijn appartement in Gaza-Stad werd vernietigd door het Israëlische leger.

Deze opschorting zou eveneens in lijn liggen met de VLIR-beslissing om alle institutionele samenwerking met Russische universiteiten die de Russische invasie in Oekraïne steunden, stop te zetten.

Tot slot: 4. vragen we dat de VLIR een interuniversitaire werkgroep rond de kwestie van ‘educide’ opricht die een grondiger onderzoek kan uitvoeren naar de omvang de huidige vernietiging van het onderwijssysteem in Palestina.

De publicatie van de bevindingen van deze werkgroep kan ook het debat over educide met onze Europese partners ten goede komen en onze democratische vertegenwoordigers op het Belgisch en Europese niveau in staat stellen de kwestie van educide op hun respectievelijke beleidsniveaus aan te kaarten.

In een Opiniestuk benadrukte VUB-rector en huidig voorzitter van de VLIR, Jan Danckaert, dat universiteiten niet neutraal moeten of kunnen zijn: “Een universiteit is de facto toegewijd aan het publieke welzijn, aan de democratie en aan de rechten van de mens”.

Universiteiten moeten volgens de VUB rector vooral objectief zijn, naar de feiten kijken en de rapporten en bevindingen van internationale instellingen zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties serieus nemen.

In het licht van de recente uitspraak van het Internationaal Gerechtshof en in het licht van de feiten die een instelling als de VN aanhoudend documenteert, samen met vele andere kennisinstellingen en mensenrechtenorganisaties, dringen wij, als ondertekenaars van deze brief, er bij de VLIR op aan om te handelen volgens haar eigen principes en in lijn met haar eerder aangegane engagementen.

 

Enkele van de ondertekenaars: prof. Eva Brems (Ugent); prof. Sami Zemni (Ugent); prof. Nadia Fadil (KUL); prof. Marleen Temmerman (Ugent); prof. Marc Van Ranst (KUL); prof. Itamar Shachar (UHasselt); prof. Gert Van Hecken (UA); prof. Koen Bogaert (Ugent); prof. Gita Deneckere (Ugent); prof. Lieven De Cauter (KUL); prof. Tomaso Ferrando (UA); prof. Ilke Adam (VUB); prof. Karel Arnaut (KUL); prof. Lena Imeraj (VUB); prof. Carine Defoort (KUL); prof. Thomas Van Riet (KUL); prof. Iman Lechkar (VUB); prof. Christopher Parker (Ugent); prof. Jan Orbie (Ugent); prof. Tijl De Bie (Ugent); Dr. Brigitte Herremans (Ugent); Jihane Sliti (VUB); Maha Abdallah (UA); Fayrouz Yousfi (Ugent); Jouke Huijzer (VUB); Lander Govaerts (VUB); Sara Weschler (Ugent)

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!