Voedselproductie in het oerbos: landbouw en natuur voorbij de polemiek

zaterdag 14 februari 2015 16:06
Spread the love

Landbouw en
natuur worden altijd maar lijnrecht tegen over elkaar geplaatst. In de media en
doorheen de politieke onderhandelingen tussen landbouw- en natuurorganisaties
wordt de polemiek steeds bevestigd. Nog deze week horen we ze: ‘Dure groene
landbouwsubsidies leveren milieu niets op‘ of ‘Niet overal kan natuurwaarde
gerealiseerd worden’. Het gaat over de ‘instandhouding’ van de natuur of de ‘vrijwaring’
van landbouwgrond .Steeds heerst een logica van ‘versus’. 

Vorige week
op het forum van de werkgroep stadslandbouw (https://stadslandbouwgent.wordpress.com) bracht Jos Willemsen voor een Gents publiek de
evidente maar vreemd genoeg nog zo weinig doordachte mogelijkheid om
voedselproductie en natuurbeheer te combineren (voor een zicht op zijn projecten http://jwlp.nl/nl/projecten/). Hij bracht een reeks
voorbeelden over hoe veeteelt, meer- en enkeljarige gewassen met elkaar
gecombineerd kunnen worden. Ook doorbrak hij de mythe dat natuur er enkel is om
gerust gelaten te worden, maar dat actieve agro-ecologische interventie de
biodiversiteit en ecologische samenhang 
in een natuurgebied kunnen verbeteren. Ten slotte sprak hij over de
‘Randerij’ een model waarbij de buffers tussen landbouw- en natuurgebied nieuw
zones worden gecreëerd waar biodiversiteit, natuurbeleving en agro-toerisme
kunnen worden gecombineerd.

In de
Gentse Vooruit,  buiten de kamers van het
bovenlokaal overleg – de plaats waar vertegenwoordigers van landbouw en natuur
al jaren strijden – kon er door de directeur van Natuurpunt en de voorzitter
van de Gentse Landelijke gilden wel voorbij de scherpe grenzen worden gedacht.
Misschien moeten we ook eens in eigen boezem kijken, en nagaan hoe we
natuurgebied kunnen zien als een mogelijkheid voor duurzame voedselproductie,
zei Chris Steenwegen van Natuurpunt . Ook Luc Van Acker gaf aan dat hij al in
de jaren zeventig voorstander was van het gebruiken van ecologische principes
in de moderne landbouw maar dat die ideeën precies verloren gegaan zijn ‘in de
strijd’.  

Het mooie
nieuws is dat de huidige polarisering niet hoeft. Multifunctionele
agro-ecologische landbouw is een realistisch model waarbij natuurbeheer, landbouwinkomen
en maatschappelijke betrokkenheid tegelijkertijd worden verstrekt.  Een voorbeeld dat onlangs werd aangehaald
door landbouwer Jos De Clercq maakt dit duidelijk : https://www.dewereldmorgen.be/blog/josdeclercq/2015/02/03/natuurvlees 

Een collega heeft oorspronkelijke Kempische
koeien die in natuurgebied grazen. Naast het natuurvlees zorgt hij bijgevolg
voor het behoud van genetische diversiteit en is zijn bedrijf een beetje een
levend museum. Maar hij gaat verder: het ruwe materiaal in de natuurgebieden is
wel voedsel voor de koeien, maar onvoldoende voor de kalfjes. Daarom laat hij
de kalfjes aan de koeien zuigen. Hij gebruikt zijn koeien om het ruwe
materiaal, via de melk, om te zetten tot krachtvoer voor de kalveren. Als deze
voedingsbron begint op te drogen zijn de kalveren 10 tot 12 maanden. Ze zijn dan
lekker dik en mals. Ze worden geslacht als “jong rund”. Mensen kunnen
op de boerderij op vakantie komen en zich dagenlang verliezen in het landschap
dat door de dieren wordt onderhouden. Aan dit bedrijf is nu ook een
groentebedrijf gekoppeld zodat de mest van de dieren gebruikt kan worden om
groenten te kweken;”
 

De
landbouwer zet in op drie gebieden: actief natuurbeheer, gediversifieerde
lokale afzetmarkt en contact met de burger.  

Laten we nu
even de kritiek aan het woord: dit model is niet realistisch voor de moderne
landbouw, niet alle landbouw is grondgebonden, op basis van dit model kunnen we
de wereld niet voeden.  

Ok, de
wereld voeden is belangrijk en de overgang naar dergelijke agro-ecologische
modellen gebeurt niet van vandaag op morgen. Niet alle landbouw zal ook
grondgebonden zijn en niet elk natuurgebied dient voor de productie van
voeding. Maar we kunnen de vraag ook omkeren door te stellen: voeden we naast
onszelf ook onze landbouw en natuur? Deze voorraadkamers van voeding,
natuurschoon en ecologische diensten (zoals bodem, water) zijn toch op zich wat
onze welzijn en welvaart voedt? Door natuur en voedselproductie te zien als
manieren om draagkracht te verhogen wordt het voedselvraagstuk in een ruimere
duurzame context gezien. 

Als we de
vraag op deze manier stellen dan kunnen we denken vanuit de grond in plaats
vanuit de optimalisering van bestaande productie of behoud van bestaande
biodiversiteit. Wat is de waarde van 1 hectare landbouwgrond, 1 hectare
natuurgebied en 1 hectare multifunctioneel gebied? Wat als we de waarde (voor
landbouwer, milieu en maatschappij) van 1 hectare maïs voor veevoeder vergelijken
met 1 hectare polycultuur CSA? Of 1 hectare beukenbos met 1 hectare
agro-ecologische natuurgebied,  Dit
betekent niet dat veevoeder moet verdwijnen van de Vlaamse velden, dat er geen
oerbos meer is of dat alles morgen polycultuur moet zijn, maar wel dat er een
opening ontstaat om te denken over de samenwerking tussen landbouw en natuur en
de waardering daarvan in markt en maatschappij.  

En hier
komt het lokale niveau tevoorschijn. Alhoewel op het Vlaamse niveau een hele
discussie woedt rond instandhoudingsdoelstellingen en de planningslogica
steevast uitgaat van eenzijdige functionaliteit (altijd een hoofdfunctie met
nevenactiviteiten) is het op lokaal niveau mogelijk om vanuit een concreet
project met visie, langdurige samenwerking rond landbouw, burger en natuur tot
stand te brengen. Zijn er boeren die bereid zijn om mee te denken over een
multifunctioneel bedrijf? Zeker en vast. En niet enkel bio-boeren. Zijn er
natuurliefhebbers met een passie voor ecosysteemdiensten en agro-ecologie. Die
moeten bestaan. Waarom kunnen zij niet aan tafel zitten en concrete projecten
uitdenken, weg van het politieke spanningsveld maar vanuit de lokale praktijk.
De Gentse werkgroep stadslandbouw wil hier zeker een rol in spelen.  

Als we zien
wat er in Gent leeft, lijkt dit een haalbare kaart. De uitdaging zal eerder nog
bij het beleid liggen. Neem de Gentse groenpolen, waarvan de Vinderhoutse
bossen een schoolvoorbeeld voor multifunctionele landbouw. Een kinderboerderij,
een stuk natuurgebied, 4 hectare grasland in eigendom van de stad, omringd door
landbouwgrond, een hoeve die op de vrije markt komt. Waarom wordt hier geen
visie rond ontwikkeld, waarom wordt er door de VLM en de stad geen
participatief proces rond deze invalshoek opgestart?  

Of nog,
blijkt dat het Gentse OCMW zowaar 2900 hectare grond in eigendom heeft.  Dan lezen we wat ze allemaal verkocht hebben:
De voorbije twee jaar werden zeven
hoeves en 53 hectare landbouwgrond verkocht, naast 20 woningen, drie hectare
bouwgrond en 17 hectare bos en natuur, goed voor een opbrengst van 14,5 miljoen
euro
.” (VILT http://www.vilt.be/ocmw-gent-verkoopt-een-deel-van-zijn-patrimonium)  

Misschien
kan daar eens een hectare of drie eens worden ingezet voor een project rond
multifunctionele landbouw? Past dit niet binnen de zo mooi geformuleerde Gent
en Garde strategie? https://www.gent.be/over-gent-en-het-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-bestuur/uitvoering-van-het-beleid/natuur-milieu/gent-en-garde 
Of krijgen we opnieuw te horen: er is geen geld.

take down
the paywall
steun ons nu!