Meer middelen voor kwalitatieve zorg!

Meer middelen voor kwalitatieve zorg!

vrijdag 22 februari 2019 16:23
Spread the love

Vandaag 22 februari betoogden zo’n 2.000 werknemers uit de zorgsector op initiatief van de drie vakbonden uit de non-profit tegen de invoering van de persoonsvolgende financiering voor kinderen en jongeren met een handicap, dat Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V) nu ook voor minderjarigen met een beperking wil invoeren. Voor meerderjarigen met een handicap, bestaat dat al sinds 1 januari 2017 en die ervaring is zeker niet positief, vinden de betogers.

Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V) zette de zorgsector voor personen met een beperking op zijn kop. Begeleidingsdiensten en voorzieningen voor meerderjarigen met een handicap krijgen sinds 1 januari 2017 niet langer directe subsidies van de Vlaamse overheid, het geld gaat nu rechtstreeks naar de personen met een handicap krijgen in de vorm van een ‘persoonsvolgend budget’,  op maat van hun ondersteuningsvraag. Ze kunnen zelf bepalen hoe ze hun ondersteuning willen organiseren, door zorg op maat te ‘kopen’. “Op die manier hebben personen met een beperking zelf de regie over hun eigen leven”, klonk het veelbelovend. Maar voorzieningen die zorg aanbieden moeten nu met elkaar in concurrentie gaan, ook met commerciële spelers. Of dat de kwaliteit van de zorg ten goede komt is zeer de vraag. De werknemers en de vakbonden van de non-profit zagen vooral een heleboel nare neveneffecten. En toch wil de minister dit systeem nu ook invoeren voor minderjarigen met een beperking.

Nood aan vaste en vertrouwde begeleiders

Joeri heeft autisme. Hij is een van de 24.678 ‘budgethouders’, zoals dat nu heet. Eind 2016, vlak voor de invoering van de persoonsvolgende financiering schreef hij een brief aan Sinterklaas met zijn grootste wens.

“Hey beste Sint,

Dit jaar ging het op en af, maar ik doe mijn best. Mijn naam is Joeri, ik ben 22 jaar oud. Ik ben blij met alles, maar ik wil graag één ding vragen. Ik wil mensen hebben die er voor mij zijn, een echte vaste band. Mensen die voor mij zorgen, die liefde en warmte geven. Mensen die mij begrijpen en met mij leven hoe ik ben, ook al heb ik problemen en heb ik het soms moeilijk.”

De familie van Joeri heeft zelf zo’n zware rugzak met problemen dat ze niet voor hem kan zorgen. Na een doortocht in twaalf verschillende instellingen woont Joeri nu toch al vijf jaar in een tehuis voor volwassenen met een beperking. Een verademing, nooit kon hij ergens zo lang blijven. Vertrouwde begeleiders zijn voor Joeri van levensbelang. Twee jaar geleden schakelde de voorziening noodgedwongen over naar het systeem van persoonsvolgende financiering.

De keerzijde van de nieuwe financiering

De persoonsvolgende financiering en de marktwerking die eruit volgt, zorgen ervoor dat begeleidingsdiensten en voorzieningen zoals het tehuis van Joeri zich anders moeten organiseren. Ze moeten meer bezig zijn met financiële doelstellingen en marketingstrategieën. Omdat ze niet meer zeker zijn van hun inkomsten, wordt de werkdruk opgevoerd en kiezen ze vaker voor begeleiders met een tijdelijk contract. Maar ook begeleiders hebben rekeningen te betalen. Ze willen een betrouwbaar inkomen en dus zoeken ze, vaak met pijn in het hart, een job met meer zekerheid. Sommigen geven er de brui aan omdat ze zich niet kunnen vinden in het commercieel denken dat inherent is aan de persoonsvolgende financiering. Hun gedrevenheid om kwalitatief te werken en in te spelen op de noden van cliënten botst op een muur van financiële tekorten in de voorzieningen. Het zoeken naar cliënten en de steeds uitgebreidere registratiesystemen doen de werkdruk stijgen. Bomvolle agenda’s vreten aan de tijd die nodig is om een antwoord te bieden op acute behoeften van cliënten.

‘Zorg dat je je weg vindt’

Inmiddels zijn we ruim twee jaar verder. Terwijl de Sint in Spanje geniet van zijn jaarlijkse vakantie nam Joeri alweer afscheid van acht van zijn vaste begeleiders. Acht nieuwe vervangouders, acht  onbekenden die plots centraal in zijn leven komen te staan. Joeri heeft immers geen sociaal netwerk om die centrale plek in zijn leven te vullen, hij staat er alleen voor. De continuïteit in begeleiding is ver zoek en daarmee ook de stabiliteit van Joeri’s sociaal leven. Een gebrek aan een sociaal netwerk is misschien wel de zwaarste handicap in het systeem van persoonsvolgende financiering. Voor die kwetsbare mensen draaien de mooie beloftes van kansen en vrijheid uit op onbegrijpelijke bureaucratie en minder ondersteuning.

‘Zorg op maat’ klinkt zo meer als ‘zorg maar dat je je weg vindt’. Heel wat mensen slagen er niet in om hun persoonsvolgende budget op te starten. De noodsituaties zijn legio. Ironisch genoeg creëert dat bij veel voorzieningen lege plaatsen, die bij gebrek aan kandidaten met voldoende budget, niet opgevuld geraken. Een absurde situatie. Karina De Beule van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap heeft daarvoor een oplossing: de voorzieningen moeten meer reclame maken om de mensen te vinden die wél al een budget kregen. Maar de organisaties willen helemaal niet op de markt staan om hun ‘zorgproduct’ te verkopen. Ze hebben de handen vol met het bieden van kwalitatieve ondersteuning in het dagelijks leven van hun cliënten.

Zelfs als mensen het al klaarspelen om een persoonsvolgend budget te bemachtigen, blijft het systeem voor velen te complex om alles te organiseren zonder omkadering van de overheid. Voor kinderen en jongeren in volle ontwikkeling zorgt dit voor extra problemen. Hun zorgnoden zijn van heel wat factoren afhankelijk en dus ook heel veranderlijk. Daardoor zal men telkens nieuwe inschalingen, nieuwe budgetberekeningen en nieuwe zorgtrajecten moeten doorlopen. Wanneer dat proces eindelijk doorlopen is, zal de zorgvraag waarschijnlijk alweer veranderd zijn. Bovendien zijn heel wat ouders moe-gezorgd. Zij vragen geen budget maar willen professionele hulp en zorg. En daar hebben ze recht op.

Juiste zorg krijgen is een basisrecht

Bijna 15.000 personen met een beperking wachten op een persoonsvolgend budget. Voor hen is er geen concreet perspectief. Hoewel de overheid al iets meer geld heeft vrijgemaakt voor de ondersteuning voor mensen met een beperking, zijn de wachtlijsten niet weg. Het budget groeit, maar de wachtlijsten ook. Dat nieuwe financieringssysteem ook invoeren voor minderjarigen brengt geen zoden aan de dijk. ‘Meer doen met minder’ kan onmogelijk leiden tot meer inclusie, zelfsturing en kwalitatieve zorg.

De juiste zorg krijgen is een basisrecht. Hoe ons belastinggeld geïnvesteerd wordt is een kwestie van prioriteiten. Investeren we in dure gevechtsvliegtuigen of in betere zorg? Dat is toch een ernstig maatschappelijk debat waard. Sociale noden schreeuwen om aandacht. En nee, commerciële spelers die winst willen maken op kap van mensen met een beperking bieden geen oplossing. Extra middelen kunnen worden gegenereerd door een rechtvaardige belasting op bedrijfswinsten en een effectieve bestrijding van de grote fiscale fraude. Op die manier is er zeker voldoende budget om de problemen van wachtlijsten en werkdruk menswaardig op te lossen.

 

Dit artikel verscheen eerder op Solidair

 

take down
the paywall
steun ons nu!