Bron: Flickr (Kenny Teo)
Interview -

Genderneutraal opvoeden: “Het is zo veel meer dan enkel je zoontje poppen geven om mee te spelen”

Het begrip ‘genderneutrale opvoeding’ klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Toch moeten ouders die hiervoor kiezen nog heel wat obstakels overwinnen. “De maatschappij is nog niet aangepast op genderneutraliteit, het is heel arbeidsintensief voor de ouders. Zij krijgen ook te maken met heel wat negativiteit”, zegt Arwen Vermeirsch, alumnus master Gender en Diversiteit van de Universiteit Gent.

maandag 16 maart 2020 17:34
Spread the love

“Bij genderneutrale opvoeding bied je kinderen niets aan op basis van hun sekse. Je laat kinderen bijvoorbeeld zelf kiezen met welk speelgoed ze spelen en welke kleren ze dragen. Hun gender heeft geen enkele invloed”, legt Arwen Vermeirsch uit. Vermeirsch schreef enkele jaren geleden haar masterproef over genderneutrale opvoeding in het kader van de master Gender en Diversiteit.

Door deze vorm van opvoeding willen ouders de visie van hun kinderen verbreden. “Enerzijds wil je kinderen geen beperkingen opleggen op basis van hun geslacht. Anderzijds geef je ze daarmee later een ander zicht op maatschappelijke kwesties en problemen. Bij hun studiekeuze zullen ze er niet van uitgaan dat enkel vrouwen verpleegkundige worden. Ze zullen ook tegenwicht bieden aan het feit dat vrouwen nog steeds een lager loon krijgen.”

Jongen of een meisje?

Jolien De Vriendt (33), mama van Hana (4) en Elí (1), uit Gent voedt haar kinderen genderneutraal op.

“Ik stond aan de kassa van de speelgoedwinkel en vroeg of de cadeautjes ingepakt konden worden. Ik kreeg meteen de vraag of het voor een jongen of voor een meisje was. Het inpakpapier voor jongens verschilde immers van dat voor meisjes. Ik heb dan maar gezegd dat ik voor zowel een jongen als een meisje een cadeau heb, maar dat ik nog niet wist wie wat zou krijgen. In dat geval gebruiken ze altijd inpakpapier voor jongens.”

De Vriendt wil haar kinderen leren dat hun geslacht hen niet hoeft te beperken. “We leven in een wereld waar iedereen gelijkwaardig is. Een geslacht hoeft geen beperkingen met zich mee te brengen”, zegt De Vriendt. Hoe zij haar kinderen wilt opvoeden strookt niet met het beeld van de maatschappij. “De eerste vraag die je krijgt als je zwanger bent, gaat over het feit of het een jongen of een meisje is. Dat is een totaal irrelevante vraag in mijn ogen. Mijn man en ik besloten dat dat niet paste bij onze overtuigingen en dat wij het anders gingen aanpakken”.

Kritiek

Genderneutrale opvoeding, ook bekend onder de term genderinclusieve opvoeding, wint aan populariteit. Toch krijgen voorstanders nog steeds met allerlei vooroordelen te maken. “Ouders krijgen vaak te horen dat ze hun kinderen beperken in plaats van meer vrijheid geven”, zegt Vermeirsch. “Mogen meisjes zich dan niet meer als prinses verkleden? Natuurlijk mag dat nog steeds, maar ook jongens mogen dat.”

Volgens Arwen Vermeirsch krijgen ouders met de meeste kritiek te maken als het over hun zonen gaat. “Voor meisjes lijkt het meer oké om jongensachtig te zijn, denk maar aan de term tomboy. Dat is een meisje dat zich jongensachtig gedraagt en kleedt. Ouders krijgen vaak te horen dat ze ‘van hun zoon een homoseksueel persoon maken’ omdat ze hem vrouwelijk zouden opvoeden. Ten eerste maakt het natuurlijk niks uit welke geaardheid je zoon heeft. Ten tweede kan je niemand een geaardheid aanleren.”

De Vriendt krijgt heel weinig negatieve reacties uit haar persoonlijke omgeving. “En dat terwijl je zou verwachten dat je sneller reacties krijgt van hen dan van mensen daarbuiten. Ik stel me namelijk niet voor als: ik ben Jolien en ik voed mijn kinderen genderneutraal op. Het is niet iets dat je aan mijn gezin ziet als wij op straat lopen. De dichte omgeving weet wel hoe ik en mijn man onze kinderen opvoeden. Daardoor zou je meer kans hebben op negatieve commentaar van hen.”

“Wel wordt mijn dochter soms aanzien als een jongetje. Maar ik ga haar haar niet vol speldjes steken en geen hoop glitters over haar heen gooien. Tenzij dat is wat ze wil.” Ook krijgen De Vriendt en haar partner soms reacties op de achternamen van hun kroost. “Onze kinderen dragen de achternaam van zowel mij als van mijn man. Mensen fronsen wel eens met hun wenkbrauwen. Ze vinden ‘al dat gedoe’ nergens voor nodig. Ik vind dat dat erbij hoort als je genderneutraal opvoedt.”

De achternamen zijn natuurlijk niet de enige genderneutrale impuls die de kinderen van De Vriendt krijgen. “We laten onze kinderen zo weinig mogelijk de aandacht vestigen op hun geslacht en op dat van de mensen rondom zich. Ze mogen zien wie een jongen en een meisje is, maar wij spreken liever van kindjes dan van jongens en meisjes. Ik heb niks tegen de woorden op zich maar wel tegen de stereotypen die er aan vast hangen. Zo zouden jongens wild zijn en meisjes rustig, maar jongens kunnen toch ook rustig zijn? En waarom zouden er geen wilde meisjes zijn?”

Arbeidsintensief

Op materieel vlak vraagt genderneutrale opvoeding ook om een aanpassing. “Alles wat we thuis hebben, is voor beide kindjes. Speelgoed, boekjes en kleren. Mijn zoontje draagt de oude kleren van mijn dochter”, zegt de moeder. “Nee, hij heeft nog nooit een kleedje of rokje aangedaan, en dat ga ik ook niet doen”, legt ze uit. “Maar als Elí dat wil, mag dat, en dan zien we daarna wel weer verder.”

Wel blijft het een heuse uitdaging en moeten de ouders heel wat tegenwicht bieden aan de maatschappij. “Boekjes en speelgoed zijn vaak geslachtsgericht. We moeten wat tegen de stroom invaren. Zo zie je nog maar al te vaak stereotiepe rollen van mannen en vrouwen in de verhaaltjes. We lezen de verhaaltjes soms op een andere manier voor, mijn kindjes kunnen zelf toch nog niet lezen”, zegt De Vriendt met een knipoog. Het beeld van genderneutraal opvoeden wordt volgens De Vriendt erg vereenvoudigd. “Het is zo veel meer dan je zoontje poppen geven om mee te spelen.”

Nadelen

Dat is volgens Arwen Vermeersch één van de nadelen van genderneutrale opvoeding. “Het is erg arbeidsintensief. We leven in een maatschappij die nog erg gefocust is op man-vrouw. Door het onderzoek van mijn masterproef ben ik te weten gekomen dat het vaak de mama’s zijn die het grootste deel van dat werk doen. Dat gaat natuurlijk rechtstreeks in tegen de basisprincipes van genderneutrale opvoeding.”

Ook moet genderneutrale opvoeding inclusiviteit uitstralen, maar dat is niet zo eenvoudig. “Merken van speelgoed en kleding spelen meer en meer in op de toename van genderneutrale opvoeding. Maar dat zijn meestal de iets duurdere merken. Hierdoor blijft genderneutrale opvoeding meer iets voor de middenklasse.”

De Vriendts kindjes zijn nog wat jong om te beseffen dat ze wat anders worden opgevoed dan de meeste kindjes. Toch krijgen ze soms al de basis mee. “Even geleden was Hana met enkele vriendjes aan het spelen. Plots riep ze: ‘Alle jongens bij de jongens en de meisjes bij de meisjes’. Ik denk dat ze dat eens op school heeft gehoord. Zij zal zich daar geen vragen bij stellen, maar ik doe dat wel. Ik ben altijd alert voor zo’n uitspraken. Ondertussen beseft ze wel al dat ik op bepaalde uitspraken en zaken reageer. Ik kijk enorm uit naar het moment waarop ze vragen beginnen te stellen en ik genderneutrale opvoeding kan uitleggen.”

Ondanks de moeilijkheden waarmee ze soms te maken krijgt, is De Vriendt nog steeds gelukkig met haar keuze van genderneutrale opvoeding. “Mijn kinderen voelen zich heel vrij. Een jongen of een meisje zijn, zal hen nooit beletten om geluk te vinden. Ik hoop dat ze dat nu en later uitdragen naar iedereen om hen heen.”

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!