Het vraagt om streng in te grijpen bij alle vormen van gedwongen prostitutie, maar wil geen strafbaarstelling van klanten van prostituees. Het roept op om de maatschappelijke positie van vrouwen te verstevigen, zodat ze niet uit financiële noodzaak in de prostitutie stappen. Daarnaast wil het ook de positie van de prostituees versterken door ervoor te zorgen dat ze hun mensenrechten kunnen uitoefenen. Deze visie bevat op het eerste zicht veel positieve elementen (cf. Katleen Peleman en Martine Claeyssens van PasOp in DWM, 14/8), maar roept ook negatieve reacties op (Vrouwenraad in DS 12/8; Evie Embrechts en Ellen Satie respectievelijk op 19 en 20/8 in DWM). De tegenstand focust vooral op het gegeven dat Amnesty niet pleit voor het uitbannen van prostitutie en het vervolgen van klanten, maar de rechten van prostituees centraal stelt.
De intentieverklaring van Amnesty deed zo het sluimerende debat over de criminalisering / decriminalisering / legalisering… van prostitutie opflakkeren. Daarin staan verschillende visies tegenover elkaar. Sommigen willen prostitutie volledig bannen. Hierin past de recente oproep van de Europese Vrouwenlobby (in België gesteund door onder meer de Nederlands- en Franstalige Vrouwenraad) om naar Zweeds voorbeeld het kopen van seks strafbaar te maken, zodat klanten van prostituees vervolgd kunnen worden. Einddoel is een prostitutievrije Europese Unie. Andere, veel dunner gezaaide stemmen, pleiten ervoor om een wettelijke kader uit te werken voor sekswerk (wat ten dele in Duitsland en Nederland gebeurde) zodat de prostitutie (bijna) een bedrijfstak als een andere wordt. Tussen die twee uitersten zijn er verschillende tussenposities, waaronder die van Amnesty. Want alhoewel veel verslaggevers en opiniemakers berichten dat Amnesty pleit voor de legalisering van prostitutie, is dat niet het geval. Amnesty beperkt zich tot decriminalisering, volgens het principe dat prostituees en hun klanten in principe niet strafbaar zijn, en al wie misbruik maakt, bijvoorbeeld pooiers en mensenhandelaars, wel. Het spreekt zich uitdrukkelijk niet uit voor (of tegen) een wettelijk kader rond prostitutie. Legaliseren en decriminaliseren zijn dus geen synoniemen.
Het Vrouwen Overleg Komitee is nog bezig met het fijnstellen van het eigen standpunt. We willen hier enkele vragen op een rij zetten die daarbij opduiken en verhelderend zijn om het standpunt van Amnesty en de reacties erop te kaderen. Dit stuk brengt dus verslag uit van een lopende discussie en is geschreven in eigen naam.
Moet prostitutie met wortel en tak worden uitgeroeid of moeten politie en gerecht zich concentreren op het bestrijden van misbruik en dwang die dominant aanwezig zijn in de sector? En achterliggend: is seks tegen betaling per definitie verwerpelijk of niet? Hierop zijn verschillende antwoorden mogelijk. Sommigen stellen dat prostitutie sowieso neerkomt op een vorm van geweld van mannen op vrouwen en dat het uitbannen ervan de enige manier is om vrouwen tegen dit geweld te beschermen. Anderen vinden die tweedeling tussen vrouwelijk slachtoffer en mannelijke dader te simplistisch. Ze erkennen dat prostitutie de ongelijke relaties tussen vrouwen en mannen in de samenleving weerspiegelt, maar wijzen erop dat er ook een (kleine) minderheid is van mannelijke en transgenderprostituees, en van vrouwelijke klanten. Zonder de ogen te sluiten voor het vele geweld en misbruik in de sector, zien ze in principe de mogelijkheid van een onderhandelde afspraak rond betaalde seks en vinden ze dat volwassenen niet gestraft moeten worden wanneer ze zo’n afspraak maken. Ze vinden het bevoogdend te suggereren dat prostituees geen enkele handelingsmarge zouden hebben, terwijl die bij mensen in andere precaire en soms mensonterende werkomstandigheden wel wordt erkend.
Indien het al wenselijk zou zijn om prostitutie volledig uit te bannen, is het vervolgen van klanten (het zogenaamde ‘Zweedse model’) dan de juiste weg? Opnieuw is het antwoord niet eenduidig. Volgens de enen maakt het vervolgen van klanten mannen duidelijk dat prostitueebezoek maatschappelijk niet aanvaardbaar is, waardoor prostitutie afneemt. Anderen hebben hun twijfels bij die afname (afgaand op literatuur die we in 2014 samenbrachten, is in Zweden alleen een daling van de straatprostitutie in enkele grote steden bewezen). Ze wijzen er ook op dat de positie van prostituees verder verzwakt in zo’n systeem: ze zien hun inkomsten dalen, voelen zich kwetsbaarder en meer geïsoleerd omdat ze in de clandestiniteit werken en melden dat ze nog minder respect krijgen dan voorheen omdat het negatieve imago van prostitutie op hen afstraalt.
Zal een prostitutievrij Europa de mensenhandel doen verdwijnen of op z’n minst sterk doen afnemen? Voorstanders van het uitbannen van prostitutie menen van wel: er is een link tussen netwerken van mensenhandelaars en georganiseerde prostitutie, een prostitutieverbod zou de lucratieve sector dus een zware klap toebrengen. Anderen achten de kans klein: zolang mensen hun land verlaten op zoek naar een beter leven en daarbij op gesloten grenzen stuiten, zullen ze een beroep doen op mensensmokkelaars, met vooral voor vrouwen het risico dat ze bij gebrek aan alternatief vervolgens al dan niet gedwongen in de prostitutie belanden. Armoede ligt aan de basis van mensenhandel, niet prostitutie.
Een goed beleid inzake prostitutie moet rekening houden met de complexe en weerbarstige realiteit. Het lijkt een illusie om prostitutie te bannen in een wereld vol ongelijkheid, seksisme en armoede. De harde realiteit is dat in die ongelijke wereld prostitutie sommige vrouwen, een tijdlang, een levensnoodzakelijk inkomen verschaft. Het criminaliseren van prostitutie (door prostituees zelf en/of hun klanten te vervolgen) duwt deze kwestbare groep (verder) in de illegaliteit, zodat ze het nog moeilijker krijgt. Van een wettelijk kader voor prostitutie valt al evenmin veel goeds te verwachten, want dat geeft vrij spel aan kapitalistische marktmechanismen in een sector die doordrongen is van uitbuiting en machtsmisbruik.
Naar onze mening heeft het standpunt van Amnesty de verdienste dat het de betrokken vrouwen centraal stelt en focust op hun zelfbeschikkingsrecht, recht op respect, op veiligheid, op sociale zekerheid, op gezondheidszorg, enz. Amnesty bewijst bovendien oog te hebben voor de oorzaken van prostitutie wanneer het pleit voor een versteviging van de maatschappelijke positie van vrouwen, om het risico te verkleinen dat ze uit financiële noodzaak in de prostitutie belanden.
Het is een piste die ook bij het VOK op tafel ligt: focussen op een mix van maatregelen die de prostituees zelf ten goede komen:
- (kans)armoede aanpakken en inzetten op tewerkstelling en onderwijs, want wellicht zouden veel prostituees een andere keuze maken indien ze daar de mogelijkheid toe hadden;
- de sociale zekerheidsrechten van prostituees verzekeren;
prostituees reële uitstapmogelijkheden bieden (via zogenaamde exitprogramma’s die hen begeleiden naar ander werk) en sociale vangnetten voor hen voorzien; - een asielbeleid dat voorziet in recht op werk;
- een ander migratiebeleid;
- meer middelen inzetten om pooiers en mensenhandelaars te identificeren en te vervolgen, want gedwongen prostitutie en mensenhandel zijn een schending van de mensenrechten;
- meer middelen, personeel en opleiding vrijmaken voor de betrokken politiediensten;
- middenveldorganisaties die werken met prostituees subsidiëren;
kwaliteitsvol onderzoek opzetten naar de wetgeving en reglementering omtrent prostitutie in verschillende landen.
Kortom, een en/en-verhaal uitwerken met een sterk sociaal beleid met name inzake armoedebestrijding, specifieke maatregelen ter ondersteuning van prostituees, een asiel- en migratiebeleid dat erkent dat mensen een inkomen moeten kunnen verwerven, en meer middelen voor de politie. Het is erg belangrijk dat prostituees een stem hebben bij de concrete uitwerking van zo’n beleid.
Over heel wat van bovengenoemde beleidssuggesties (ondersteunen van prostituees, exitprogramma’s, middelen voor politie en gerecht…) bestaat er een grote eensgezindheid. Misschien is het tijd om de meningsverschillen over andere punten tijdelijk opzij te schuiven en de krachten te bundelen om beleidsmakers te overtuigen hier werk van te maken.
Ida Dequeecker en Els Flour, leden van het Vrouwen Overleg Komitee.