Vermogens en perceptie

Vermogens en perceptie

Gaande van “De 85 rijksten bezitten samen meer dan de helft van de wereldbevolking”, over “De tien procent rijkste Belgen is ruim 254 keer rijker dan de tien procent armste Belgen” tot “De vermogenskloof is 45 keer groter dan de inkomenskloof”. Doemberichten over ongelijkheid worden haast dagelijks op ons afgevuurd. Schokkend vinden we dit met zijn allen precies niet, of we doen er toch (te) weinig aan. Waarom?

donderdag 15 mei 2014 13:35
Spread the love

Vermogens(ongelijkheid) en perceptie

Gaande van “De
85 rijksten bezitten samen meer dan de helft van de wereldbevolking”,  over “De tien procent rijkste Belgen is ruim
254 keer rijker dan de tien procent armste Belgen” tot “De vermogenskloof is 45
keer groter dan de inkomenskloof”.

Doemberichten over ongelijkheid worden haast
dagelijks op ons afgevuurd. Schokkend vinden we dit met zijn allen precies
niet, ondanks voldoende bewijzen en onderzoeken die duidelijk maken dat
ongelijkheid de hele maatschappij ontwricht. Lees de boeken van Wilkinson en
Pickett (The spirit level), Paul Verhaeghe (Identiteit), of Dirk De Wachter
(Borderline times) en je weet genoeg: we gaan met z’n allen naar een afgrond,
maar doen hier niets aan.

Zijn we te lui? Te onmondig?  Bevangen door een gevoel van onmacht? Of laten
we ons gewoon ringeloren door de perceptie over economie, bezit, geld, loon en
groei die ons zoveel als mogelijk opgedrongen wordt?

Waarom zijn
we nog verbaasd over de groeiende vermogensongelijkheid? Heeft links dan zo’n
makke economen en politici? Zijn er wel linkse economen, buiten die ene
Piketty? Of waarom komen er vanuit linkse hoek geen verklaringen voor deze
stijgende ongelijkheid?

Een
belangrijke oorzaak ligt simpelweg bij perceptie en interpretatie. Loon en
vermogen worden te gemakkelijk door elkaar gebruikt. Mensen praten over een
rechtvaardig loon, niet over een rechtvaardig vermogen. En net de verschillen
in loon die nu als rechtvaardig beschouwd worden, leiden tot onrechtvaardige
vermogensverschillen.

Een vermogen
wordt opgebouwd door sparen, niet door het loon an sich… We moeten immers tot
een bepaalde hoogte rekening houden met de kosten die sowieso iedereen heeft,
kosten noodzakelijk zijn om een normaal leven te leiden.

Als we deze kosten
aftrekken van het loon zien we een compleet andere verhouding. Iemands loon wordt vanuit de foute relativiteit bekeken: die van de absoluutheid.  Eén deel van het loon is relevant voor kosten van het heden
(of zelfs het verleden), een ander voor de toekomst.

Simpel gesteld vormen alle
verkregen loondelen voor de toekomst iemands vermogen. Dit wordt ook wel sparen
genoemd. Ik vermeld erbij dat dit een vereenvoudigde voorstelling is, aangezien
een huis, een wagen, of een ander duurzaam bezit ook bij het vermogen geteld
kan worden.

Onderstaand
voorbeeld zal duidelijk maken dat de manier waarop we iemands loon
interpreteren pertinent onjuist is! Volgt u even mee…

Tweelingbroers
Jan en Piet leiden elk perfect hetzelfde leven. Beiden hebben een gelijkaardig huis,
twee kinderen en zijn gelukkig getrouwd. Maandelijks hebben ze zo beide
dezelfde kosten:

·        
De
afbetaling van het huis: € 750

·        
Water
en energie:  € 550

·        
Eten
en drinken: € 550

·        
Kleding:
€ 100

·        
Herstellingen
en vervanging van toestellen (TV, radio, wasmachine,…): €100

·        
Kosten
van de wagen (taks, brandstof, onderhoud,…): € 350

=>  totale kost: € 2.400

Het enige
verschil is het netto-inkomen. Terwijl Jan een netto-gezinsinkomen heeft
van € 2.600, krijgt het gezin van Piet € 3.200 per maand.

Hoeveel keer
meer verdient Piets gezin dan dat van Jan volgens jullie? Voor de meesten zal dit 23% zijn ((3.200-2.600)/2.600). Er zou echter ook geargumenteerd
kunnen worden dat dit 400% is.

Piets gezin
kan namelijk  €800 sparen per maand,
terwijl het gezin van Jan slechts €200 opzij kan zetten voor onverwachte
kosten. Het gezin van Piet ziet zo het vermogen 4 maal zo snel stijgen als dat
van Jan.

Indien Piets
gezin per maand bijvoorbeeld  € 4.000 zou
verdienen (niet zo gek veel),  komt dit
verschil al neer op een vermogen dat 8 keer (1.600/200) zo snel stijgt, terwijl
het gezin (maar) 66,66% meer verdient ((4.000-2400)/2.400). Een loon dat 23%
hoger ligt, leidt dus tot een verschil in spaarvermogen van 4; bij een loon dat
66,66% hoger ligt is dit al acht…

Om het belang
van interpretatie en perceptie beter duidelijk te maken, bekijken we de situatie
nu waarbij beiden 5% opslag krijgen. Voor Jans gezin betekent dit dat €2.730
het nieuwe maandloon wordt, voor Piets gezin wordt dit € 3.360. Het verschil in
spaarmogelijkheid verandert onevenredig. € 330 kan het gezin van Jan sparen,
voor Piets gezin is dit  € 960. Het
spaarvermogen stijgt zo met respectievelijk 10% en 6,66%. Wil dit zeggen dat
Jan bevoordeeld wordt ten opzichte van Piet? Natuurlijk niet, aangezien Piet
per maand een groter extra bedrag kan sparen (€160 vs. €130), terwijl zijn
gezin het minder nodig heeft. Alweer een kwestie van perceptie…

Er moet eveneens
rekening gehouden wordt met een evenredig stijgende inflatie. Hier zie je de link met het wonderlijke indexmechanisme.
Een stijgende levenskost met 5% zou leiden tot een kost van € 2.520 per gezin.
Nieuwe spaarvermogens zijn dan € 210 (2.730-2.520) en € 840 (3.360-2.520). In
dit geval zou het gezin van Piet nog steeds vier maal zoveel kunnen sparen,
maar stijgt het verschil in absolute waarde naar € 630, terwijl dit eerst
slechts € 600 was. Zelfs met het indexmechanisme hebben grotere vermogens dus
een groter absoluut voordeel.

Durft U zich
nu verder in te beelden wat een indexsprong teweeg kan brengen voor
mensen die nu reeds amper sparen? Blijft u dan nog heel even bij de les. In dit
geval zouden de kosten wel stijgen, terwijl de inkomens gelijk blijven. In
voorgaande voorbeeld zou het gezin van Jan nog maar € 80 kunnen sparen, dat van
Piet € 680. Het relatieve verschil in spaarvermogens is nu bijgevolg gestegen
van vier maal tot 8,5 maal! Een relatief klein verschil in loon leidt al snel
tot een groot verschil in vermogensopbouw. En wat doet Jan in geval van een
onverwachte kost? Veel heeft hij immers nog niet kunnen sparen. Piet is bestand
tegen vier maal zo hoge onverwachte kosten. Waren niet ALLE PARTIJEN voor het
behoud van koopkracht?!?

Dus, wanneer
durft nu iemand de lonen eens eindelijk op een eerlijke manier te vergelijken?

Waarom zijn
de mensen bijgevolg nog verbaasd dat we te maken hebben met een stijgende
ongelijkheid? Als een voorbeeld voor twee modale gezinnen dit al duidelijk
maakt, kan u zelf de berekening maken voor een gezin waarin de ouders beiden
kaderlid zijn tegenover een gezin waarin de ouders het loontje van een
fabrieksarbeider en een poetsvrouw opstrijken?

Net het
gedeelte dat betrekking heeft op de toekomst, namelijk de mogelijkheid om te
sparen, werkt de ongelijkheid van vermogen in de hand. Mensen moeten maar
verstandig genoeg zijn om dit spaarvermogen te gebruiken en een kleiner deel in
het heden te gebruiken, hoor je dan vaak. Iemand met een laag inkomen heeft
deze mogelijkheid niet altijd. Mensen met een laag inkomen zullen eerder
verplicht zijn een huis te huren in plaats van te kopen (want een lening is
niet meer voor iedereen weggelegd), waardoor ze hun vermogen niet kunnen
opbouwen. Onderzoek toont aan dat meer en meer mensen hun doktersbezoek
uitstellen uit financiële overwegingen. Ben je dan verbaasd dat een
laaggeschoolde drie tot vijf jaar vroeger sterft? De bus nemen omdat een wagen
kopen te duur is omwille van de taxen, hoge brandstofkosten, verzekering? Per
kilometer ben je meer geld kwijt als je de bus neemt. Eenvoudige keuzes, maar
toch durven velen beweren dat de armen hun situatie aan zichzelf te danken
hebben. Leve Dalrymple, leve mezelf!!

Is dit een
pleidooi voor een basisinkomen voor iedereen, of gewoon voor het behoud van de
werkloosheidsuitkeringen? Een pleidooi voor een vermogens(winst)belasting? In
mijn ogen heeft de maatschappij vooral nood aan verschillende perspectieven. Er
is geen ruimte meer voor perceptie: dissidente denkers worden aangevallen en
afgeschilderd als pessimisten, hippies, marginalen, of wat dan ook. De
heersende religie van het neoliberalisme zorgt ervoor dat mensen het meest
bepalende aspect van de maatschappij niet meer in vraag stellen. Kapitalisme
zou namelijk het einde van de geschiedenis zijn. God is niet meer, leve de
economie. Moeten we zo goed als mogelijk leven binnen deze economische heerschappij,
die zorgt voor de beste van de slechte oplossingen? Of zijn er andere
mogelijkheden?

Werkloosheidsuitkeringen
slecht voor de economie?

Ook
werkloosheidsuitkeringen kunnen en moeten in dit perspectief bekeken worden.
Een werkloosheidsuitkering is er immers om de kosten van wonen en leven te
kunnen dekken voor de mensen die zonder werk vallen. Logisch toch?

Uitkeringen
voor niet werkenden zijn net beter voor de economie omdat de mensen die deze
uitkering ontvangen hier niets van oppotten. Het wordt rechtstreeks uitgegeven.
Er wordt geen vermogen opgebouwd, er wordt enkel in het heden geleefd. Al dit
geld komt dus rechtstreeks terug in de economie terecht, en zorgt zo voor een
herverdeling naar de bedrijven toe. Een gedeelte vloeit terug van deze
bedrijven naar de staat in de vorm van belastingen, tenminste van de bedrijven
die nog belastingen betalen.

Moesten deze
uitkeringen beperkt worden, zou dit geld bij de bedrijven blijven, of bij de
reeds sparende werknemers. Zoals reeds vaak betoogd en bewezen door
vooraanstaande economen draagt slapend geld niet bij tot economische groei,
waar we met z’n allen o zo veel belang aan hechten.

Deze
bedrijven en sparende mensen zouden dit geld oppotten of uitkeren aan hun
aandeelhouders, die op hun beurt het geld sparen. Dit geld komt niet meer in de
economie terecht; dit komt de welvaart van die o zo hard werkende Vlaming dus
niet ten goede. Geef je geld aan de rijken, dan worden deze rijken hier niet
gelukkiger van, en verhuist het geld naar immer aangroeiende rekeningen; geef
je daarentegen geld aan de armen, dan maak je deze mensen tenminste gelukkig,
en komt dit geld rechtstreeks terug in de economie terecht.

Iedereen zou
het recht moeten hebben op een basisloon dat de mogelijkheid biedt om minstens
aan de minimale bestaansnormen te kunnen voldoen: wonen, verwarmen, eten,
drinken, onderwijs, kinderen onderhouden,… wat men hier bovenop verdient is de
extra die kan zorgen dat mensen sparen of opdoen. Zo heeft iedereen tenminste
de keuze om te leven in het heden, de toekomst, of via de nakomelingen…

Wie geld wil
verdienen moet simpelweg hard werken. Niet werken, geen geld. Voor wie zich
binnen bepaalde grenzen bevindt zal dit inderdaad kloppen. Maar hoe kan men dan
verklaren dat kapitaal de laatste decennia met 5% per maand gemiddeld groeide,
terwijl de reële economie rond de 2% blijft steken? Geld verdienen met geld?
Hard gewerkt is anders. In het geval van een krach van dit compleet irrationele
mechanisme van geldcreatie zonder inspanning, is er natuurlijk altijd de
regering die bij kan springen…waardoor net de lonen en uitkeringen opnieuw
lager moeten. Begrijpe wie begrijpe kan.

Bij wijze van
uitsmijter geef ik dan ook graag een citaat mee van Plato, meer dan ooit
toepasselijk in een maatschappij waar groei en geld meer aanbeden wordt dan
alle goden samen. “Wie rijk wil zijn moet niet zijn vermogen vermeerderen, maar
zijn hebzucht verminderen”. Moesten we hierin slagen, de wereld zou er al een stuk
mooier en groener uitzien, de toekomst rooskleuriger. 

take down
the paywall
steun ons nu!