In het rapport Executive Excess 2015: Money to Burn onderzoekt het Institute for Policy Studies1 de dertig grootste Amerikaanse olie-, gas- en steenkoolbedrijven. De conclusies zijn opvallend. De ceo’s van die dertig bedrijven verdienden in 2014 samen 14,7 miljoen dollar. Dat is gemiddeld 9 procent meer dan het gemiddelde in de lijst S&P 500, de vijfhonderd grootste bedrijven in de VS.
Sinds 2010 verdienden de voltallige managementteams van de dertig betrokken bedrijven samen 6 miljard dollar, genoeg om 3,3 miljoen huizen te isoleren of de bijdrage van de VS aan het Groene Klimaatfonds te verdubbelen.
Olievoorraden
Om de klimaatverandering onder de 2 graden Celsius te houden en zo de meest rampzalige gevolgen te vermijden, moet het grootste deel van de gekende oliereserves in de grond blijven. Toch beloont elk van de dertien onderzochte oliebedrijven het management voor een uitbreiding van die reserves.
Het grootste deel van de verloning van de ceo’s bestaat bovendien uit aandelen en aandelenopties, waardoor die aangezet worden om uitsluitend op korte termijn te denken, zegt de studie. “Ons perverse bonussysteem beloonde de roekeloosheid die leidde tot de financiële crisis van 2008”, zegt Sarah Anderson, directeur Economie van het Institute for Policy Studies. “Diezelfde misplaatste beloningen moedigen roekeloosheid aan bij kaderleden van fossiele brandstofbedrijven, die zo de hele wereld in gevaar brengen.”
Dit verloningssysteem is bovendien ook voor de investeerders van die bedrijven riskant, zegt haar collega Chuck Collins. “Een meer rationeel systeem zou de wereldleiders op het vlak van energie motiveren om niet meer verder te boren naar nieuwe reserves maar integendeel een verschuiving te maken naar meer hernieuwbare energiebronnen.”
Bron: Executive Excess 2015: Money to Burn
1 De Amerikaanse denktank Institute for Policy Studies (IPS), niet te verwarren met Inter Press Service (IPS), het internationale persagentschap dat dit bericht verspreidt.