Akkoord over klimaatmigratie tussen Australië en Tuvalu: mijlpaal voor mensen in de Stille Oceaan

Australië heeft een verdrag getekend met het eilandstaatje Tuvalu om klimaatvluchtelingen op te vangen. Dat is een mijlpaal, schrijft Jane McAdam, aan de Universiteit van Oxford. Het kan een begin zijn van bredere akkoorden in de regio.

dinsdag 14 november 2023 15:13
Spread the love

Al jarenlang dring ik er bij de Australische regering – en andere regeringen – op aan om hun verantwoordelijkheid te nemen bij hulp aan de gemeenschappen in de Pacific die getroffen zijn door de klimaatverandering en rampen.

Onze regio krijgt nu al te maken met enkele van de meest drastische gevolgen van de klimaatverandering. De gemeenschappen in de Stille Oceaan tonen een enorme innovatie en veerkracht, maar aanvullende steun en samenwerking zijn nodig –  dat is een kwestie van internationale solidariteit en klimaatrechtvaardigheid.

Eén manier om hulp te bieden is migratietrajecten creëren voor mensen die willen verhuizen. Het recente Pacific Engagement Visa van Australië is daar een voorbeeld van, dat jaarlijks tot drieduizend werknemers en hun gezinnen uit de Stille Oceaan en Oost-Timor toelaat om permanent naar Australië te migreren.

Maar de aankondiging deze week van het verdrag tussen Australië en Tuvalu is echt baanbrekend. Volgens de deal zal Australië migratieroutes bieden voor mensen uit Tuvalu die worden geconfronteerd met de existentiële dreiging van klimaatverandering. Het is de eerste bilaterale overeenkomst over klimaatmobiliteit ter wereld.

Hoe werkt het?

Het verdrag is gebaseerd op de principes van “nabuurschap, zorg en wederzijds respect.” Het is het gevolg van een vraag van Tuvalu aan Australië.

Volgens de Australische premier Anthony Albanese hebben “ontwikkelde landen de verantwoordelijkheid om hulp te bieden” aan landen als Tuvalu, die diep getroffen worden door de klimaatverandering.

Australië zal onder het verdrag een speciale visumregeling implementeren om Tuvaluanen in staat te stellen in Australië te werken, te studeren en te wonen. Het is geen vluchtelingenvisum, maar zal jaarlijks wel tot 280 Tuvaluanen (op een bevolking van ongeveer 11.200) de mogelijkheid geven om naar Australië te migreren – vermoedelijk op permanente basis.

Ze zullen toegang krijgen tot Australisch onderwijs, gezondheidszorg, inkomen en gezinsondersteuning. Het is een welkome ontwikkeling die mensen zowel juridische als psychologische zekerheid biedt. Na de al lang bestaande “beloften” dat Australië niet aan de kant zou blijven staan omdat rampen de Stille Oceaan blijven treffen, biedt dit programma de langverwachte veiligheid waar velen naar verlangd hebben.

Breder dan arbeid

Tot nog toe waren de meeste visumprogramma’s voor de Stille Oceaan in Australië gekoppeld aan arbeidsmobiliteit en er werd nooit specifiek naar de klimaatverandering verwezen. De nieuwe maatregelen van deze week daarentegen zijn bewust ingekaderd in de context van de klimaatverandering en zijn bovendien niet louter gebonden aan werk.

Het valt nog te bezien hoe ver de speciale visa zullen reiken. Naast “werken” en “studie” zegt het verdrag dat Tuvaluanen ook naar Australië kunnen komen om “te wonen”. Dat impliceert dat het visum mogelijk een humanitair traject kan bieden voor mensen die willen – of moeten – verhuizen. En ook ouderen – die niet in aanmerking komen voor de bestaande arbeidsmigratieprogramma’s – zouden onder het nieuwe verdrag kunnen verhuizen.

Maar ondanks de bedreigingen van de klimaatcrisis willen de meeste mensen in de Stille Oceaan hun huizen niet verlaten. Ontheemd raken van huis is een van de grootste vormen van cultureel, sociaal en economisch verlies, en het leidt vaak tot intergenerationeel trauma.

Het verdrag erkent de “diepe, voorouderlijke banden van de Tuvaluanen met land en zee”, en belooft dat Australië met Tuvalu zal samenwerken om mensen te helpen “veilig en waardig in hun huizen te blijven”.

Tegelijkertijd willen mensen weten dat ze veilige mogelijkheden hebben om te verhuizen als dat nodig is – met waardigheid en keuzevrijheid.

Hoe nieuw is het verdrag?

Er bestaan al andere programma’s voor de mobiliteit in de Stille Oceaan, maar dit is het eerste dat specifiek kadert in de context van de klimaatverandering. Het werkt ook anders dan de regelingen die door Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten zijn geïmplementeerd.

Mensen uit Niue, Tokelau en de Cook Eilanden bijvoorbeeld worden al beschouwd als onderdeel van het Nieuw-Zeelandse “rijk” en dus als staatsburgers, en zo hebben ze het recht om naar Nieuw-Zeeland te verhuizen als ze dat willen.

Nieuw-Zeeland heeft ook al lange tijd de visumcategorie “Pacific Access” en het Samoa-quotavisum, waardoor zo’n 2.400 mensen per jaar permanent naar Nieuw-Zeeland konden verhuizen.

De Verenigde Staten hebben ondertussen overeenkomsten voor vrije associatie met de Marshalleilanden, Micronesië en Palau, waardoor inwoners visumvrij de VS kunnen binnenkomen en daar voor onbepaalde tijd kunnen wonen en werken. Maar zij hebben geen toegang tot veel uitkeringen en kunnen makkelijk door de mazen van het net vallen.

En vorig jaar kondigde Argentinië een speciaal humanitair visum aan voor mensen die als gevolg van rampen uit 23 landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied ontheemd zijn geraakt. Maar in tegenstelling tot het verdrag tussen Australië en Tuvalu, dat migratie mogelijk maakt in afwachting van klimaatgerelateerde rampen, is toegang tot het Argentijnse programma alleen beschikbaar nadat mensen al uit hun huis zijn verjaagd. Tot nog toe heeft nog niemand van de regeling gebruik gemaakt.

Regeringen in de Stille Oceaan dienen al twintig jaar verzoeken in voor speciale visumtrajecten of verhuizing naar Australië voor hun burgers.

In 2019 stelde voormalig premier Kevin Rudd voor dat Australië mensen uit Tuvalu en andere landen in de Stille Oceaan zou accepteren vanwege de verwachte klimaateffecten – maar wel in ruil voor “hun territoriale zeeën, hun uitgestrekte exclusieve economische zones, inclusief hun kostbare visserijzones.”

Het voorstel werd afgeschoten door de toenmalige premier van Tuvalu, Enele Sopoaga, die het “imperiaal denken” noemde.

Wat volgt?

Vorige week hebben de leiders van de Pacific hun goedkeuring gegeven aan een wereldwijd kader voor klimaatmobiliteit, dat ondanks de aankondiging tussen Australië en Tuvalu relatief onopgemerkt is gebleven.

Ik had het voorrecht om met regeringen en gemeenschappen in de Stille Oceaan te mogen samenwerken en te overleggen om de eerste versies van het raamwerk op te stellen. Hopelijk zal het inspireren tot verdere visumregelingen en andere concrete mobiliteitsmechanismen om ervoor te zorgen dat de mensen in de Stille Oceaan over waardige routes beschikken om te verhuizen wanneer zij dat willen, maak ook ondersteuning en hulp waar mogelijk om te kunnen blijven.

Eerder dit jaar stelde de Samoaanse premier Fiame Naomi Mata’afa voor om de Pacific een entiteit naar Europees model te vormen, “gebaseerd op samenwerking en inegratie”, dat vrij verkeer in de hele regio zou mogelijk zou maken. Dat lijkt op een gelijkaardig akkoord dat leiders in Oost-Afrika hebben bereikt en mensen in de regio de mogelijkheid geeft om grenzen over te steken bij rampen.

Hoewel zo’n akkoord nog veraf is in de Stille Oceaan, kan het akkoord tussen Australië en Tuvalu het pad helpen effenen voor gelijkaardig akkoorden in de regio, en uiteindelijk een breder verband. Als het zover komt, moeten de keuze, vrijheid en de waardigheid van de getroffen mensen centraal staan.

Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!