Elke krant of weekblad heeft zijn katern 'Economie'. Een vaste bijlage 'Ecologie' daarentegen... Foto: Marco Verch/CC BY-SA 2:0
Opinie -

Recessie als godsgeschenk? Over de fatale gespletenheid tussen economie en ecologie

Het besef lijkt maar niet door te dringen dat economie en ecologie heel sterk met elkaar verbonden zijn. Ongelimiteerde groei leidt noodzakelijk tot een ecologische catastrofe. Als we geen einde maken aan de hypnose van het kapitalisme lopen we als slaapwandelaars met open ogen naar onze ondergang. De huidige crisis is een uitstekende gelegenheid om het tij te keren.

zaterdag 15 oktober 2022 13:43
Spread the love

 

Het blijft verbazen dat wij met z’n allen bezorgd zijn over de toekomst van de planeet en tegelijk zonder verpinken ook bezorgd zijn, nog veel bezorgder, over de recessie.

Die twee zijn namelijk tegengesteld: een recessie is een stokken van de groei, een krimp in de groei, de ecologische catastrofe is het gevolg van het niet respecteren van de waarschuwing dat er grenzen zijn aan de groei, dat eeuwige groei in een eindig systeem met noodzaak tot een ecologische catastrofe leidt.

Het was – u hebt het al geraden – de titel van het beroemde rapport aan de club van Rome uit 1972, ‘Limits to Growth’. 50 jaar later hebben we de boodschap nog altijd niet begrepen. We denken met z’n allen nog altijd in zeer gescheiden hokjes. Of het gaat over ecologie, en daar besteden de media intussen veel aandacht aan, gelukkig, of het gaat over economie, maar zelden of nooit over beide tegelijk.

Het is verbazingwekkend dat het ene op een systematische manier los wordt gezien van het andere. Krantenartikelen over ecologie hebben het niet over groei en artikels over economie – en dat is alles goed en wel beschouwd over groei of recessie – reppen met geen woord over ecologie. De economen en de economiejournalisten hebben blijkbaar nog altijd niet begrepen dat eeuwige groei in een eindig systeem niet kan.

Het blijft verbazen dat wij bezorgd zijn over de toekomst van de planeet en tegelijk zonder verpinken nog veel bezorgder zijn over de recessie.

Groene groei?

Dat is een praatje voor de vaak. Daar zijn al vele boeken over geschreven, maar het komt maar niet aan. Kate Raworth, de uitvindster van de Doughnut Economics mag wel eens een interviewtje krijgen en onder algemeen goedkeurend gemompel stellen dat we binnen de grenzen van de planeet moeten blijven (de buitenste cirkel van de donut) en boven de grenzen van de armoede en ongelijkheid (de binnenste cirkel).

Maar dan is het wel goed geweest, de volgende dag, of zelfs in dezelfde editie, gaan we weer over tot de orde van de dag en naar de beurskoersen, die enkel en alleen gaan over groei, erger nog: over toekomstige groei. Ons wereldsysteem is nog verslaafder aan groei dan aan fossiele brandstoffen. En de economen en de media weerspiegelen – ongewild en ongeweten? – deze verslaving.

Deze schizofrenie of psychologische incongruentie is des te merkwaardiger gezien de bewijzen dat het niet lukt, niet kan lukken en niet zal lukken, om met ons systeem van eeuwige groei binnen de grenzen van het ecosysteem te blijven, zich intussen torenhoog opstapelen: bosbranden, droogtes, overstromingen, orkanen, watertekorten en verwoestijning, met massale migraties tot gevolg, en ga zo maar door, maar ook grondstoftekorten, brandstofcrisissen, onhoudbare ongelijkheid, etc.

De gele hesjes hebben ons met de neus op die diepe contradictie in ons systeem gedrukt: ‘la fin du monde’ versus ‘la fin du mois’. Alleen als we het einde van de maand voor iedereen haalbaar maken, hebben we een kans om het einde van de wereld te vermijden.

De Grote Versnelling, het omhoogschieten sinds 1950 van alle grafieken op alle parameters, van bevolking tot toerisme, van CO2-uitstoot tot biosfeerdegradatie, heeft geleid tot een constellatie van in elkaar grijpende ecologische catastrofes.

Klimaatopwarming is helaas alleen maar de bekendste van die catastrofes, ‘de zesde massale uitsterving’ is minstens even dramatisch: dieren en planten sterven bij bosjes uit. We kunnen er niet omheen: Greta Thunberg heeft gelijk: Ons huis staat in brand’.

Nog pijnlijker formuleert het Jason Hickel: ‘We leven op een stervende planeet’. Je hoeft het boek van deze laatste, Minder is meer – Hoe degrowth de wereld zal redden niet per se gelezen te hebben – hoewel het een sterke aanrader is, zeker voor economiejournalisten – om te beseffen dat we af moeten van onze verslaving aan groei.

Economen en de economiejournalisten hebben nog altijd niet begrepen dat eeuwige groei in een eindig systeem niet kan.

De recessie zou een godsgeschenk moeten zijn om het daar over te hebben. Maar in de economiebladzijden is en blijft het: business as usual. Nochtans hadden de auteurs van het eerste rapport aan de Club van Rome gewaarschuwd dat het business-as-usual -model ons fataal zou worden.

Hoe een einde maken aan de schizofrenie in ons denken en doen? Hoe een einde maken aan de gespleten tong waarmee ook de media spreken? Misschien moet eerst een fundamenteel taboe sneuvelen, misschien moet de olifant in de kamer bij de naam genoemd worden: kapitalisme.

Het is de naam van ons wereldsysteem dat al vijf eeuwen verslaafd is aan groei, niet kan zonder groei. Wanneer de klimaatspijbelaars scanderen: ‘SYSTEM CHANGE, NOT CLIMATE CHANGE’ gaat het daarover.

Misschien is dat meteen ook een verklaring voor het feit dat het merendeel van de economen en economiejournalisten, gepokt en gemazeld als ze zijn in de radertjes van het kapitalisme en voor het overgrote deel ook diepgelovig in de weldaden ervan, stekeblind en potdoof blijven voor de alarmsignalen van de aan de gang zijnde ecologische catastrofes.

We moeten een einde maken aan de hypnose van het kapitalisme, anders lopen we als slaapwandelaars met open ogen naar onze ondergang.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!