Interview -

Liefde in tijden van angst

Als we de problemen waarmee we worstelen tot hun juiste proporties brengen en er een flinke scheut liefde in injecteren, dan krijgen we zicht op een heel ander soort samenleving. Met zijn boek Liefde in tijden van angst, een open en vurig pleidooi voor een liefdessamenleving, wil filosoof en jongerenwerker Bleri Lleshi deze overtuiging met ons delen.

maandag 18 januari 2016 17:28
Spread the love

Bleri Lleshi is geboren en getogen in een klein Albanees dorp en woont sinds vijftien jaar in ons land. Al van vroege leeftijd staat hij bewust in de wereld. “Mijn vader, een bergman die geen acht jaar naar school is geweest, was heel open van geest. Hij spoorde ons aan om de wereld in te trekken. Niet op de manier waarop ons dat nu wordt verkocht – ‘ga reizen, ga de wereld zien, ga consumeren’. Wel om het goede te doen met ons leven. Hij leende zelfs geld om mijn zus op haar veertiende alleen naar de grote hoofdstad te laten gaan studeren. Dat was niet voor iedereen weggelegd.

“Toen ik op een bepaald moment voelde dat ik in Albanië niet meer kon groeien, ben ik naar Brussel gekomen. Ik studeerde er politieke wetenschappen en filosofie in de overtuiging dat ik de internationale problemen van de wereld zou oplossen. Maar dat bleek te hoog gegrepen. Ik ben me dan gaan toeleggen op Brussel. Daar ben ik op dit moment jongerencoach. Ik ondersteun jongeren die het moeilijk hebben om hun school af te maken. Onderwijs is het fundament van elke samenleving.”

“De jongeren zijn de toekomst én het nu. Als we willen dat zij het beter hebben, moeten we met hen werken. Ik geef ook vorming aan leerkrachten. Veel leerkrachten die in Brussel les geven wonen immers elders en kennen de realiteit van Brussel en haar jongeren niet. Daarnaast noemt men mij soms ook een straat- en stadsfilosoof. En dat ben ik ook. Het is belangrijk dat het maatschappelijk debat wordt gevoed met inzichten en analyses die vertrekken uit de dagelijkse verhalen van mensen.”

Laat ons starten bij de actualiteit. wat is jouw voornaamste bevinding over de vluchtelingencrisis?

“Dat Europa bijzonder onvolwassen met de situatie omgaat. Ten eerste noem ik dit geen crisis. In 2014 waren er 17 miljoen mensen op de vlucht. 2,5 % daarvan kwam naar Europa, toch de rijkste regio ter wereld. Turkije vangt twee miljoen Syriërs op. Libanon tien keer meer vluchtelingen dan heel Europa samen. Ik vind het dan oneerlijk om te spreken over een crisis.”

“Intellectuelen moeten scherp zijn en aan de politici zeggen: wij willen niet dat je die woorden gebruikt, je maakt de mensen er alleen maar bang mee. Sinds 2000 kent Europa illegale migratie – hoewel ik geen voorstander ben van het woord ‘illegaal’, zeker als het over mensen gaat. Het beleid dat daaruit is gevolgd, is vooral een beleid van Fort Europa. Tussen 2000 en 2011 is meer dan twee miljard dollar geïnvesteerd in prikkeldraden, muren, hoogtechnologische camera’s, van Oekraïne tot Portugal. Dat is belastinggeld van gewone mensen, dat veel beter kan worden gespendeerd. In de jaren zestig zou dit ondenkbaar zijn geweest. Toen was solidariteit een veel centralere waarde.” 

Hoe zit het met onze solidariteit vandaag?

“Veel Vlamingen helpen in de jungle in Calais of de kampen in Duinkerke, of vangen vluchtelingen thuis op. Bij ons kwamen er 20.000 mensen op straat met de boodschap ‘vluchtelingen welkom’ – in Nederland wonen 17 miljoen mensen maar daar kwam geen kat op straat. Er is veel solidariteit onder de mensen en die beweging moeten we verderzetten. Maar tegelijk moeten we de politici voortdurend op hun verantwoordelijkheid wijzen. Want wat de burger kan of moet bijdragen, heeft ook zijn limieten, natuurlijk.”

“We moeten ook alert zijn voor een beleid dat kwetsbare mensen tegen elkaar opzet, bewust of onbewust. Een tijd geleden moest een alleenstaande moeder in Malle uit haar sociale woning omdat er vluchtelingen in kwamen. Ze haalde in een Facebookpost scherp naar hen uit. Maar het zijn niet de vluchtelingen die het sociaal beleid in handen hebben. De politici beslissen daarover. Zoals de vorige regering die overal in Vlaanderen het aantal opvanghuizen voor vluchtelingen zwaar heeft verminderd. Dus als iemand een tekort aan sociale huisvesting of steun vanuit het OCMW of de stad of Vlaanderen of België aankaart, heeft die gelijk. Maar als hij de schuld bij iemand legt die in een nog een moeilijker situatie zit dan hijzelf, heeft hij geen gelijk.”

“Wie in een kwetsbare positie zit heeft niet altijd de nodige kennis om doordachte analyses te maken. Waar halen mensen hun informatie? Van politici en media. En wie komt het meest aan het woord in de media? De politici. We hebben een politieke elite die alles wil doen om aan de macht te komen of daar te blijven. Om dat te bereiken moet je angst in de samenleving brengen, complexe problemen herleiden tot zwart-witte analyses, dat maken we nu volop mee. We moeten iedereen echt veel beter informeren over wat er rondom ons gebeurt. Dat we niet worden overrompeld door vluchtelingen, dat de situatie wel beheersbaar is.”

Moet dat het antwoord zijn van ‘links’?

“Het gaat niet enkel om een antwoord van links. Het gaat om een antwoord van degelijke politici, en ik zou niet willen dat zij alleen bij links voorkomen. Praktijken die lachen met de internationale verdragen, die anderen ontmenselijken, moeten we bij links noch rechts aanvaarden. Wat links betreft, kijk wat Jeremy Corbyn, de partijleider van Labour, doet in Engeland. Ook al stemt de meerderheid van zijn partij voor bombardementen in Syrië, hij stemt tegen, omdat hij pacifist is – niet plots nu, maar al dertig jaar lang. Pacifisme, herverdeling, solidariteit… Dat zijn waarden die linkse politici niet alleen moet verdedigen, ze moeten er ook naar handelen. Is solidariteit niet een van de belangrijkste principes voor iemand die zich progressief noemt? Waar is vandaag het humanisme van links?”

Je bent ook erg bekommerd om racisme en discriminatie?

“Alle studies wijzen het uit. Racisme is een heel groot probleem in België. Dat komt omdat hier veel te weinig is nagedacht over het beleid naar migranten toe. Pas in 1985 is de eerste integratienota gekomen. Die heette ‘de sociaaleconomische integratie van migranten’. Kort daarop, in 1991, won het Vlaams Belang de verkiezingen. Dat zei ‘die mensen hun cultuur en religie is een probleem, ze moeten terug’. Tot vandaag zitten we in dat verhaal. Terwijl de problemen van migranten vooral sociaaleconomisch van aard zijn.”

“Nergens in het Westen hebben migranten het zo moeilijk als in dit land. Al van in het onderwijs. De cijfers bewijzen het, de verhalen liggen voor het rapen. Zuhal Demir, o ironie, was bij de besten van haar klas. Maar terwijl haar blanke vriendin naar het ASO ging, werd haar snit en naad aangeraden. Veel ouders hebben niet de bagage of staan niet sterk genoeg in hun schoenen om tegen het advies van een klassenraad in te gaan. Sommigen werd zelfs nooit het verschil tussen BSO en ASO uitgelegd. Weet je, als je geen kansen krijgt in het onderwijs, krijg je geen kansen in het leven. 70% van Maghrebijnse jongeren zit in het BSO.”

“Nergens in Europa vind je zo weinig migranten op de arbeidsmarkt. Terwijl er toch geen groot verschil is tussen een Turk in Duitsland of in België. Ik sprak met een werkgever die zei: ik heb ooit een Marokkaan in dienst gehad en die kwam te laat, dus heb ik die ontslagen en ga ik geen Marokkanen meer aannemen. Het uitzendkantoor Adecco is veroordeeld voor racisme omdat het op vraag van haar klanten alleen de ‘Blanc Bleu Belges’ selecteerde. Dat is dus hoe het werkt. Op voorhand ga je ervan uit dat die of die minderwaardig is omwille van kleur, origine, religie. Dat is toch heel fout?”

“We moeten veel beter bewust worden gemaakt wat racisme is en wat de gevolgen ervan zijn. En we hebben een beleid nodig dat acties onderneemt, dat zegt aan werkgevers: als je discrimineert word je bestraft. Punt. Maar integendeel, racisme wordt hoegenaamd niet serieus genomen. Tussen 2007 en 2015 is in ons land, dat Europees koploper is inzake racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt, één proces-verbaal opgesteld. Als ik dit vertel aan internationale media, die kunnen dat niet geloven. Daarom ben ik ook voor praktijktesten en voor quota. In een ideale wereld zou ik daar niet voor zijn, maar wel in deze wereld waar racisme en discriminatie zo een probleem zijn.”

Je schuift liefde naar voor als een concreet alternatief voor wat je onze angstsamenleving noemt?

“Angst hangt samen met verandering, onveiligheid, onzekerheid. Ze kan reëel zijn als ze gepaard gaat met sociaaleconomische onzekerheid, als je bijvoorbeeld onzeker bent of je je job kunt behouden. Angst kan ook een klimaat zijn dat wordt geïnstalleerd, bijvoorbeeld wat onveiligheid betreft. We weten immers dat de criminaliteit niet stijgt, ondanks wat wordt beweerd. Laat ons niet vergeten dat criminaliteit samen met migratie voor politici het thema bij uitstek is om de macht in handen te houden en te doen lijken of ze enige macht in handen hebben. In beide gevallen is liefde één van de meest concrete alternatieven.”

Met permissie, dat klinkt nogal wollig?

“Weinigen weten wat ware liefde is. Dat is omdat we alleen de onbereikbare Hollywoodversie ervan kennen, de romantische liefde, die je moet overvallen en daarna volgens een patroon verlopen – ze moet passioneel zijn, de seks moet geweldig zijn… Terwijl ware liefde meer is dan iets wat je overkomt. Het is ook een keuze die je maakt en een verantwoordelijkheid die je neemt. Liefde helpt ons om een plek in de wereld te vinden. We moeten de angstsamenleving met een liefdessamenleving bestrijden.”

“Een lerares vertelde me onlangs hoe een oud-leerling haar kwam opzoeken. De man vertelde dat hij het heel goed deed, maar dat zijn oudste broer moeilijk uit het criminele milieu raakte. Dertig jaar geleden waren ze uit Albanië weggetrokken en bij haar in de klas gekomen. Ze hadden het heel moeilijk, ze begrepen de taal en de cultuur niet. Hij vertelde hoe ze op een bepaald moment zijn hand had genomen, hem op haar schoot had gezet en was beginnen praten. Hij begreep niets van wat ze zei, maar ze liet hem voelen dat er iemand is die van hem houdt. ‘Het is dat wat mij heeft geholpen om te groeien, vertrouwen te ontwikkelen’, zei hij. ‘Mijn oudste broer was te oud om op de schoot te nemen. Hij heeft dat niet kunnen meemaken.’ Kijk, dat vind ik een krachtig voorbeeld.”

“Links en progressief zijn te weinig bezig met thema’s als liefde of spiritualiteit. Omdat ze ooit de strijd hebben gevoerd tegen de katholieke kerk. Ik begrijp dat. Maar hoe gaan we de af braak van de planeet, die gedreven wordt door materialisme, stoppen? Door te tonen dat we op een andere manier ons leven zinvol kunnen maken. We moeten zorgen voor meer liefde in de samenleving en de politiek, en we moeten het cynisme ertegen bestrijden. Er zitten veel mensen op te wachten.”

 Meer info:

– Liefdeintijdenvanangst.wordpress.com

http://www.epo.be

Boekvoorstelling op 14/02 in Antwerpen en op 17/02 in Brussel.

Dit interview werd afgenomen door Joon Bilcke voor de wintereditie van ‘De Gazet’, het magazine van het Kortrijkse sociaal-artistieke gezelschap Unie der Zorgelozen, waarin dit haar eigen werk presenteert en contextualiseert

take down
the paywall
steun ons nu!