Al zingend naar het stembureau: een syndicale mening

Al zingend naar het stembureau: een syndicale mening

Sta me toe, een kleine week voor de ‘moeder aller verkiezingen’ even een stoffig, doch 'objectief' onderzoekje te doen naar wat onze politiekers allemaal trachten te beloven als we hen maar (her)verkiezen.

vrijdag 23 mei 2014 21:26
Spread the love

’t
Is die tijd van het jaar, waar ze allemaal plots een pak sympathieker lijken.
Een pak meer aanwezig en aanspreekbaar zijn, met hun huisbezoeken en deelnames
aan spaghettifestijnen en sportwedstrijdjes.

Eerlijk?
Ik hekel deze periode. Al is het maar omdat hun leugens nog massaler zijn, hun
echtheid nog verder te zoeken is en hun mouwvegen nog pertinenter aanwezig is.

..en
voor al het overige, horen we geen mening te hebben. En als we die wel hebben,
en ze blijkt in te gaan tegen die van hen, worden we al heel snel bestempeld
als ‘verzuurd’.

Misschien
ben ik dat ook wel een beetje, alhoewel ik het eerder ‘alert’ en
‘strijdvaardig’ noem. Om de eenvoudige reden, dat ik nog steeds optimistisch en
hoopvol ben.

Mag
ik jullie, vanuit deze bedenking even mijn dagdagelijkse realiteit aanbieden?

Wat
voor mij ontzettend van belang is in de zoektocht naar ‘de juiste stem voor de
juiste partij’, is absoluut het syndicale luik.

Ik
ben van opleiding therapeute, van geaardheid mens en van inborst een strijder
tegen onrechtvaardigheid. Dat laatste, wordt mij vooral opgedrongen door mijn
‘appelboomgenen’. Je weet wel, wanneer je culturele context zich ook bij jou
aanbiedt en er voor zorgt dat je het gevoel hebt geen keuze te hebben.

Soit,
het maakt in ieder geval dat ik heel erg gefixeerd ben op dat wat niet klopt.
Dat wat niet juist is. Dat wat ik dan bij gevolg ‘moet’ aanklagen. En concreet
betekent dat ook, dat in deze hele periode de partijpropaganda moest verslonden
worden.

Feit
is, dat de meeste programma’s ongelooflijk log en lijvig zijn. En dat dit
betekent dat dit voor de meeste mensen al een struikelblok is om er ook nog
maar aan te beginnen, zo ook voor mij. Dus koos ik de -voor mij- meest voor de
hand liggende stukken; welke kijk hebben ze op de rechten van onze werknemers?

Ziehier
mijn bescheiden mening..

Over
het Vlaams Belang, wil ik zo min mogelijk schrijven. We
weten allen al veel langer dat ze er voor pleiten vakbonden te laten ontbinden.
En vakbonden rechtpersoonlijk te maken (wat eigenlijk hetzelfde betekent als
‘feitelijke vereniging’, zodat iedere onderhandeling teniet wordt gedaan.
Iedere kleine overwinning op een werkvloer kan worden aangevochten voor de
arbeidsrechtbank. Iedere werknemer kan bekeken worden als ‘werkweigeraar’ als
hij staakt.)

Toch
wens ik ze een pluim te geven, al is het maar voor hun consequent zijn. Ze
schreven namelijk het enige programma dat ook toegankelijk is voor
laaggeletterden; beknopt, duidelijke lay-out en lettertype, opvallende en
makkelijk verstaanbare woorden. En dit an sich, is behoorlijk verdienstelijk,
aangezien laaggeletterden nog steeds een van hun favo doelgroepen is.

Bart
De Wever en zijn vrienden, pleiten ook voor diezelfde rechtspersoonlijkheid.
Vreemd? Goh, aangezien ook Bart nooit verzwegen heeft dat ‘Voka zijn werkgever
is’, niet echt. Ook
hun eis tot het afschaffen van CAO’s op sectoraal niveau, past volledig in hun
strategisch denken en handelen. ‘Ze moeten maar, liefst zonder bonden,
rechtstreeks gaan onderhandelen met hun werkgever. En als die vindt dat ze een
extraatje krijgen, kan dat toegestaan worden.’ Concreet:
onderhandelingen over sociale voorzieningen, verloning en afspraken met
betrekking tot het werk, moeten maar in het bedrijf worden gevoerd. Niets meer
op federaal niveau. Geen arbeidsraad meer.

Dit
kan dus leiden tot ‘verpleegster ‘x’ dat € 300,- per maand netto meer verdient
in Antwerpen stad dan ‘verpleegster ‘y’ die hetzelfde werk uitvoert in
Willebroek, omdat het ziekenhuis in Antwerpen toevallig rijker is dan dat in
Willebroek. Je
kan er behoorlijk gerust in zijn dat het ziekenhuis in Antwerpen dus met een
behoorlijke wervingsreserve zal zitten, terwijl dat in Willebroek met de handen
in het haar zit. En misschien wel afdelingen moet sluiten omdat het niet
voldoende personeel vindt. Bovendien
wil dat ook zeggen dat personeelsbeleid opnieuw een stuk ‘natte vingerwerk’
wordt. Terwijl de HR-sector serieus aan het boomen is. En het syndicale werk
nooit gedaan is. Of leren we dan echt geen enkele les uit de geschiedenis?

Zie
je, zonder die sectorale CAO’s, zouden we elkaar alleen maar kapot concurreren.Niets
sociaals lijkt mij. En niets bevorderlijk voor de economie.

Ook
onze blauwe vrienden, vinden vakbonden veeleer een ‘blok aan hun been’ dan een
bondgenoot die misschien wel iets nuttigs te vertellen heeft.

‘De
ondernemer is de motor van de economie’, zie je. Maar als die tandwieltjes in
die motor (= de werknemers) blokkeren, is er geen sprake (meer) van een
ronkende motor. En wellicht wordt dit veel te vaak vergeten, of verzwegen.

De
Gwendoline’s van dienst, zouden ook het liefst het brugpensioen zien afgebouwd
en de pensioenleeftijd zien opgetrokken worden. Voor
alle duidelijkheid: er wordt wel degelijk gesproken over het aantal ‘voltijds
gewerkte jaren’. (3/4 of ½ is niet voldoende en moet worden ingehaald)Ow,
en ook belangrijk om te vermelden: de periode dat je tijdkrediet nam, telt niet
mee als gewerkt. Ook die perioden moeten achteraf worden ingehaald!

Concreet
betekent dit dus dat we met z’n allen langer moeten werken, terwijl er een hele
generatie werkloze jongeren ongeduldig staat te trappelen om aan de slag te
kunnen, zonder dat ze kansen krijgen.En
dat terwijl zoveel 45+ers massaal worden ontslagen en vervangen worden door
‘veel goedkopere interimmers en jobstudenten’.

Ik
vraag het me echt af, hoe onze ‘fin de carrière’ er effectief uit ziet als we
(bijna) de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, wanneer dit ook mag
zijn.

Wat
onze ‘middenpartij’ betreft, kan ik ook deze keer geen duidelijke voorstellen
terugvinden. Zeer traditioneel; CD&V kent immers een lange traditie van
verdeeldheid tussen een ‘linkervleugel’ (= ACW-ers) en een ‘rechtervleugel’
(euhm, alle anderen?)

Zij
probeert al een eeuwigheid te balanceren, de kerk in het midden te houden om
verdeeldheid tegen te gaan. Zo ook tussen werkgevers en werknemers. In de hoop
van op die manier zo veel mogelijk stemmen te winnen. Zij
lost een probleem namelijk pas op, als het zich stelt. En dat meent ze ook. Dat
is de tactiek die ze, bij geschillen tussen werkgevers en werknemers, steevast
inzet.’t
Is een strategie zoals een ander, al zal er een moment komen dat ze toch partij
gaat moeten kiezen.

De
grootste verrassing voor mij, komt van de groene jongen en meisjes. Ik geef
toe, ik was best een beetje aangeslagen na het screenen van hun programma.

Woorden
zijn blijkbaar niet altijd ondubbelzinnig, teksten nog minder. En in dit geval,
ben ik daar absoluut niet mee opgezet.

Groen
gaat er prat op, dat het stakingsrecht moet worden gevrijwaard. En geloof mij
vrij, ik kan me daar volledig achter scharen. Alleen, vragen ze in hun teksten
wel dat het wordt gepolitiseerd. Dat het omkaderd kan worden. In wettekst
gegoten kan worden. De politiek en werkgever mee kan beslissen wanneer er
gestaakt wordt…wat
zoveel betekent als: “Hey, we willen het niet afschaffen hoor, we willen alleen
bepalen óf, hoe en wanneer jullie daar gebruik mogen van maken.”

Ook
stel ik me vragen bij de objectiviteit van hun ‘burn-out plan’; als ik het goed
voorheb, pleit groen er voor om een burn-out te laten herkennen als
‘arbeidsongeval’, niet als ‘beroepsziekte’. Merkwaardige keuze lijkt me dat,
net omdat de periode van de stoflong als beroepsziekte gepasseerd is, en de
(h)erkenning van psychologische last meer vorm krijgt. Trouwens, het voorstel
om deze te laten vaststellen door de preventieadviseur, verbonden aan het
bedrijf, zet de arbeidsgeneesheer volledig buiten spel.

Beste
groenen, mag ik dit op z’n minst merkwaardige keuzes vinden voor een partij die
als slogan ‘samen beter doen’ scandeert?!

Wat
onze vrienden van sp.a betreft, stel ik me alleen maar vragen bij het gebruik
van werkcheques voor jongeren.

Hoe
goed bedoeld het ook is, het haalt niets uit om extra (nep)statuten te creëren
om mensen ‘goedkoop’ aan het werk te zetten, als daar aan het einde van de
carrière niets tegenover staat. Een
hoop werkloze jongeren die via lapmiddeltje de plaatsen moeten innemen van
ervaren en oudere werknemers, terwijl die oudere werknemer ook langer aan het
werk wordt gehouden. Ik snap hiervan de logica niet goed.

De
loopbaan van 42 jaar is vaak ook te lang. Dat betekent trouwens ook dat het voor
de eerste keer in de geschiedenis is, dat de socialisten de drempel van ’65
jaar als pensioenleeftijd’ overtreden. En daar wringt voor mij toch wel een
beetje het syndicale schoentje. Niet
iedereen is in de wieg gelegd om 42 jaar lang zichzelf voltijds uit te lenen
ten dienste van de gemeenschap. Niet iedereen heeft de luxe een job te hebben
waar hij of zij met gemak 100 jaar kan worden, omdat de werkdruk nauwelijks
voelbaar is en de fysieke uitdaging onbestaande. Ik mis hierin dus een pak
nuance, en zou heel graag deze discussie verder open trekken.

..of
zijn we niet allemaal op zoek naar ‘werkbaar werk’?!

Opvallend
bij het ‘socialisme 2.0’ van PVDA+, is het pleiten voor het behoud
‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’, beter gekend als ‘brugpensioen’.

Ik
juich, omdat ik overtuigd ben dat deze maatregel inderdaad kan bijdragen aan
het creëren van jobs voor de jongere generatie én omdat onze oudere werknemers
dan een andere ‘fin de carrière’ kunnen hebben dan deze dat nu voor hen
weggelegd is. Het
peterschap kan worden uitgebreid; de oudere verwelkomt de jongere, leert
hem/haar de kneepjes van het vak en kan dan met een gerust geweten en (een
redelijk) goeie gezondheid genieten van zijn/haar op rust stelling. Wie wil dit
niet?!

Maar
helaas.. er wordt hier enkel gepleit voor de paritair comités in de bouwsector.

Betekent
dit dan dat een brandweerman van 61 jaar dezelfde fysieke sterkte moet vertonen dan die
van 26 jaar? Dat
een leraar van 63 jaar evenveel tumult moet kunnen verdragen dan één van 22
jaar? Of
dat een vuilnisman van 65 jaar even snel en evenveel gewicht moet kunnen heffen
dan zijn veel jongere collega?

Zeg
het mij ‘nieuwe socialisten’, want ik ben daar ontzettend benieuwd naar.. ’t
Gaat hier tenslotte ook over mijn toekomst.

Enfin,
ik ben er van overtuigd dat onze vrienden van de linker zijde het absoluut goed
menen met onze gemeenschap, en met ons allemaal. Maar syndicaal valt er toch
nog wel ’t een en ’t ander bij te schaven.

Misschien,
als ze de bereidheid hebben, kunnen ze wel bij elkaar op de koffie. En
misschien, heel misschien, drinken ze dra samen met mij een Ricardje op een terrasje, terwijl
we ideeën uitwisselen over een werkbare werkvloer.

Ik
blijf alleszins hoopvol, en trek komende zondag al zingend naar het stembureau.

Meer lezen? Vind hier de website van ‘verenigde talenten tegen de verzuring’ 🙂

take down
the paywall
steun ons nu!