De schade die de regering-Michel heeft aangericht in haar eerste levensjaar is ongezien, en dit op vele vlakken. Maar niet iedereen wordt armer van dit beleid. Deze regering wordt dan ook terecht de ‘rijkenregering’ genoemd.
Even de voorlopige, trieste balans opmaken. De lijst is lang en divers en weegt steeds weer opnieuw het meest op wie het minst heeft. Ziedaar de rode draad van alle koopkrachtaanslagen die deze regering ‘produceert’.
Dalende koopkracht
De indexsprong kost bij een gemiddeld loon eeuwig durend al snel zo’n 700 euro per jaar. Verder krijgen we stijgende energiefacturen, hogere facturen voor gezondheidszorg, hogere rekeningen voor openbaar vervoer, duurder onderwijs, een beknotting van de vrije loononderhandelingen, een hogere BTW op consumptiegoederen met dank aan de zogezegde ‘tax shift’ en niet te vergeten alle aanslagen op de werkloosheidsuitkeringen van schoolverlatende jongeren, oudere werkzoekenden, economisch werklozen en deeltijdsen met een aanvullend vervangingsinkomen.
Luidkeels werd er gewezen op de ‘compensaties voor de laagste inkomens’. Maar die zijn echt ‘peanuts’ en verzinken in het niet bij de lijst van inleveringen of hogere facturen. In fel contrast met deze lijst worden andere inkomstenbronnen netjes buiten schot gelaten. Of het nu gaat om inkomsten uit verhuur of om grote vermogens, deze mensen wordt geen strobreed in de weg gelegd.
Hinderlijk sociaal overleg
Het sociaal overleg is duidelijk een hinderpaal en een stoorzender voor deze regering. Ook hier het fenomenale contrast tussen publiekelijk doen alsof er overleg mogelijk is maar in de praktijk zelfs de gemaakte afspraken van werkgevers en werknemersorganisaties niet naleven. Of het nu gaat over het bereikte akkoord rond het nieuwe werknemersstatuut, afspraken over de beschikbaarheid van werklozen, engagementen rond de ‘eindeloopbaan’, het pensioendossier, cao’s over loonvorming in sectoren, telkens opnieuw raakt deze regering aan gemaakte akkoorden of hypothekeert ze nieuwe afspraken.
We hebben pas in de diverse sectoren de leeftijdsbarema’s omgevormd naar ervaringsbarema’s of deze regering wil af van anciënniteitsverhogingen. Deze regering is niet verkozen om de loonvorming in ons land te regelen, dat doen wij als sociale partners sinds jaar en dag zélf wel, tot grote tevredenheid trouwens van de werknemers. Het gaat deze regering vooral om de afbouw van structuren en mechanismen en dus van het sociaal overleg, waarbij steevast zekerheden van werknemers onderuit worden gehaald.
Kloof tussen arm en rijk groeit
Het inkomen van mensen met een vervangingsinkomen wordt meer en meer beknot. De regering weigert om de lasten op arbeid te verschuiven naar een faire belasting op grote vermogens. Ze gebruikt btw-verhogingen om echte maatregelen met het oog op een duurzame, rechtvaardige fiscaliteit te ontwijken. Heel deze aanpak doet de kloof tussen arm en rijk groter worden en leidt, logischerwijze, tot grote maatschappelijke onrust en ontevredenheid. Niet het samenlevingsmodel waar wij voor staan.
De LBC-NVK zal zich, samen met het ACV en de andere vakbonden en samen met een groeiend aantal organisaties, blijven verzetten tegen dit regeringsbeleid. We roepen dan ook op om dit op 7 oktober in Brussel duidelijk te maken aan de regering-Michel.
De balans van één jaar regeringsbeleid is voor de werknemersbevolking catastrofaal en dwingt ons tot sterk en volgehouden verzet. We hopen dat ook jij je hierbij aansluit zodat ons gewicht politici de ogen opent. Het ACV is een vakbond van overleg maar dan moet het overleg ook ernstig zijn. Deze regering maakt dit niet mogelijk en wij kunnen onmogelijk de schade voort laten toenemen.
7 oktober moet dus een massale afwijzing worden van de regering. Maar méér dan ooit ook een krachtig signaal dat we andere politieke keuzes willen.
Stefaan Decock
Dit verhaal verscheen in de editie september 2015 van ‘Ons Recht’, het ledenblad van de vakbond LBC-NVK, een onderdeel van het ACV. Ontdek meer over de LBC-NVK op www.lbc-nvk.be en via www.facebook.com/vakbondlbcnvk