Sociale stratificatie. Foto: Parti ouvrier belge (POB), Wikimedia Commons / CC0 1.0
Opinie - Tuur Viaene

Democratie en het Verhaal van Vlaanderen

In een aflevering van het Verhaal van Vlaanderen kijkt Tom Waes kritisch terug op de miserabele omstandigheden tijdens de industriële revolutie. De reden: de werkende bevolking werd niet vertegenwoordigd in het parlement omwille van het cijnskiesstelsel. Maar, is het nu zoveel beter?

donderdag 2 maart 2023 16:46
Spread the love

 

Verschrikkelijke leefomstandigheden

Een vol lesuur besteede Tom Waes eraan in zijn ‘Verhaal van Vlaanderen’: de Industriële Revolutie, gevolgd door de sociale stadsproblemen, gevolgd door de sociale strijd.

Op een voetbalveld werden de plattegronden van de kleine huisjes van een Gents beluik gekalkt. Figuranten namen plaats in elke rechthoek om weer te geven hoeveel arbeiders er in die tijd samentroepten op een stukje land ter grote van een zakkendoek. De future -Tom Waes krabt zich achter de oren bij hedendaagse appartementsblokken, schiet me door het hoofd.

Dat, samen met het naspelen van een arbeidster die door die slechte levensomstandigheden leed aan cholera of TBC, of beiden, en daarbij haar eenkamerwoning onderkotste, toonde aan dat de bevolking leed tijdens de eerste eeuw van de industrialisatie.

Hoe komt het dat er lange tijd zo vreselijk weinig gedaan werd aan die abominabele arbeids- en leefomstandigheden?

Luttele seconden later stelt Tom Waes zich de vraag hoe het juist komt dat er lange tijd zo vreselijk weinig aan die abominabele arbeids- en leefomstandigheden gedaan werd. Exact die vraag staat ook in de cursus geschiedenis die ik geef aan de vijfdejaars.

Geen arbeiders in het parlement

Tom Waes slaat er ter verklaring een schilderij van de leden het parlement (de Kamer) op na en gaat het rijtje af: “Hier hebben we een fabrieksbaas, hier een rijke bankier en daar een graaf. Er zit niet één arbeider of arbeidster in het parlement!”

In mijn les doe ik vaak iets gelijkaardigs. Verder legt hij mooi uit dat dit aan het cijnskiesrecht te wijten is. Enkel rijke mensen die veel belastingen (cijns) betaalden mochten toen stemmen.

Federaal parlement. Foto: DenisDDN, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

Ik weet niet wat we daar vandaag het vreemdst aan vinden: dat enkel mensen die rijk zijn mochten stemmen of dat rijke mensen toen belastingen betaalden? Wat het ook zij, ik zou het niet beter kunnen uitleggen. Toch blijft er iets op de maag liggen. In combinatie met het gekokhals van de choleralijder moet het er toch even uit.

“Toen zat er zelfs geen enkele arbeider in het parlement!” Laat dit zinnetje even bezinken. Op het eerste zicht onschuldig, maar vergis je niet sluipend gif is ook gif. Want laat ons eens kijken of we het nu zoveel beter doen dan toen.

Zijn de tien minst betaalde beroepen gaande van obers, kassiers, verkopers, koks tot -jawel- ongeschoolde arbeiders nu wel vertegenwoordigd in het parlement? Voor sommige een retorische vraag want vandaag vinden we het soms vanzelfsprekend dat autowassers en bedieners van houtmachines niet in het parlement zetelen.

Zijn de tien minst betaalde beroepen nu wel vertegenwoordigd in het parlement?

Op een of andere manier vinden we het nu logisch dat ruim 20 procent van de bevolking nauwelijks vertegenwoordigd wordt in het parlement. En het is eigenlijk nog veel straffer dan dat, want zelfs op gemeentelijk niveau is het op de meeste lijsten met een vergrootglas zoeken naar iemand uit die beroepen die zelfs maar op een lijst gaat staan.

Blijkbaar wordt ervan uitgegaan dat wie minder verdient onbekwaam is om een politiek mandaat op te nemen. Dat is niet meer of minder dan discriminatie.

De uitzondering die …

Pas op, er zijn uitzonderingen. Kapper/ondernemer Francesco Vanderjeugd is nog steeds een rijzende ster bij Open-VLD maar zetelt niet meer in een parlement. Ondanks zijn enorme populariteit werd hij bij de laatste Vlaamse verkiezingen naar de 4de plaats op de lijst verwezen door de misnoegde advocate Mercedes van Volcem.

Francesco haalde ‘op zijn sokken’ meer voorkeurstemmen dan de nummers 2 en 3.

Meyrame Kitir. Foto: DenisDDN, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

Bekender is Meyrame Kitir die het van de Genkse Ford-fabriek tot minister van Ontwikkelinssamenwerking schopte. Een succesverhaal zonder weerga. Tot het spaak loopt op haar kabinet en de oppositie haar lyncht.

Niet door een leugen van Kitir, niet door wangedrag van Kitir (of misschien wangedrag binnen het kabinet maar dat kwam niet naar buiten), niet door een duidelijke fout van Kitir. Neen, bij een ex-arbeidster volstaat het gewoon te zeggen dat ze onbekwaam is. Dat is eenvoudiger want je hoeft het niet meer te bewijzen. Iedereen gaat daar toch al van uit.

Maar ook het (centrum-) rechtse NVA deed zijn duit in het zakje. In 2014 slaagde Bart Nevens er in om als arbeider een zitje in het Vlaams Parlement te veroveren. (Ondertussen zetelt hij niet langer in het parlement.) Op zijn website steekt hij de pluim op zijn hoed:

“Tot voor de verkiezingen van 2014 combineerde Bart zijn schepenambt met een baan als hersteller van centrale verwarming en sanitair bij een lokale kmo. Een uniek profiel dat hem dagelijks het voordeel biedt dat hij in tal van dossiers een technische voorsprong heeft. Bart is dan ook iemand die de mouwen steeds opstroopt en, gezegend met een dosis gezond boerenverstand, kiest voor pragmatische oplossingen.”

Volgens de website zit het unieke van zijn profiel hem in de technische kennis. In feite is het minstens zo uniek dat hij gewoon werknemer is, arbeider zelfs. Maar dat lijkt toch een beetje te wringen bij NVA. Aan de ene kant kan je er stemmen mee scoren.

Niet voor niets is het titeltje boven het citaat: ‘de enige arbeider in het Vlaams parlement.’ Aan de andere kant kan je er bij de NVA ook weer niet mee gaan koketteren want voor je het weet gaan mensen denken dat NVA opkomt voor werknemers of – god beware ons – voor arbeiders.

Maar politiek draait om stemmen ronselen. Bij een beroepsverleden dat aanzien oplevert, wordt dit op de partijwebsite breed uitgesmeerd. Kiezers moeten denken: wauw! wat een getalenteerde m/v, die is geschikt voor de job!

Politiek draait om stemmen ronselen

‘Gemiddelde beroepen’ worden doodgezwegen. Niemand stemt op iemand omdat de kandidaat gemiddeld is. En dan heb je natuurlijk de beroepen die minder goed betaald worden. Hier wordt het weer interessant om de job in de picture te zetten.

20 procent van het kiespubliek bestaat immers uit de beoefenaars van deze beroepen èn er zijn heel weinig kandidaten die een link hebben met die beroepen. Met andere woorden een kandidaat die zich kan opwerpen als vertegenwoordiger van die jobs, levert stemmen op.

Een echte uitzondering

Eén partij maakt hierop een uitzondering: de PVDA. Bij deze partij zijn de zogenaamd lagere beroepen geen schaamlapje om het onderbetaalde deel van de beroepsbevolking aan te snijden maar is het de corebusiness.

Deze partij maakt echt reclame met de ‘lagere’ beroepsachtergrond van hun volksvertegenwoordigers alsof het meteen ook hun grootste verwezenlijking is. Een beetje raar maar wel een welkome afwisseling.

Van hun twaalf federale vertegenwoordigers komt ongeveer twee derde uit een normaal of eerder laag betaald beroep: elektricien, museumwachter, arbeidster in een schoonmaakploeg, kassier… Om het met de woorden van de NVA-website te zeggen: “mensen die de mouwen opstropen en gezegend zijn met een dosis gezond boerenverstand”.

De Partij van de Arbeid zorgt er zo op eigen houtje voor dat die 20 procent minst betaalde jobs toch voor 6 procent aanwezig zijn in het federale parlement.

Vreemd dat we kritisch kijken naar het verleden van onze democratie maar de hedendaagse tekortkomingen niet zien

Vreemd toch – vanuit dit oogpunt – dat uitgerekend deze partij vaak als ondemocratisch wordt bestempeld. Maar vooral vreemd dat we zo kritisch kijken naar het verleden van onze democratie maar blijkbaar te dicht bij het schilderij staan om ook de hedendaagse tekortkomingen te zien?

Die vragen stelt Tom Waes niet, want dan wandelt de geschiedenis de actualiteit binnen en dat kan nu ook weer niet de bedoeling zijn op zondagavond.

 

Tuur Viaene is historicus en auteur van het boek Wegwerpmens. Lief en leed van een interimmer.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!