Foto: Kaoutar
Opinie - and

Wees die één persoon

maandag 8 juni 2020 16:23
Spread the love

 

Ik ben een Belg. Ik ben geboren in België en dat maakt mij een Belg. Simpel.
En toch voel ik me geen Belg.
Ik ging naar de kleuterklas, de lagere school en het middelbaar in België. Ik spreek uiteraard Nederlands. Op mijn vijftiende ging ik een studentenjob doen.
Klinkt herkenbaar, toch? Dit is wat Belgen doen.
En toch voel ik me geen Belg.
Ik ben blijkbaar ‘anders’.

In het middelbaar ben ik begonnen met het dragen van een hoofddoek. Ik was nog jong, maar stond stevig achter mijn keuze. Ik was klaar voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Het was tijd voor de nieuwe Kaoutar. Ik had niet gerekend op de reacties die ik kreeg. Leerkrachten die dachten dat ik gedwongen werd door mijn ouders (niets was minder waar, mijn ouders waren er niet voor) en hierover in gesprek gingen met mij. Opnieuw toen ik na een middagpauze buiten school vergat mijn hoofddoek af te doen: ‘Gaat het met je?’ ‘Hoe gaat het thuis’? ‘Je hebt je hoofddoek aan?’ ‘Word je verplicht?’

De leerkrachten waren duidelijk bezorgd. Maar hoe kon een hoofddoek zo veel bezorgdheid opwekken? En waarom zag niemand het als iets positiefs? Er was geen enkel persoon die me iets positief vertelde over mijn hoofddoek, geen enkel persoon die me vroeg waarom ik mijn hijab droeg. Er zat immers een verhaal achter.

Na mijn middelbaar kon ik gaan werken. Ik zou de mindere periode achter me laten en mijn leven kon beginnen. Ik ging eindelijk mezelf kunnen zijn.

Op mijn eerste job, in een grote keten, werd gevraagd om mijn hoofddoek af te doen. De klanten zouden schrik kunnen krijgen en wegblijven. Ik begreep het ergens wel (raar toch), maar voelde me ook aan de kant geschoven omwille van wie ik ben, omwille van mijn identiteit, omwille van mijn zijn.

Na deze job solliciteerde ik verder. Maar mijn hoofddoek bleef voor problemen zorgen; ik bleef deuren in mijn gezicht krijgen.

Toen zag ik een vacature die me echt enorm interesseerde. Omdat mijn hoofddoek zo moeilijk lag, ging ik solliciteren zonder. Het was een goed gesprek. Tot helemaal op het einde. ‘Of hij nog een laatste vraag mocht stellen?’ Onmiddellijk dacht ik aan mijn hoofddoek. Hij heeft mij gezien met mijn hoofddoek, hij gaat vragen of ik hem wil afdoen, of alleen in het magazijn wil werken, zodat mensen mijn hoofddoek niet zien, ik ga hem geruststellen en zeggen dat ik mijn hoofddoek wel afdoe, ik zal zeggen dat ik daar geen probleem mee heb, dat ik mijn hoofddoek niet de hele tijd hoef te dragen …

Hoofddoek, hoofddoek, hoofddoek … het was het enige dat door mijn hoofd raasde.

Terwijl de man het gesprek alleen maar wilde beëindigen met de vraag ‘zeg mij eens waarom ik je zou aannemen’? Met veel enthousiasme antwoordde ik op de vraag. Want het ging niet over mijn hoofddoek. Hoe kon het ook, voor hem was ik niet de Kaoutar mét hoofddoek. Ik was niet ‘anders’.

Ik kreeg de job, maar uiteindelijk bleek dat ik mijn hijab toch niet mocht dragen. Opnieuw een teleurstelling, opnieuw een kwetsuur.

Het ging in mijn ogen al te ver dat ik mijn hoofddoek, mijn identiteit, moest afdoen om te bereiken wat ik wilde. Alsof mensen mij alleen maar willen of graag zien afkomen zonder hoofddoek. Alsof ik mét een hoofddoek niet gewoon Belg kan zijn.

Die hoofddoek zorgt ervoor dat ik niet als Belg gezien wordt. Niet door potentiële werkgevers, niet door de mensen op straat, maar ook niet door de politie. Mijn hoofddoek doet mensen zeggen “dat ik terug naar mijn land moet, daar kan ik die 24/24 dragen”. Maar ik ben hier geboren, dit is mijn thuisland.

Toen ik als 14-jarige aangifte deed van een verloren identiteitskaart, kreeg ik van de politieagent herhaaldelijk de vraag ‘wat mijn nationaliteit was’. ‘Belg’ was blijkbaar een verkeerd antwoord, want ze bleef de vraag herhalen. Ze rolde met haar ogen en zei: “Het is niet omdat je hier woont dat je een Belg bent, dus zeg me waar je bent geboren.”

Voor haar was ik een Marokkaans meisje met een hoofddoek. Ook al was ik geboren op 22 januari 1997 in Lokeren, in het ziekenhuis iets verderop, in kamer 9. Op dat moment werd het duidelijk dat ik ‘anders’ ben. Ik voelde me leeg. Omdat ik dacht dat ik hier te veel was. Geboren of niet, ik zal nooit een Belg zijn en ik zal er nooit bijhoren.

Het stopt ook niet met ouder worden. Als 19-jarige had ik een zware dag achter de rug, ik keek uit om rustig in de trein te zitten, even mijn ogen te sluiten en legde mijn voet even op de andere stoel. Ik kwam aan in Lokeren en stond op om af te stappen. De treinbegeleidster hield me tegen en vroeg naar mijn treinbiljet. Ik zocht het in mijn tas en gaf mee dat ik deze halte zeker diende te halen. Een antwoord kreeg ik niet. Wel dit: “Wil je uw voeten eens van onze stoelen vegen …”. Ik was verbaasd, ik begreep het niet goed. Ik draaide me om en klopte mijn handen op de stoel. “Mag dat, als moslima?” zei ze met een machtige toon. Ik keek haar aan en besefte niet dat dit gebeurde.

Ze blokkeerde de middenweg en zei: “Jullie zullen altijd hetzelfde blijven …”. Ze keek met een indringende blik. En niet alleen zij keek naar mij. De hele wagon keek naar mij. Ik wist niet wat te doen. “Mag ik door a.u.b.”, zei ik met een trillende stem. Ze bleef staan en wilde me niet doorlaten ondanks dat ze wist dat ik mijn halte diende te halen. Ik kon uiteindelijk doorgaan door haar een lichte duw te geven, iets wat ik anders niet zou doen. Eénmaal van de trein kon ik wel door de grond zakken.

Zo’n ervaring was niet nieuw, dat had ik al eerder meegemaakt. Wat me het meeste pijn deed was hetgeen de anderen in de wagon deden: niets. Dit gebeurde in een overvolle trein, waar een persoon in functie een jong meisje van 19 jaar racistisch uitmaakte, de weg blokkeerde en niet liet gaan. Er was geen enkele persoon die tussenkwam, die me hielp, die rechtstond.

Niemand.

Mijn gevoel was onbeschrijfelijk.
Eén persoon.
Eén persoon was voldoende.
Al was het maar met één woord.
Eén persoon die reageert kan me opnieuw waardevol doen voelen. Kan me laten voelen dat ik erbij hoor. Dat ik niet anders ben.
Eén persoon.

Dus alsjeblieft. Grijp in, laat niemand zich alleen en machteloos voelen. Want zonder dat je het weet, kan jij iemands dag maken. Kan jij een moment maken dat ze nooit zullen vergeten.

Helaas heb ik nog nooit zo’n moment gehad. Ben ik nog nooit die ene persoon tegengekomen. Wees die ene persoon. Wees die ene persoon, want zonder dat jij het beseft kan je iets groots doen. Een paar zinnen, woorden, letters … kunnen uren, dagen, weken veranderen voor een persoon.

Maar door mijn ervaringen besefte ik ook dat ik die ene persoon kan zijn voor anderen. Dat heeft mijn gedachten doen veranderen. Gedaan met blijven liggen, ik wilde die ene persoon zijn. Misschien niet op het moment zelf, maar als ik mijn verhaal deel of als ik toon dat ik hetzelfde heb meegemaakt en ik nog altijd sterk in mijn schoenen sta, kan dit andere meisjes motiveren.

Ik kan die ene persoon zijn voor jonge meisjes die worstelen met hun identiteit omwille van hoe ze eruitzien of hoe ze zijn vanbinnen. Jonge meisjes die me vandaag pijnlijke verhalen vertellen over racisme en haatspraak. Ik kan naar hen luisteren, ik ken hun ervaringen en ik kan die ene persoon zijn. Ik wil hen helpen in hun ‘zijn’, daar wil ik een deel van zijn!

Ik heb nu genoeg mensen om mij heen die mij niet zien als Kaoutar met hoofddoek of de Marokkaanse of de moslima, maar die me zien als Kaoutar de enthousiaste. Of ik nu een Belg ben of niet. En hier werk ik zelf aan. Ik ben nooit achteruitgegaan door ‘een paar’ personen die een probleem hebben. Zij hebben de keuze gemaakt om zo’n opmerkingen naar mij te gooien. En daardoor ben ik tot de conclusie gekomen, ik ben niet anders, jij denkt anders! 

En zo wil ik verder gaan.

Power yourself to make the change.

 

 

Met dank aan Marijke & Merijn.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!