Russische inmenging in verkiezingen in VS: de definitieve bewijzen?

Analyse -
donderdag 3 januari 2019 14:48
Russische inmenging in verkiezingen in VS: de definitieve bewijzen?

Twee studies voor de Senaat zijn definitief bewijs van Russische inmenging in de verkiezingen van 2016 volgens mainstream-media en politici. Journalist Aaron Maté beperkte zich niet tot kopiëren van persverklaringen over die rapporten maar nam de tijd om ze zelf te lezen. Wat hij vond was inderdaad Russische internet-activiteit. Die was kleinschalig, amateuristisch, eerder commercieel en had voor het grootste deel geen enkele band met de verkiezingen.

Het is twee jaar later grotendeels vergeten maar het is toch best er aan te herinneren hoe de heisa rond Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 feitelijk is begonnen. Dat gebeurde immers niet met het ‘ontdekken’ van een Russische activiteit op sociale media.

Hoe het allemaal begon

De Russische bal begon te rollen toen WikiLeaks interne e-mails uitbracht van leden van het partijbestuur van de Democratische Partij en medewerkers van het campagneteam van Hillary Clinton, die op dat ogenblik moest opboksen tegen de onverwacht sterke tegenkandidatuur van Bernie Sanders. Uit die mails bleek dat de partijtop actief samenwerkte met het team van Clinton om de campagne van Sanders te saboteren. Dat gebeurde onder meer door de superdelegates voor de partijconventie reeds in te zetten tijdens de voorverkiezingen, door berichten te verspreiden die beweerden dat de meetings van Sanders geen volk trokken, enzovoort.

Eerder dan schuld te bekennen, ging het campagneteam van Clinton in samenspraak met de partijtop onmiddellijk in de tegenaanval met twee tegenbeweringen: context en verdachtmaking van de bron. De eerste stelling was dat de uitgebrachte e-mails een tendentieuze selectie waren, niet uitgingen van beslissers maar slechts interne discussies waren. Dat was echter niet voldoende. De tweede stelling was te beweren dat WikiLeaks deze e-mails had verkregen uit een zeer verdachte bron. Ze zouden die niet zelf hebben gevonden, maar gekregen hebben van ‘de Russen’.

Uitvlucht gaat eigen leven leiden

Op dat ogenblik moest het eerste bewijs nog worden geleverd voor een Russische inmenging, maar de Amerikaanse mainstream-media lepelden de beweringen op als suikerwater voor uitgehongerde bijen. Nadat ze de campagne van Sanders eerst hadden doodgezwegen en ze daarna heel selectief weergaven, toen de massaal bijgewoonde meetings en de resultaten van de eerste deelverkiezingen niet meer konden worden genegeerd, hadden ze eindelijk iets om handen. Sanders’ succes en Clintons tegenvallende resultaten waren allemaal de schuld van de Russen, niet van ontstemde kiezers die geen heil zagen in een zoveelste campagne tussen twee uitwisselbare kandidaten van het establishment (Trump moest dan nog mededingen tegen andere Republikeinse kandidaten en werd net als Sanders weggelachen, maar in tegenstelling tot Sanders gebeurde dat niet door hem te verzwijgen maar door hem zeer ruime aandacht te geven).

Wat begon als een ordinair afleidingsmanoeuvre van de Clinton-campagne, bedoeld voor enkele dagen kopij tot de aandacht was weggeëbd van het echte probleem – het electoraal bedrog van de Democratische Partij tijdens de voorverkiezingen – is daarna volledig uit de hand gelopen. Toen Trump de Republikeinse nominatie haalde en daarna tot ieders verbazing – zijn eigen kiezers inbegrepen – won met een minderheid van stemmen, was het hek van de dam en ontaardde de Russische hetze tot wat ze vandaag nog steeds is.

Voor de overgrote meerderheid van Amerikaanse journalisten en in hun zog zowat de volledige Westerse mainstream-pers is die Russische inmenging nu een feit. Niet het falen van een corrupt politiek systeem dat om de vier jaar twee grotendeels overlappende keuzes aan de burgers oplegt is de oorzaak van de verkiezing van Trump, maar ‘de Russen’.

De cognitieve dissonantie om hier verontwaardigd over te doen is enorm. Tegelijk berichtten deze zelfde journalisten over de miljoenen dollars die Israël en Saoedi-Arabië openlijk in diezelfde verkiezingscampagne pompten, met zéér uitgebreide internet-acties, zonder dat het woord ‘inmenging’ viel. Bovendien zien zij de contradictie niet om tegelijk uitgebreid én enthousiast te berichten over de vele landen waar de VS zich moeit in verkiezingscampagnes.

Rare journalist die rapporten leest

Onderzoeksjournalist Aaron Maté beperkte zich niet tot het kopiëren van de persverklaringen over rapporten en ‘bewijzen’, maar las die rapporten zelf én volledig. Voor hem is een persverklaring die stelt dat “de definitieve bewijzen zijn geleverd” geen bewijs op zich. Lijkt evident, maar wie de hedendaagse berichtgeving volgt, ziet eerder het omgekeerde gebeuren.

Voor onderzoeksjournalist Aaron Maté geldt een persverklaring die stelt dat “de definitieve bewijzen zijn geleverd” niet als bewijs op zich. Hij deed wat zijn collega’s niet deden: die rapporten volledig zelf lezen.

Hierna volgt zijn verslag over twee onderzoeksrapporten die de Amerikaanse Senaat heeft gebruikt voor zijn eigen rapport. Het is een lang artikel, maar de moeite waard. Wat hij vond in deze rapporten was inderdaad bewijs van Russische internet-activiteit. Die was echter kleinschalig, amateuristisch, eerder commercieel en had voor het grootste deel geen enkel verband met de verkiezingen. Bovendien, deze rapporten bewijzen nergens dat deze activiteit enige impact had op het kiesgedrag van de Amerikaanse bevolking (intro en inleiding door Lode Vanoost).

Studies bewijzen omgekeerde van wat media er in beweren gevonden te hebben

De publicatie van twee door de Amerikaanse Senaat gebruikte onderzoeksrapporten hebben een nieuwe vlaag van paniek veroorzaakt over de manipulatie door Rusland van een kwetsbaar Amerikaans publiek op de sociale media. Hoofdtitels waarschuwen dat Russische trollen hebben gepoogd African-Americans te motiveren om niet te gaan stemmen, om Jill Stein, kandidaat van de Green Party, te promoten, om ‘assets1 te rekruteren” en om “tweedracht te zaaien” of “de verkiezingen van 2016 te hacken” via advertenties voor sex-speelgoed en Pokémon Go.

Deze ‘studies’, zo schrijft David Ignatius van The Washington Post, “bewijzen een gesofisticeerde, veelgelaagde Russische inspanning om elk mogelijk beschikbaar middel in onze open maatschappij in te zetten om weerzin, wantrouwen en sociale chaos te creëren”. Dit bewijst volgens hem dat de Russen, “dankzij het internet… deze donkere kunsten blijken te perfectioneren”. Volgens Michelle Goldberg van The New York Times “ziet het er meer en meer naar” uit dat “Russische desinformatie de richting van de Amerikaanse geschiedenis heeft veranderd” in de zeer nipt besliste verkiezingen van 2016, toen “Russische troll-activiteit gemakkelijk een verschil heeft kunnen maken”.



Wat het verband van deze Russische post zou zijn met de verkiezingen is niet duidelijk. toch figureert ze in de rapporten als een van de ‘bewijzen’ van Russische inmenging (twitter)

De onderzoeksrapporten van het Computational Propaganda Research Project van de universiteit van Oxford en het bedrijf New Knowledge geven de meest diepgaande inkijk in de Russische activiteit op sociale media tot op vandaag. Met een overvloed aan data, mappen, grafieken en tabellen, gecombineerd met uitgebreide kwalitatieve analyse hebben de auteurs van het onderzoek de output onderzocht van het Internet Research Agency (IRA). Dit is het Russische clickbait-bedrijf 2 dat door speciaal onderzoeksrechter Robert Mueller in beschuldiging werd gesteld in februari 2018. Het blijkt echter zeer moeilijk om de cijfers in deze rapporten in overeenstemming te brengen met de dramatische besluiten die er uit werden getrokken. 

• Clickbait-activiteit

De meest in het oog springende gegevens tonen hoe minimaal de Russische activiteiten op sociale media was, die verband hield met de verkiezingen van 2016. Het onderzoeksbedrijf New Knowledge stelt vast dat het “een veel te enge focus” is om de inhoud van de IRA-activiteit te evalueren “puur en alleen op de mate waarin ze de verkiezingen een andere draai gaf”, omdat “de expliciete politieke activiteit slechts een klein percentage (van het geheel) was.”

In exacte cijfers: slechts “11 procent van alle activiteit” die aan het IRA werd toegeschreven en slechts 33 procent van de er mee verband houdende internet-activiteit van de gebruikers “had enige verband met de verkiezingen”. De internet-reacties hadden “zeer minimaal met de kandidaten te maken”, ongeveer 6 procent van de tweets, 18 procent van de Instagram-posts en 7 procent van de Facebook-posts “vermeldden Trump of Clinton bij naam”.

• Schaal

De onderzoekers stellen dat “de schaal van de (Russische) operatie was zonder precedent”, maar zij baseren die conclusie op twijfelachtige cijfers. Zij herhalen de wijdverbreide bewering dat de Russische internet-posts “126 miljoen mensen bereikten op Facebook”, wat in feite een herhaling is van de eigen gok van Facebook.



Yosemite Sam werd nooit verbannen van TV en is er ook nooit in geslaagd om zijn aartsvijand Bugs Bunny te raken … (twitter)

“Onze beste schatting”, zo verklaarde Colin Stretch van Facebook voor het Amerikaanse Congres in oktober 2017, “is dat bij benadering 126 miljoen mensen misschien op een bepaald ogenblik een van deze IRA-verhalen hebben zien passeren gedurende een periode van twee jaar” tussen 2015 en 2017. Volgens Stretch kwamen de verdachte Russische Facebook-accounts die op de eigen News Feed van Facebook verschenen neer op 1 per 23.000 in die periode geplaatste inhoud.” 

• Uitgaven

De bewering dat de Russen een groot aantal Amerikanen wisten te bereiken wint niet bepaald aan kracht wanneer men ze vergelijkt met de microscopische hoeveelheid geld die ze daarvoor hebben ingezet. Volgens het onderzoeksinstituut van Oxford heeft de IRA tussen 2015 en 2017 exact 73.711 dollar (64.4541 euro) uitgegeven op zijn Facebook-account. Het was (voor het onderzoek door de Senaat) al bekend dat Facebook-advertenties die met Rusland gelinkt waren voorafgaand aan de verkiezingen reeds 46.000 dollar (40.215 euro) hadden gekost.

Dat komt neer op 0,05 procent van de 81 miljoen dollar (70 miljoen euro) die de campagnes van Trump en Clinton hebben uitgegeven op Facebook. Volgens een recente verklaring van Google hebben met Rusland verbonden accounts 4.700 dollar (4.108 euro) uitgegeven in 2016. Dit cijfer benadrukt nog meer hoe minuscuul die uitgaven waren.

De onderzoekers beweren ook dat “de manipulatie (door het IRA) van het Amerikaanse politieke debat een budget had van meer dan 25 miljoen dollar (21,8 miljoen euro).” Dat cijfer is echter gebaseerd op een steeds weer herhaalde foutieve verwarring van de uitgaven van het IRA in de VS met het totale budget van het moederbedrijf, waar ook de eigen binnenlandse activiteit op sociale media in Rusland zelf toe hoort.

• Gesofisticeerde methodes

Een andere reden om de verfijndheid van deze hele operatie in twijfel te trekken kan eenvoudig worden vastgesteld aan wat ze te bieden had. De Facebook-post van het IRA die het meest werd gedeeld was een cartoon van Yosemite Sam 3. Op Instagram was hun meest gedeelde beeld een vraag om Jezus te liken als ze in hem geloofden.



Deze post roept kiezers op om te eisen dat alleen VS-burgers zouden mogen stemmen.(twitter)

De meeste gedeelde post op Facebook van het IRA voor de verkiezingsperiode die Hillary Clinton vermeldde, was onsamenhangend, samenzweerderig gezeur over mogelijke electorale fraude. Veelzeggend is dat zij die zo zeker zijn dat Russische posts op sociale media de verkiezingen van 2016 zouden hebben beïnvloed nooit vermelden welke posts zij beschouwen als effectief nuttig voor dat doeleinde. De echte inhoud van die posts geeft misschien wel de juiste uitleg waarom.

• Geheime of clickbait-operatie?

Wat deze rapporten aantonen is verre van een gesofisticeerde propagandacampagne. Integendeel, ze geven meer bewijzen voor de stelling dat de Russen in feite aan clickbait-kapitalisme deden: zij viseerden specifieke demografische groepen zoals African-Americans of traditionele christenen in een poging grote menigten aan te trekken voor commerciële doeleinden. Journalisten die het IRA nader hebben onderzocht beschreven het bedrijf meestal als een “marketingcampagne op de sociale media”.

De akte van inbeschuldigingstelling van het IRA door onderzoeksrechter Mueller stelt dat het “promoties en advertenties” verkocht op zijn internetpagina’s, die meestal werden verkocht aan 25 tot 50 dollar (21 tot 42 euro). Het onderzoeksinstituut van Oxford stelt echter vast dat “deze strategie geen uitvinding is voor politieke of buitenlandse intriges, maar eerder consistent is met technieken toegepast in digitale marketing.”

Het rapport van het bedrijf New Knowledge vermeldt dat het IRA zelfs producten verkocht die “voor het IRA misschien een bron van inkomsten waren.” Ze brachten zaken aan de man als “t-shirts, LGBT-positief sex-speelgoed en allerlei triptieken en kunstwerken die traditionele, conservatieve en patriotische thema’s weergaven.”

• “Asset Development” 

Wie zich afvraagt hoe de promotie van sex-speelgoed zich zou kunnen vertalen in een gesofisticeerde beïnvloedingscampagne, krijgt dit antwoord. Het rapport van New Knowledge beweert dat de exploitatie van “seksueel gedrag” een sleutelelement was van de “enorm uitgebreide strategie (van het IRA) voor de rekrutering van assets in de VS. De rekrutering van een asset door de uitbuiting van zijn persoonlijke kwetsbaarheid is een spionagepraktijk van alle tijden”.

Het eerste voorbeeld (in hun rapport) van deze tijdloze spionagetactiek is een advertentie die Jezus toont terwijl hij een neerslachtige jongen troost en hem zegt: “Vecht jij tegen verslaving aan masturberen? Wend je tot mij en samen zullen we dit verslagen”. Het is onbekend of deze wel heel bijzondere tactiek een asset heeft opgebracht. New Knowledge rapporteert echter dat er wel “enig succes was met meerdere pogingen tot menselijke activiteit”.

Dat klopt. De online trolls van het IRA zijn er in geslaagd een aantal protesten te ontketenen in 2016, onder meer in Florida, waar het “onduidelijk was of er iemand aan had deelgenomen”. Uit hun onderzoek blijkt alvast dat “niemand opdaagde” bij één van die oproepen en dat enkele onsamenhangende groepjes opdaagden bij andere oproepen, met als bewijs een video van een groep met acht deelnemers. De meest succesvolle oproep lijkt zich te hebben voorgedaan in Houston, waar Russische trollen er in zouden geslaagd zijn een twaalftal witte supremacisten bijeen te krijgen voor een islamitisch centrum en enkele tientallen tegenbetogers.

Meestal niets te maken met verkiezingen

Op basis van al deze gegevens kunnen we ons een beeld vormen van de Russische activiteit op sociale media in 2016. Het overgrote deel van die activiteit had niets te maken met de verkiezingen en was microscopisch klein qua impact, bereik en kostprijs. Bovendien was de inhoud kinderachtig of absurd op zijn best. Dit leidt tot de onvermijdelijke conclusie, zoals de studie van New Knowledge zelf bevestigt, dat “de focus van deze operatie op de verkiezingen slechts een klein onderdeel (van het geheel) was”. Ze nuanceren deze “accurate” weergave door er bij te voegen dat er “nuance aan ontbreekt en dat het (onderzoek) meer contextualisering verdient”.



De onderzoekers die deze post van het Russische bedrijf IRA in hun rapport hebben geplaatst als ‘bewijs’ hebben blijkbaar geen kaas gegeten van sarcasme, ironie en dubbelzinnig taalgebruik (twitter)

Een alternatieve nuancering zou kunnen zijn dat er minstens wat mag nagedacht worden over het feit dat een kinderachtige operatie op de sociale media, met een dergelijk kleine focus op de verkiezingen, wordt voorgesteld als een seismische bedreiging die misschien de verkiezingen van 2016 zou bepaald hebben. Als we die overweging maken komen we tot besluiten die niets vandoen hebben met Russische activiteit op de sociale media en al evenmin met de kiezers die er door zouden beïnvloed geweest zijn. 

Neem de wijdverbreide speculatie dat de Russische posts op de sociale media het niet gaan stemmen van zwarten zou hebben veroorzaakt. Dat een Russisch troll-bedrijf zou gepoogd hebben zwarte mensen te misleiden net als andere demografische groepen is verwerpelijk, zonder enige twijfel. Maar terwijl we een dergelijke poging moeten afkeuren is er geen enkele reden om zomaar te veronderstellen dat die poging succesvol was – en dat is precies wat al deze mediacommentatoren beweerd hebben.

Zouden mediacommentatoren voor zichzelf de suggestie aanvaarden dat hun eigen stemgedrag zou kunnen beïnvloed worden door idiote posts op de sociale media – die voor het grootste deel niets met de verkiezingen te maken hebben? Als ze dat niet aanvaardbaar vinden voor zichzelf, wat zegt dat dan over hun attitudes tegenover de mensen die volgens hen wél zo kwetsbaar zouden zijn?

“Als je de enge marges bekijkt waarmee hij (Donald Trump) won (in Michigan en Wisconsin) en de zeer lage opkomst van minderheden, dan kan de Russische campagne voor het wegblijven bij de verkiezingen beslissend geweest zijn.” Dat schrijft journalist David Axelrod, voormalig adviseur van Obama. “De deelname aan de verkiezingen van zwarte kiezers nam in 2016 voor de eerste keer in 20 jaar af tijdens een presidentiële verkiezing.” De opvallende commentaar in de New York Times was “dat het onmogelijk is om te bepalen of dit het resultaat is van de Russische campagne.”

Paternalistische minachting voor de kiezer

Dat het door deze commentatoren als mogelijk wordt beschouwd dat een dergelijke Russische campagne inderdaad een impact zou kunnen gehad hebben op de zwarte stem toont hun verbazend paternalisme en neerbuigende minachting voor gewone mensen. Zouden commentatoren als Axelrod, journalisten van de NYT en vele anderen, die allen gelijkaardige opinies uiten over een dergelijk scenario, de suggestie aanvaarden dat hun eigen stemgedrag zou kunnen beïnvloed worden door idiote posts op de sociale media die voor het grootste deel niets met de verkiezingen te maken hebben. Als ze dat niet aanvaardbaar vinden voor zichzelf, wat zegt dat dan over hun attitudes tegenover de mensen die volgens hen wel zo kwetsbaar zouden zijn?

Om de mogelijkheid ernstig te nemen dat Russische internet-posts het resultaat van de verkiezingen zouden hebben beïnvloed heb je meer nodig dan een minachtende kijk op de gemiddelde kiezer. Het vereist ook dat je de elementaire normen van de logica, de probabiliteit en de wiskunde verwerpt. Wij hebben daar nu bevestiging van uit een onwaarschijnlijke bron.

De New York Times berichtte enkele dagen na de publicatie van het rapport van New Knowledge over de verkiezingen van de deelstaatsenaat in Alabama. Volgens een intern document gebruikte het bedrijf New Knowledge “vele van de (Russische) tactieken waarvan men nu weet dat ze de verkiezingen van 2016 beïnvloed hebben” waarbij het bedrijf “een gedetailleerde valse-vlag-operatie” organiseerde die het idee promootte dat Republikeins kandidaat Roy Moore de steun had van Russische bots4. Als gevolg van deze operatie heeft Facebook de accounts van vijf personen geblokkeerd, waaronder die van New Knowledge CEO Jonathan Morgan. The Times bracht uit dat het project een budget van 100.000 dollar (86.600 euro) had, maar voegde er aan toe dat dit “waarschijnlijk te klein was om een significante effect te hebben op de verkiezing”. Een bestuurslid van de Democraten (in Alabama) bevestigde dat het “onmogelijk was dat een operatie van 100.000 dollar een impact zou gehad hebben”.

In plaats van eindeloos uit te weiden over de vraag of we al dan niet werden gedupeerd door Russische clickbaits, stelden een aantal journalisten, die echt met zwarte kiezers in de Midwest gingen praten, vast dat het eerder politieke desillusie was die hen er toe bracht om thuis te blijven.

De verkiezingscampagnes van de kandidaten voor de Senaat van Alabama kostten 51 miljoen dollar (44 miljoen euro). Als het onmogelijk was voor een operatie van 100.000 dollar door New Knowledge om de verkiezingen in één deelstaat te beïnvloeden, hoe kon dan een vergelijkbare – waarschijnlijk zelfs goedkopere – Russische operatie een impact hebben op de volledige Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 die 2,4 miljard dollar (2 miljard euro) hebben gekost?

Dit helpt de geloofwaardigheid van de beschuldigingen aan het adres van ‘de Russen’ niet echt. De fixatie op nauwelijks detecteerbare en triviale inhoud op de sociale media leidt bovendien de aandacht af van een groot aantal ernstige zaken. Zoals journalist Ari Berman al onvermoeid heeft aangetoond waren de verkiezingen van 2016 de eerste in 50 jaar zonder de volledige bescherming van de Voting Rights Act”. Deze verkiezingen gingen door onder “de grootste inperking van stemrechten sinds deze wet was ingevoerd”. In plaats van eindeloos uit te weiden over de vraag of we al dan niet werden gedupeerd door Russische clickbaits, stelden een aantal journalisten, die echt met zwarte kiezers in de Midwest gingen praten, vast dat het eerder politieke desillusie was die hen er toe bracht om thuis te blijven.

‘Russische inmenging’ is een bliksemafleider

Dit brengt ons naar dé cruciale reden waarom vooral de elites zo gefixeerd zijn op de beweerde dreiging van Russische inmenging: het leidt de aandacht af van hun eigen falen en van het falen van het systeem dat hen hun status als elite garandeert. Tijdens de kiescampagne gaven de grote commerciële media gratis zendtijd die miljoenen dollars waard was aan Donald Trump.

Dat deden ze omdat, in de woorden van de recent afgezette baas van CBS Miles Moonves: “Dit is misschien niet goed voor Amerika, maar het is verdomd goed voor CBS… Het geld (van adverteerders tijdens de druk bekeken uitzendingen over en met Trump) rolde binnen en dat is leuk.” Omdat ze die pret niet willen stopzetten hebben deze zenders er alle belang bij om zonder enige adempauze door te gaan met berichten over Russiagate en om de vergelijkingen te uitvergroten met de gestolen e-mails van de Democratische Partij en de Russische posts op de sociale media met Pearl Harbor, met 9/11, met de Kristallnacht en met “kruisraketten”.

Dé cruciale reden waarom vooral de elites zo gefixeerd zijn op de beweerde dreiging van Russische inmenging: het leidt de aandacht af van hun eigen falen en van het falen van het systeem dat hen hun status als elite garandeert. 

Omdat Hillary Clinton de presidentsverkiezing heeft verloren tegen de presentator van een reality-show (Trump), heeft de de leiding van de Democratische partij er alle belang bij exclusief te focussen op de Russische paniek. Ze blijven dat dan ook voluit doen. Stipt als een Zwitserse klok ging Robby Mook, voormalig campagneleider van Hillary Clinton in op beide rapporten door te waarschuwen dat “Russische agenten gaan pogen de Democraten opnieuw te verdelen tijdens de voorverkiezingen van 2020, waarbij ze activisten onwetende medeplichtigen maken.” Met “onwetende medeplichtigen” bedoelt Mook waarschijnlijk de progressieve Democraten die hebben geprotesteerd tegen de geheime afspraken van de leiding van de Democratische Partij met het campagneteam van Hillary Clinton en zijn vooringenomen manoeuvres tegen Bernie Sanders tijdens de voorverkiezingen van 2016.

Mook volgt met zijn commentaar het bekende Democratische draaiboek: steek de schuld op de Russen voor de gevolgen van de eigen acties van de partij. Toen er heisa ontstond over de betrokkenheid van het data-verwerkingsbedrijf Cambridge Analytica bij de campagne van Trump begin 2018, werd Hillary Clinton meermaals in de media geciteerd, ondermeer  met wat zij “de echte vraag” noemde, die volgens haar gesteld moest worden: “Hoe wisten de Russen hun boodschappen zo precies te richten op onbesliste kiezers in Wisconsin, Michigan of Pennsylvania?”

Het blijkt nu uit de onderzoeken voor de Senaat dat ‘de Russen’ totaal 3.102 dollar (2.733 euro) hebben uitgegeven in deze drie staten, waarbij de meerderheid van dit pathetisch klein bedrag niet eens tijdens de verkiezingen werd uitgegeven, maar tijdens de voorverkiezingen. De meerderheid van de geplaatste advertenties ging niet eens over kandidaten maar over sociale thema’s.

Het totaal aantal advertenties die gericht waren op Wisconsin (54), Michigan (36) en Pennsylvania (25) was samen kleiner dat der 152 advertenties gericht op de blauwe (= Democratische) staat New York5. Clinton vermeldt daarbij niet dat Wisconsin en Michigan, twee staten die ze verloor, niet meer had bezocht in de laatste maanden van de campagne.

Het nut van deze Rusland-bashing gaat veel verder dan het wegmoffelen van de eigen verantwoordelijkheid van de elites voor hun eigen falen. Gehackte documenten hebben recent aangetoond dat een Britse caritatieve overheidsorganisatie een wereldwijde campagne heeft gevoerd om “Russische disinformatie te counteren.”

Dit project, dat bekend staat als het Integrity Initiative, wordt door officieren van de Britse militaire inlichtingendiensten beheerd, met fondsen van het ministerie van buitenlandse zaken en van andere officiële bronnen, waaronder het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken en de NAVO. Zij werken nauw samen met “clusters” van sympathiserende journalisten in het hele Westen en werden reeds betrapt op een campagne in de sociale media tegen Labour-leider Jeremy Corbyn.

De Twitter-account van deze organisatie promootte artikels die Corbyn voorstelden als een “nuttige idioot” die “de streefdoelen van het Kremlin” steunt. Andere artikels bekritiseren zijn directeur voor communicatie Seamus Milne voor zijn beweerde “werk met de agenda van het Kremlin” en stelden dat “het (is) tijd voor Corbyn-linksen om hun Poetin-probleem aan te pakken”.

Wie de diepe kloof tussen de alarmerende beweringen over Russische inmenging vergelijkt met de feiten – en met de invloed die de media hebben, die deze beweringen aanstoken – kan zich best de vraag stellen wiens desinformatie we hier eigenlijk zorgwekkend moeten vinden.

De medestanders van Corbyn zijn allesbehalve de enigen die dergelijke moddercampagnes over zich heen krijgen. Dat deze campagnes onderdeel blijken te zijn van een operatie die door een Westerse regering wordt ondersteund is een reden te meer om de fixatie op Russische activiteit in de sociale media met een korrel zout te nemen.

Er is geen enkele aanwijzing dat de disinformatie die werd verspreid door medewerkers van een troll-bedrijf in Sint-Petersburg ook maar enige merkbare impact heeft gehad op het Amerikaanse kiespubliek. De overvloed aan stellingen die het tegendeel beweren is maar één klein element van een oneindig groter koor van falende politieke elites, duistere privé-bedrijven, geheimzinnige medewerkers van inlichtingendiensten en goedgelovige media die het Westerse publiek inenten met angst voor een Kremlin dat “tweedracht zwaait”. Wie de diepe kloof tussen deze alarmerende beweringen vergelijkt met de feiten – en met de invloed die zij hebben, die deze beweringen aanstoken – kan zich best de vraag stellen wiens desinformatie we hier eigenlijk zorgwekkend moeten vinden. 



Aaron Maté (capturequeue.com)

Aaron Maté is Canadese onderzoeksjournalist. Het artikel New Studies Show Pundits Are Wrong About Russian Social-Media Involvement in US Politics werd vertaald door Lode Vanoost. 

1  Personen overtuigen om met hun campagne mee te werken, bewust of onbewust.

2  Clickbait is elke vorm van internet-activiteit die als hoofdbedoeling heeft de aandacht van bezoekers te trekken en aan te zetten tot clicken op website-pagina’s.

3  De agressieve cowboy in de Looney Tunes-tekenfilmen, waarin hij voortdurend tevergeefs poogt zijn aartsvijand Bugs Bunny neer te schieten.

4  Een chatbot wordt gebruik om boodschappen te genereren en te verspreiden die van echte individuele personen lijken te komen en de indruk van veel volgers creëert.

5  De staat New York waar de gelijknamige grootstad New York City deel van is (maar niet de hoofdstad, dat is het kleine stadje Albany).



Content

take down
the paywall
steun ons nu!