Op 14 november 2008 sloten actievoerders van Vredesactie symbolisch het 'ministerie van oorlog' als protest tegen de Belgische betrokkenheid bij de oorlog in Afghanistan (foto: Vredesactie)
Opinie, Nieuws, Europa, Samenleving, Politiek, Vredesactie, Vrede vzw, Nederland, Vredesbeweging, Militaire interventies, Militarisme, Tom Sauer, Pax Christi Vlaanderen, Jef De Loof, Clemens Raming, Vredeshuis Aalst, Machtsmiddelen, Geweldscultuur, Vredescultuur, Pacifisme - Clemens Raming

Gaat de vredesbeweging eindelijk weer bewegen?

Onlangs hebben in Utrecht mensen uit diverse Nederlandse vredesorganisaties de koppen bij elkaar gestoken om nieuwe samenwerkingsvormen te verkennen. Na een artikel van de Vlaamse vredesactivist Jef De Loof heeft zijn Nederlandse 'collega' Clemens Raming een aantal ideeën op papier gezet. Hieronder brengt hij de kernpunten voor het voetlicht.

vrijdag 19 oktober 2012 18:50
Spread the love

In het lentenummer van Gezondheidszorg en Vredesvraagstukken, de nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie, trof ik een artikel aan dat een oersombere boodschap verkondigt en mij niettemin blij verraste. Het is geschreven door de bekende Vlaamse vredesactivist Jef De Loof en draagt als titel ‘Vredesbewegingen moeten beginnen bewegen’.

Zijn bericht over de politieke invloed van de vredesbeweging in Vlaanderen en elders luidt als volgt: “Wij zijn vrij te schrijven wat wij willen, we mogen het zeggen, de politieke verantwoordelijken reageren niet. De vredeskrachten worden meer en meer gemarginaliseerd, hun invloed geminimaliseerd”. En hij zet een stevig uitroepteken achter deze diagnose met de uitspraak van vredeswetenschapper Tom Sauer: “Beste mensen, de vredesbeweging is zichtbaar afwezig in Vlaanderen”.

Het is een citaat uit de toespraak die Sauer gehouden heeft bij het vijfentwintigjarig jubileum van het door Jef De Loof opgerichte Vredeshuis Aalst onder de titel ‘De Vlaamse vredesbeweging na de Koude Oorlog: Gewogen en vederlicht bevonden’. Hij eindigt met een oproep: “Laat vandaag de start zijn van een brede denkoefening binnen de verschillende vredesorganisaties. Verder doen zoals wij bezig zijn, is geen optie.”

Dit klopte ook met het beeld dat ik mij van de Nederlandse vredesbeweging had gevormd. Wat er nieuw in was, en dat ervoer ik echt als bevrijdend, was de binnen de vredesbeweging ongekende openhartigheid ervan. Dit is de kans, dacht ik, om aandacht te vinden voor mijn idee over een communicatieve vernieuwing bij links. Dus zette ik mijn tekstverwerker aan.

De uitkomst was het artikel ‘Vredesbeweging en politiek’, dat in het zomernummer van Gezondheidszorg en Vredesvraagstukken is verschenen. Hier enkele kernpunten daaruit.

Pacifisme is uit

Ik begin met een vraag. Als het er met de vredesbeweging inderdaad zo voorstaat als twee geheide insiders verkondigen, waarom heeft zij dan haar marginalisering niet allang als haar grote probleem herkend? Zelf denk ik, dat dat komt door het gevoel dat dit een noodlot is waar niets tegen valt uit te richten.

De vredesbeweging wordt nu eenmaal met het stempel van politieke onvolwaardigheid bestraft vanwege de pacifistische inslag van haar boodschappen, die erin doorklinkt ook waar deze niet expliciet naar voren komt. De idee van een vreedzame wereldgemeenschap wordt als een droom van idealisten gezien die niet voor verwerkelijking in aanmerking komt.

Wereldvreemd is de vredesbeweging en dat moet ze blijven. Want hoe rationeel en to the point haar betoog ook moge zijn, daarachter gaat blindheid schuil voor de intrinsieke samenhang tussen politiek en geweld.

Die samenhang lijkt inderdaad ijzersterk. De bestaansgrond van het verschijnsel ‘politiek’ ligt, van alle franje ontdaan, in de combinatie van onvermogen en onwil om tegenstellingen binnen of tussen samenlevingen op te lossen of leefbaar te maken door ze op een open manier aan de orde te stellen en te bespreken. Dit is wat ik de optie op redelijkheid noem.

Het alternatief daarvan is de optie op macht, waarbij het erom gaat wie de eigen bedoelingen tegenover die van anderen weet door te zetten.

Het ultieme machtsmiddel echter is geweld. Wanneer de redelijkheid het laat afweten, komt de kans op geweld in zicht. Dit is de waarheid achter het klassieke gezegde van Von Clausewitz: “Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen”. De Franse filosoof Michel Foucault draaide deze uitspraak om: “Politiek is de voortzetting van oorlog met andere middelen”. Deze definities sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan.

Militarisme is uit

Binnen de staatsorganisatie lukt het, als deze naar behoren functioneert, om het gewelddadig uitvechten van conflicten te voorkomen door het toekennen van een geweldsmonopolie aan een centraal gezag. In de internationale politiek heerst echter een militaristisch wereldbeeld, dat juridisch bezegeld wordt door het vetorecht in de VN-Veiligheidsraad van de vijf oorspronkelijke kernwapenstaten. Niettemin zitten we nu in een ander tijdperk dan dat van voor de Tweede Wereldoorlog.

Het militaristisch wereldbeeld lijkt definitief op zijn retour. De tijd van de grote-mogendhedenoorlog en de heldendood voor het vaderland is voorbij. Over de atoomoorlog wordt alleen nog gesproken in termen van afschuw en waanzin en na Irak en Afghanistan is militair ingrijpen in conflictsituaties ongeveer het laatste waar de wereldleiders klaar voor staan.
 
Deze toestand biedt actiemogelijkheden op het front van de oorlogsvoorbereiding. Tom Sauer ziet een kans met het oog op de voortgaande nucleaire bewapeningsprogramma’s waaraan met name de VS absurde bedragen spendeert. Opnieuw een grote betoging organiseren zoals indertijd tegen de kruisraketten, suggereert hij, zou een heel nieuwe dynamiek in de Vlaamse vredesbeweging op gang kunnen brengen.

Jef De Loof pleit er daarentegen voor, dat de vredesbeweging zich niet vooral in politieke acties engageert, maar zich in de eerste plaats op het ideële grondwerk richt door aan de groei van een vredescultuur te werken op de plaatsen waar dat mogelijk is. Daarmee wordt immers de heersende geweldscultuur in haar wortels bestreden. Wat niet gebeurt door betogers die achter spandoeken aanlopen.

Daar staat echter tegenover, dat het opbouwen van een vredescultuur een buitengewoon ondankbare opgave zal blijven zolang in de internationale politiek een geweldscultuur heerst die de vloer aanveegt met vredesverlangens die zich daar niet aan willen onderwerpen. Dus geloof ik in het belang van een versterking van de politieke presentie van de vredesbeweging.

Redelijkheid is onze troef

De richting waarin deze volgens mij moet worden gezocht, heb ik aangegeven door de optie op redelijkheid tegenover die op macht te stellen. Onder redelijkheid versta ik dat je bij strijdige opvattingen en/of belangen via een open discussie probeert om tot gezamenlijke oplossingen te komen in plaats van dat machtsmiddelen de uitkomst bepalen.

In de feitelijke sociale processen vermengen zich deze opties met elkaar. Kenmerkend voor de politiek is de dominantie van de optie op macht, die dan ook als de essentie van de politiek geldt. In het gangbare realisme wordt deze uitvergroot tot een absolute suprematie. Het verschil tussen democratie en dictatuur toont echter aan dat er wel degelijk sprake is van een aandeel van de redelijkheid in de politiek. Het valt niet in te zien waarom dat aandeel niet voor een verdere groei in aanmerking kan komen.

Er bestaat in onze samenleving al lang een beweging naar een meer communicatief omgaan met tegenstellingen dan die waarin macht en autoriteit de dienst uitmaken.  Uitdrukkingen als ‘een probleem bespreekbaar maken’, ‘naar elkaar luisteren’ en ‘je kwetsbaar opstellen’, getuigen daarvan. Laten we dus nagaan of er ook in de politieke wereld emplooi kan zijn voor een communicatieve instelling.

De communicatieve instelling houdt in dat je afstapt van het propageren van de eigen meningen en het bestrijden van die van anderen en kiest voor de weg van de gedachtenuitwisseling die op het verhelderen van problemen en het bespreken van oplossingsvoorstellen gericht is en waarin alle meningen ter discussie staan. Dit belet ons niet om met kracht met onze opvattingen te voorschijn te komen.

Het gaat erom dat we daar geen hogere status aan toekennen, dan dat het onze opvattingen zijn. En dat we daarom de vragen achter onze antwoorden openhouden in plaats van ze daarmee dicht te willen timmeren.

Maar nu zie ik alle realistische haren te berge rijzen. Is het niet irreëel om met dit idee ons geluk in de politieke arena te gaan beproeven? De uitkomst staat toch bij voorbaat vast? Het klopt dat ik ermee tegen het heersend realisme inga dat aanspoort om opvattingen waar je steun voor zoekt met een maximale stelligheid aan te prijzen.

Maar het zou kunnen zijn dat deze wijsheid, met name als het om substantiële veranderingen gaat, haar beste tijd heeft gehad. Het propageren van zulke veranderingen is niet voor niets a-politiek geworden.

Uiteraard wens ik mijn denkbeeld de behandeling toe die het zelf voorstelt. Ik hoop op lezers die geïnteresseerd zijn in de methodische uitwerking ervan, en in het zoeken naar situaties waarin het met kans op succes zou kunnen worden ingezet.

Clemens Raming

Clemens Raming is een Nederlandse vredesactivist uit Nijmegen.

Naschrift

Jef De Loof meldt inmiddels: “Er is wel al duidelijk gereageerd en men lijkt wakker geschoten te zijn. (…) Op de jongste bijeenkomst van het bestuur van het Vredeshuis Aalst hebben we besloten in de tweede helft van 2014 een wetenschappelijk symposium te organiseren in het Cultureel Centrum in Aalst”.

Tom Sauer bericht dat er over zijn lezing een discussie op gang is gekomen in Pax Christi. Verder wordt zijn suggestie om opnieuw een massabetoging te organiseren intern besproken in de drie belangrijkste Vlaamse vredesorganisaties, Pax Christi, Vrede en Vredesactie. Het is de bedoeling dat daar een gezamenlijk plan uit te voorschijn komt. Sauer verwacht dat het idee van een betoging het niet zal halen, maar wel dat van een grootschalige ludieke actie. (CR)
 

take down
the paywall
steun ons nu!