Wat heeft de EU nu geleerd uit Brexit? We zullen het snel genoeg weten

Heeft de Europese Unie ook maar iets geleerd uit het Brexit-debacle? We zullen het snel genoeg weten. Eind deze maand moet duidelijk worden of Portugal en Spanje een sanctie krijgen voor hun begrotingstekort en of de Italiaanse premier die worstelt tegen anti-establishmentkrachten de nekslag krijgt.

woensdag 13 juli 2016 18:13
Spread the love

Portugal en Spanje zitten sinds dinsdag op de Europese strafbank. Ze krijgen nu 10 dagen om een financiële sanctie weg te lobbyen. Spanje strandde op een begrotingstekort van 5,1 procent. Van de EU moest dat 4,2 procent zijn als opstapje naar de heilige 3 procentnorm. Portugal – en in de eerste plaats het Portugese volk – leverde een immense inspanning door het tekort terug te brengen van 10 naar 4,4 procent maar volgens de EU is dat niet genoeg.

De mogelijke sancties zijn alvast niet min. De Europese Commissie kan een boete opleggen tot 0,2 procent van het BNP. Voor Spanje kan dat al snel oplopen tot 3 miljard euro. Het zou de eerste keer zijn dat de EU dergelijke sancties oplegt.

Verschillende EU-leiders lieten al doorschemeren dat het wellicht niet tot een sanctie komt. De Europese Commissie zal er wellicht genoegen mee nemen dat de Portugese en Spaanse regering tonen dat ze het nu echt menen met hun verdere besparingsplannen.

“Portugal heeft al enorme inspanningen gedaan en verdient het niet dat we hen een overdreven discipline opleggen”, zei de Franse minister van Financiën Michel Sapin. Dat Frankrijk zelf al meermaals ontsnapte aan de strafbank, is daar niet vreemd aan.

Hardliners

Dat er toch een procedure werd opgestart, heeft dan weer te maken met de hardlijnigheid van onder meer de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble. Die noemde de beslissing een “signaal van vertrouwen”.

Als er uiteindelijk geen sancties uit de bus komen, is dat niet meteen het bewijs van een belangrijke koerswijziging na de Brexit. Als sinds april 2013 stuurt de Europese Commissie aan op meer soepelheid. Maar aan de grondslag van het beleid wordt niet gesleuteld. Landen die worstelen met een tekort, kunnen wat meer tijd krijgen. De Commissie toont zich ook inschikkelijker als er in ruil voor een tekort wat harder ‘hervormd’ wordt. Dat is bijvoorbeeld de reden dat de Belgische regering uitpakte met de wet-Peeters tijdens een begrotingsbespreking. Maar begrotingsorthodoxie blijft de officiële leer van de Europese Unie.

De Italiaanse bankencrisis vormt de tweede grote test. De Italiaanse banken zitten op een berg van 360 miljard euro rommelkredieten. Paradoxaal genoeg komt dat doordat die banken er vlak na de financiële crash van 2008 niet zo slecht aan toe waren als in de rest van Europa. Tot een bail out is het nooit gekomen omdat de problemen niet zo acuut waren. Maar de slechte leningen bleven zich opstapelen zodat een bail out zich nu toch opdringt.

Bail in

Alleen botst Italië daar op een probleem. De Europese Unie heeft ondertussen de regels gewijzigd. Een bail out – de overheid die met geld op de proppen komt om een bank te onderstutten – mag niet meer zonder dat er ook een bail in is. Dat betekent dat ook aandeel- en obligatehouders moeten delen in de klappen.

Voor de Italiaanse regering is dat een heikel punt. Veel gewone Italianen hebben obligaties als appel voor de dorst na hun pensionering. Vorige jaar nog gingen vier kleinere banken overkop. Zo’n 100.000 kleinere investeerders verloren hun geld. Het verhaal van één gepensioneerde die de hand aan zichzelf sloeg nadat hij zijn hele spaarpot van 110.000 euro in rook zag opgaan, domineerde dagenlang het nieuws.

Voor premier Renzi lijkt de armworsteling met Europa over deze kwestie een zaak van politiek leven of dood te worden. In oktober legt hij een kieshervorming voor in een referendum. Italië zou voortaan kiezen voor een winner takes it all-systeem. De grootste partij krijgt dan meteen een meerderheid in het parlement.

Dat leek aanvankelijk een goed idee om een einde te maken aan de politieke instabiliteit, maar riskeert nu een nachtmerrie te worden. Als Renzi het referendum verliest, is het gedaan met zijn premierschap. Maar als hij het wint, loeren er nog grotere calamiteiten om de hoek. De MoVimento 5 Stelle (Vijfsterrenbeweging) van komiek Beppe Grillo sleepte bij de gemeenteraadsverkiezingen de steden Rome en Turijn in de wacht en moet in een recente peiling nog amper een half procent prijs geven aan de partij van Renzi. De Italiaanse premier lijkt zijn toekomst te laten afhangen van een referendum dat de eurosceptische en anti-establishmentbeweging van Grillo wel eens een absolute meerderheid zou kunnen bezorgen.

25 jaar soberheid

De Italianen hebben in ieder geval redenen genoeg om te morren over de euro en de Europese Unie. Het IMF kondigde eerder deze week nog maar eens een groeiverlaging aan. Aan dat tempo zal de Italiaanse economie pas in 2025 terug op hetzelfde peil staan als in 2008. De economie zal dan 14 procent groter zijn dan in 1999, het jaar dat de euro ingevoerd werd.

Dat is nauwelijk iets meer dan een schamele half procent groei per jaar. Onder meer door die lage groei is de schuld gestegen tot 133 procent van het BBP en zit de werkloosheidsgraad boven de 11 procent. Een overschatting trouwens volgens de Europese Commissie. Italië telt namelijk ook 12 procent mensen die afgehaakt zijn van de arbeidsmarkt. Zij zijn uit de statistieken verdwenen maar werken doen ze niet.

In 2010 had nog 73 procent van de Italianen vertrouwen in de Europese Unie. Dit jaar daalde dat tot 40 procent. De uitstap van Italië uit de eurozone zou een absolute schok zijn. Ondenkbaar, maar dat was een Brexit tot voor kort ook. Eind juli wordt de uitslag verwacht van een nieuwe stresstest voor de Italiaanse banken. Ongeveer in die periode zullen we ook te weten komen of de Europese Unie Renzi de arm omwringt en haar eigen voortbestaan nog maar eens in gevaar brengt.

take down
the paywall
steun ons nu!