In
de jaren 1990 begon de bouw van luxueuze woonwijken rond Buenos
Aires. Die werden echter neergepoot in waterrijke gebieden met
belangrijke ecosystemen. In november 2014 traden de rivieren in de regio buiten hun oevers. Meer dan vijfduizend mensen moesten worden geëvacueerd.

De
regering van president Cristina Fernández de Kirchner wijt deze
overstromingen aan “een combinatie van de Sudestada (‘de
zuidooster’, een lokaal weerfenomeen gekenmerkt door plotse
verandering van de windrichting), overvloedige regen en een
verzadiging van de waterbekkens”.

Bufferzones opvang overstromingen verkleind

Patricia
Pintos van het Centrum voor Geografisch Onderzoek van de Universiteit
van La Plata nuanceert dat echter. Deze samenloop van omstandigheden
is volgens haar nog erger gemaakt door de verstedelijking, vooral door de
bouw van woonwijken in waterrijke gebieden.

Deze
wijken hebben de overstromingsgebieden van de rivieren en de
uitgestrekte draslanden ingepalmd. Die overstromingsgebieden en
draslanden zijn van vitaal belang voor de waterhuishouding. Ze zorgen
ervoor dat overtollig water snel een uitweg vindt. Nog volgens Patricia Pintos zijn door de
verkaveling de bufferzones verkleind.

“Men
heeft de draslanden dichtgestopt met verkavelingen, die paradoxaal
genoeg een manier van leven promoten waarin water en natuur centraal
staan”, zegt stedenbouwkundige Laila Robledo van de universiteit
General Sarmiento.

Natuurlijke drainage geblokkeerd

In
het benedenbekken van de rivier Luján namen deze wijken meer dan
7.000 hectare in beslag. “De bouw van 65 verkavelingen heeft de
topografie van riviermonding veranderd. Het heeft de drainage
afgeremd, zoals we nu gezien hebben.”

“In
Tigre, een van de getroffen gemeentes, woont 10 procent van de 350.000
inwoners in dit soort wijken”, zegt Martín Gianella van de
gemeentelijke administratie. “In deze zone kwamen altijd al
overstromingen voor als gevolg van de Sudestada. Het nieuwe is
echter dat we de laatste vijf jaar meer overstromingen zien als gevolg van
regen. Het is geen toeval dat die zich vooral voordoen in deze
wijken, die de laatste tien jaar zijn gebouwd.”