Opinie - Els Flour

Een verontschuldiging ware ook goed – maar zal er niet komen

Mensenrechtenonderzoekers Koen Lemmens en Jogchum Vrielink vonden het (De Standaard, 24-3-2015) van weinig consistentie getuigen dat vrouwen die zich verzetten tegen het hoofddoekenverbod en zich zorgen maken over de werkloosheid, toch Didier Reynders het recht ontzeggen om zich als noiraud uit te dossen en daarbij zelfs z'n ontslag eisen. Een ondertekenaar van de petitie tegen de minister reageert.

vrijdag 27 maart 2015 16:08
Spread the love

Ik
voel me aangesproken, want schuldig op alle vlakken: actief in het
Vrouwen Overleg Komitee dat zich tegen het hoofddoekenverbod verzet,
zondag mee in de Grote Parade voor duurzame en goede jobs, en na wat
aarzeling (zoals vaak bij petities deelde ik niet alle formuleringen)
ondertekenaar van de brief tegen minister Reynders.

1) Is er een rechtstreekse, aantoonbare link tussen raciale
discriminatie en deze noirauds? Vermoedelijk niet, en voor
zover ik kon zien, hebben deze noirauds geen racistische
intenties. En toch. Het is als met Zwarte Piet – met wie de
noiraud een vestimentaire smaak deelt: je kan er enkel
onschuldig plezier in zien, of je kan je ongemakkelijk voelen bij de
manier waarop ze stereotypen in stand houden die op hun beurt
bijdragen tot een samenleving waarin raciale discriminatie manifest
aanwezig is, en erg moeilijk bespreekbaar op de koop toe.

2 ,3 en 4) Ik eigen mij niet het recht toe om in m’n uppie te
beslissen wat racisme is. Mag er een “Conservatoire Africain –
Koninklijk Werk Wiegjes Prinses Paola” bestaan – zo luidt de
officiële naam, conservatoire zou verwijzen naar de bijgaande
fanfare? Jawel, vrijheid van vereniging. Mogen de leden ervan zich
Zwarte Piet-gewijs uitdossen voor hun geldinzamelingsacties? Jawel,
vrijheid van meningsuiting en indien ze geen racistische intentie
hebben, staat die niet ter discussie. Mag ik me tegen die
verkleedpartij uitspreken omdat ik vind dat ze niet thuishoort in de eenentwintigste eeuw? Jawel. Tot daar op vlak van de rechten.

Nu het
meer vage terrein van wensen en verwachtingen. Mag ik verwachten dat
onze minister van Buitenlandse Zaken één en ander weet over
blackfacing en hoe dat wel duidelijk in racistische tradities
past? Mag ik wensen dat hij daar, in zijn functie van verkozene des
volks en minister (van Buitenlandse Zaken dus), afstand van neemt in
plaats van bizar uitgedost met de pers te dollen? Moet ik echt eerst
een volwaardige antropologische studie opzetten naar dit lokale
filantropische gezelschap vooraleer m’n bedenkingen te formuleren?
Met m’n handtekening zeg ik dat het één ding is dat wilde
weldoeners zich in de negentiende eeuw zwart verfden en in
pseudo-Afrikaanse tenue staken, maar dat minister Reynders in de eenentwintigste eeuw beter moet weten.

4. vervolg) Inzake hoofddoeken en boerka’s vind ik niet dat ‘alleen
het interne perspectief van de vrouw’ telt. Ik vind dat er respect
moet zijn voor de Belgische Grondwet en internationale verdragen die
het recht op vrije godsdienstbeleving verzekeren. En vervolgens is
het binnen dat kader aan vrouwen zelf om te beslissen of ze al dan
niet een hoofddoek dragen. Naar mijn bescheiden mening zijn de
hoofddoek en de kleding van deze noirauds juridisch overigens
niet zomaar inwisselbaar, maar dat is hier m’n punt niet. M’n punt is
dat de minister van Buitenlandse Zaken had moeten verzaken aan zijn
recht om zwart geschminkt en verkleed geld in te zamelen voor
kansarme kinderen. Omdat je niet elk recht op elk moment in elke
functie mordicus moet opeisen. Omdat een minister niet moet
meestappen in dubieuze tradities die anno 2015 een ranzig kantje
hebben, zelfs al is er geen racistische intentie.

5) Het valt wel mee met die hardvochtigheid. Bij een eventueel
aftreden (niet dat ik me daar enige illusie over maak) zetelt Didier
Reynders in het federale parlement, wat dezelfde werkzekerheid biedt
als zijn huidige job; meer dan een beperkt loonverlies zou hij niet
lijden. Mij persoonlijk was het met het tekenen van deze brief zelfs
niet om het ontslag van Didier Reynders te doen. Ik wilde me vooral
aansluiten bij de initiatiefnemers en laten horen dat ik niet gediend
ben van de vele vormen van ‘onschuldige’ stereotypering in de
samenleving. En met een oprechte verontschuldiging had ik ook
genoegen genomen. De kern van het probleem is niet dat deze
handtekeningen een man bedreigen in zijn functie, en de
‘gedachtenpolitie’ verder doen oprukken. De kern van het probleem is
dat er, ondanks deze handtekeningen, niet eens een verontschuldiging
zal komen.


Els Flour is lid van de Raad van Bestuur van het Vrouwen Overleg
Komitee. De opinie van Koen Lemmens en Jogchum Vrielink vind je hier.

take down
the paywall
steun ons nu!