Foto: Tim Deschaumes/CC BY-SA 3:0
Opinie -

De holste vaten klinken het luidst: een onderbouwd antwoord op Maarten Boudry

De holste vaten klinken het luidst. Het wederkerend optreden van Maarten Boudry is daar het beste voorbeeld van. Toch mag dat er ons niet van weerhouden een onderbouwd antwoord te bieden.

vrijdag 20 januari 2023 14:28
Spread the love

 

Recent was Maarten Boudry nog maar eens te gast in ‘De Afspraak’ om te verkondigen dat ongelijkheid volgens hem moreel irrelevant is. Je kan daar over twee dingen zeggen.

Je kan zeggen: Boudry geeft als filosoof vorm aan het maatschappelijke debat over een van de grootste uitdagingen van onze tijd, maar hij doet dat tenenkrullend oppervlakkig. En dan kan je bedroefd zijn over het niveau van de filosofie die een podium krijgt in de media.

Of je kan zeggen: hij doet het tenenkrullend oppervlakkig, maar Boudry geeft als filosoof wel vorm aan het maatschappelijk debat over een van de grootste uitdagingen van onze tijd. En dan kan je proberen om dat maatschappelijk debat meer diepgang te geven door een onderbouwde kritiek te schrijven.

Dit is een poging om het tweede te doen.

En de toekomst wordt nog beter

In De Afspraak herkauwde Boudry voor de zoveelste keer het verhaal dat hij neerschreef in zijn boek ‘Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat’. Dat boek leest min of meer als een vertaling naar het Nederlands van Steven Pinkers bestseller ‘Enlightenment now’.

Het verhaal doet een beetje denken aan dat van Pangloss uit de roman ‘Candide ou l’optimisme’ van Voltaire (1). Pangloss was huisleraar op het kasteel van baron van Thunder-ten-Tronck en doceerde de metafisico-theologocosmo-goedgelovigologie en verkondigde dat we in de beste alles mogelijke werelden leven.

Once one dismisses the rest of all possible worlds, one finds that this is the best of all possible worlds

Once one dismisses the rest of all possible worlds, one finds that this is the best of all possible worlds”, zingt Pangloss in de opera die Bernstein op basis van het boek van Voltaire maakte. Tot nu toe, voegt Boudry daar pienter aan toe.

De centrale stelling van zowel Pinker als Boudry is dat we er met dank aan de menselijke ratio almaar op vooruit gaan. Hun boeken lijken wel een verzamelbundel van grafieken die alleen maar in een rechte lijn omhoog gaan. We leven  langer, worden rijker, gelukkiger, enzovoort. We leven in de beste wereld tot nu toe. En de toekomst wordt nog beter!

Samenvatting van ‘Enlightment now’ door antropoloog Elizabeth Marino (2)

Dat alles hebben we, zo legt Boudry uit, te danken aan een onwaarschijnlijk moment van schepping. Plots -Boudry schrijft letterlijk “door een speling van het lot”- ontdekte men de wetenschappelijke methode. Die gaat als volgt:

“Erken eerst dat je onwetend en feilbaar bent; verwerp vervolgens alle openbaringen, overleveringen en dogma’s; bedenk nieuwe ideëen en hypothesen; toets ze aan de werkelijkheid en aan kritiek van anderen; behoud voorlopig wat werkt en verwerp de rest; gebruik vervolgens de beste en meest beproefde kennis om de wereld te verbeteren. En tot slot: haal je nu niet in je hoofd dat je de waarheid in pacht hebt, maar begin de cyclus van voren af aan (3).”

Als je dit stappenplan toepast, krijg je volgens Boudry precies de wereld zoals we die vandaag kennen. “Als je er de samenleving mee inricht, dan krijg je liberale democratie. En als je het aanwendt om menselijke noden en behoeften op de meest efficiënte wijze te vervullen, dan krijg je vrijemarkteconomie.” Samengevat: kijk zonder dogma’s naar de wereld en zie dat het huidige systeem het enige logische systeem is.

Bloed aan de onzichtbare hand

Hierbij is het belangrijk om op te merken dat dit niet is hoe Verlichtingsdenkers zélf hun rol in de geschiedenis zagen. Adam Smith bijvoorbeeld, merkt ook David Wootton op, “beschouwde zijn eigen economische analyse eerder als reflectie van de vooruitgang dan als de oorzaak ervan (4).”

David A. Bell voegt daaraan toe dat het problematisch is om je eigen 21ste eeuwse waarden te projecteren op de intellectuele arena van de 18e eeuw in Europa. “Historici weten dat er in feite geen sprake was van een eenduidig, monolitisch Verlichtingsproject”, zo schrijft deze expert in de geschiedenis van het vroegmoderne Frankrijk aan de Princeton University (5).

Wat Boudry hoe dan ook wel met Adam Smith gemeen heeft, is dat ze een zekere blindheid vertonen voor de hoeveelheid dwang die nodig was om de zogenaamde vrije markt te laten floreren. Gemeenschappelijke gronden werden brutaal gestolen, boeren werden van hun land gedreven, werelddelen werden geplunderd en hele bevolkingsgroepen uitgeroeid of als slaven ingezet.

“Het kapitaal wordt geboren, van hoofd tot voeten uit alle poriën, druipend van bloed en vuil”

Waar Smith een idyllisch verhaal vertelt over ‘initiële accumulatie’ door hardwerkende mensen, noemt Karl Marx dit in het laatste hoofdstuk van ‘het Kapitaal’ primitieve accumulatie. “Het kapitaal”, schrijft Marx “wordt geboren, van hoofd tot voeten uit alle poriën, druipend van bloed en vuil (6).”

Er kleeft bloed aan de onzichtbare hand. Daarover zijn ondertussen boeken vol geschreven (7). Boudry ontkent ook niet dat er wel wat schaduwkanten zijn aan die zo formidabele Verlichting. Hij beschouwt ze echter als nevenkwalen, tijdelijke gebreken in de geschiedenis van de vooruitgang die “langzaam en geruisloos verloopt (8).”

En zo komen we bij Boudry zijn opmerkelijke opvattingen over ongelijkheid. Voor de meeste denkers uit de periode van de Verlichting was het duidelijk dat te grote ongelijkheid een ethisch probleem vormde. Omdat voor Smith, net als de meeste Verlichtingsdenkers, de rede ondergeschikt was aan de moraal, beschouwde hij, ‘de theorie over morele gevoelens’ als zijn belangrijkste werk.

“De geneigdheid om de rijken en machtigen de bewonderen en bijna te aanbidden en mensen in armoedige en nederige omstandigheden te verachten of op zijn minst te veronachtzamen”, schrijft hij in dat boek, “vormt de grootste en algemeenste oorzaak van de ontaarding van onze morele gevoelens (9).”

Boudry ziet dat enigszins anders. “Ongelijkheid”  schrijft hij, “is bij opiniemakers, academici en intellectuelen uitgegroeid tot een obsessie die helemaal niet in verhouding staat tot de omvang en ernst van het probleem (10).”

Er is volgens Boudry op zich helemaal niets mis met ongelijkheid. Though it seems a bloody curse it is a blessing in reverse”, zingt Pangloss. Het lijkt een grote vloek, het is een omgedraaide zegening, het is de motor van onze welvaart. Rijkdom, schrijft Boudry -ik verzin dit niet-, “is als een magische  taart die blijft groeien naarmate ze langer in de oven zit (11).”

Dat tal van studies erop dat te grote ongelijkheid geen motor, maar net een rem vormt voor economische groei, laat hij even buiten beschouwing (12).

Voor alles een uitleg

“Het is een feit”, zo vertelt Pangloss in de roman van Voltaire, “dat de dingen niet anders kunnen zijn dan zij zijn, want daar alles gemaakt is met een doel, is alles noodzakelijkerwijs gemaakt voor het beste doel. Merk op dat neuzen zijn geschapen om brillen te dragen; wij dragen dan ook een bril (13).” Op gelijkaardige wijze heeft Boudry voor alles een uitleg.

Noem een probleem en Boudry zal vlot argumenteren waarom het een spijtig maar noodzakelijk bijproduct is van de geweldige vooruitgang van het kapitalisme.

Noem een probleem en Boudry zal vlot argumenteren waarom het een spijtig maar noodzakelijk bijproduct is van de geweldige vooruitgang van het kapitalisme. Ik reageerde eerder al  uitgebreid op de manier waarop Boudry de ecologische crisis minimaliseert, maar Boudry is natuurlijk van alle markten thuis.

Slavernij? Ja, de leiders van die tijd, zo schrijft Boudry, “wisten ook dat slavernij haaks stond op de grondbeginselen van de Verlichting, maar ze vonden dat er voor de afschaffing van de slavernij gewoon nog geen draagvlak bestond (14).”

Het riedeltje over draagvlak gaat al heel lang mee, zo blijkt. Sorry meneer, het is niet dat ik je graag wil onderwerpen en tot slaaf maken. Het is gewoon dat er voor een normale menselijke omgang momenteel nog geen draagvlak bestaat.

Of het misschien toch niet ook iets te maken zou kunnen hebben met racisme? Misschien wel, repliceert Boudry, maar “als je de hele wereld aftroeft” is het nu eenmaal “nogal verleidelijk om het hoog in je bol te krijgen (15).”

Als jij wint met een spelletje monopoly heb je toch ook de neiging om je wat arroganter te gaan gedragen, niet? “In een poging om hun superioriteit te verklaren,” schrijft Boudry, “maakten vele Europese denkers een cruciale denkfout: ze dachten dat het iets te maken had met bloed en bodem (16).”

Niet de ongelijke machtsverhouding op zich is volgens Boudry het probleem. Integendeel, dat het Westen -omwille van die fameuze speling van het lot- superieur is, is zijn uitgangspunt. Racisme is niets meer of minder dan ‘een denkfout’.

De oplossing is dus ook eenvoudig: vervang de geladen woorden ‘ras’, ‘bloed’ en ‘bodem’ door de meer politiek correcte woorden ‘cultuur’, Verlichting’, ‘beschaving’. “Als je de wereldkaart maakt van raciale tolerantie”, zo schrijft Boudry, “zie je dat westerse landen, over de hele wereld zowat de laagste graad van racisme vertonen (17).” Vrij vertaald: onze Verlichte cultuur is op vlak van racisme superieur (18).

Cijfers spreken niet

Boudry stelt zijn optimistische kijk op de geschiedenis graag voor als ‘rationeel’, de enige wetenschappelijke visie tegenover het ‘ideologische’ doemdenken. Zijn standpunt zou rechtstreeks volgen uit ‘de feiten’. Hij zou ‘de cijfers’ voor zich laten spreken. Dat is een erg naïef standpunt. Cijfers spreken niet. De realiteit bestaat niet uit losstaande feiten, laat staan cijfers, maar is een complex amalgaam van met elkaar verbonden processen.

Er bestaat niet zoiets als een onbemiddelde toegang tot de volledige realiteit. Elke weergave van de realiteit houdt noodzakelijk een reductie en dus ook een verhouding tot die realiteit in.

Boudry gedraagt zich als een goudvis die het water in zijn vissenkom niet ziet.

Dat betekent niet dat er geen gedeelde realiteit is waaraan weergaves getoetst kunnen worden, maar de filosofische lichtheid van de veronderstelling dat die realiteit eenduidig in enkele grafieken gevat kan worden, maakt dat Boudry bijzonder onkritisch omgaat met zijn eigen cijfermateriaal. Blind voor zijn eigen ideologisch gekleurde bril gedraagt hij zich als een goudvis die het water in zijn vissenkom niet ziet.

Neem bijvoorbeeld de claim dat de extreme armoede in de afgelopen twee decennia meer dan gehalveerd zou zijn (19). Meer dan 1 miljard mensen zouden tussen 1990 en 2015  uit extreme armoede gehaald zijn.28 Dat deze daling zowat volledig op het conto te schrijven is van China, een land dat weinigen als het typevoorbeeld van een kapitalistische vrije markteconomie zouden beschouwen, laat Boudry buiten beschouwing, maar tot daar aan toe.

Fundamenteler nog is dat de claim steunt op een armoedegrens van $1.25 per dag. Die grens volgt niet rechtstreeks uit ‘de feiten’, ze is arbitrair. Het absolute minimum om te kunnen eten en een normale levensverwachting te hebben, is $5 per dag, zo stelt het VN-agentschap van Handel en Ontwikkeling.

Als je de grens van $5 hanteert, blijkt de extreme armoede helemaal niet gedaald maar gestegen.

Als je de grens van $5 hanteert, blijkt de extreme armoede helemaal niet gedaald maar gestegen. Vandaag leven meer dan vier miljard mensen met minder dan $5 per dag, duidelijk méér dan twee decennia geleden. En dan maakt het meten van armoede in termen van monetair inkomen nog abstractie van het dalende niet-monetaire inkomen en de groeiende afhankelijkheid van arme families van de markt (20).

Jason Hickel (2016) The true extent of global poverty and hunger: questioning the good news narrative of the Millennium Development Goals, Third World Quarterly, 37:5, 749-767, DOI: 10.1080/01436597.2015.1109439

O ja, natuurlijk is ongelijkheid niet moreel irrelevant, trouwens. Als er nu iets belangrijk is wanneer we spreken over moraliteit is het toch dat we nooit zomaar uit wat gegeven is kan volgen wat zou moeten. Bepalen wat relevant is, daar hebben we, zou ik zo denken, geen tv-filosoof voor nodig. Dat doen we zelf wel. Het is trouwens ook democratisch en op nog wel wat andere vlakken relevant, maar dat nu even geheel terzijde.

De holste vaten klinken het luidst

De eerste reactie die ik kreeg toen ik me voornam om dit te schrijven was dat het omwille van de oppervlakkigheid van Bourdy’s zijn denken, tijdverspilling is om me erin te  verdiepen. Ik geef toe dat ook ik liever échte fictie lees, maar wat abstract genomen vanuit het standpunt van de historische ontwikkeling van het denken volstrekt irrelevant is, kan in de momentopname van het hier en nu een concrete impact hebben op de ontwikkeling van de maatschappij.

Zij die het voor het zeggen hebben, hebben niets te zeggen en zij die iets te zeggen hebben, hebben het niet voor het zeggen.

Zij die het voor het zeggen hebben, hebben niets te zeggen en zij die iets te zeggen hebben, hebben het niet voor het zeggen. De holste vaten klinken het luidst, dat is de tragedie waaruit voor mij de noodzaak volgt om dit neer te schrijven. Boudry is ons taalgebied één van de grootste verdedigers van het huidige systeem. Hij formuleert argumenten die wijd verspreid raken en ook worden overgenomen door partijen zoals N-VA en open VLD.

Iemand moest het doen, vond ik, omdat anders niemand het doet. Ik besloot het dus maar zelf te proberen.

 

Notes:

  1. Voltaire, (Amsterdan: Arbeiderspers, 1975).
  2. Elizatbeth Marino, “Challenging the New Colonialism, and Celebrating the (Almost) Eradication of Polio: An Anthropological Response to Steven Pinker’s Enlightenment Now”, Antrodendum, 17 maart 2018, shorturl.at/qsBMY.
  3. Maarten Boudry, Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat(Kalmthout: Polis, 2019), p.11.
  4. David Wootton, “Comfort History, David Wootton asks: can things really only get better?”, The Times Literary Supplement, nr 5994, 16 february 16, 2018, https://www.the-tls.co.uk/articles/comfort-history-enlightenment-now/.
  5. David A. Bell noemt Steven Pinker dan ook heel treffend ‘de powerpoint filosoof’ in: David A. Bell, “The PowerPoint Philosophe, Waiting for Steven Pinker’s enlightenment”, The Nation,, 7 maart 2018, https://www.thenation.com/article/archive/waiting-for-steven-pinkers-enlightenment/.
  6. Karl Marx, Het Kapitaal (Amsterdam: Boom, 2010), p.713.
  7. Zie onder andere Sven Beckert’s Empire of Cotton, Ellen Wood’s The Origin of Capitalism: A Longer View, Mike Davis’s Late Victorian Holocausts, Adam Hochschild’s King Leopold’s Ghost of Karl Polanyi’s The Great Transformation.
  8. Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat, p.32.
  9. Adam Smith, De theorie over morele gevoelens (Amsterdam: Boom, 2020), p.113
  10. Hij werd daarin bijgetreden door te Gwendolyn Rutten, toenmalig voorzitter van open VLD. Gwendolyne Rutten, “Er is op zich niets mis met ongelijkheid”, De Morgen, 6 juni 2016, shorturl.at/mwMNU.
  11. Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat, p.120.
  12. Cingano, F. (2014), “Trends in Income Inequality and its Impact on Economic Growth”, OECD Social, Employment and Migration Working Papers, No. 163, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/5jxrjncwxv6j-en.
  13. Voltaire, Candide of het optimisme, (Amsterdan: Arbeiderspers, 1975), p.8.
  14. Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat, p.120.
  15. Ibid., p.75.
  16. Ibid.
  17. Ibid., p.83.
  18. Deze vrije vertaling is minder vergezocht dan het lijkt. Nog niet zo lang geleden verklaarde Gwendolyn Rutten, de toenmalige voorzitter van open VLD nog: “onze manier van leven is superieur aan alle anderen.” Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2017/04/22/gwendolyn_ruttenonzemaniervanlevenissuperieuraanalleandere-1-2958166/.
  19. Boudry maakt deze claim in ‘Waarom ons klimaat niet naar de knoppen gaat’ op p.7.
  20. Een meer uitgebreide bespreking van waarom het verkeerd is om te zeggen dat de extreme armoede afneemt: Jason Hickel, “Bill Gates says poverty is decreasing. He couldn’t be more wrong”, The Guardian, 29 januari 2019, https://www.theguardian.com/commentisfree/2019/jan/29/bill-gates-davos-global-poverty-infographic-neoliberal.

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!