Opinie, Nieuws, Politiek, België, N-VA, Opiniepeilingen, Gemeenteraadsverkiezingen 2012, Tom Verthé, Dossier N-VA -

Peilingen en de gemeenteraadsverkiezingen: quid N-VA?

Twee recente peilingen kregen nogal wat aandacht. Vooral het succes van de N-VA viel op. Het begint er op te lijken dat zowat iedereen het erover eens is dat dit ‘nationale’ succes zich automatisch zal doorzetten op het lokale niveau. "Maar wat betekenen de recente peilingen precies voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012", vraagt onderzoeker Tom Verthé (VUB) zich af.

woensdag 28 maart 2012 16:55
Spread the love

De N-VA gooit in de peilingen van de laatste weken weer hoge ogen. Er zit wat variatie in de resultaten, maar in het Vlaamse partijlandschap laat N-VA alle andere partijen moeiteloos achter zich. Velen vragen zich dan ook af hoe die krachtsverhoudingen zich in oktober zullen vertalen naar de gemeenten.

N-VA-voorzitter Bart De Wever riep bij de aftrap van de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012 al op dat “wie Elio in 2014 weg wil, in 2012 al op N-VA moet stemmen” (De Standaard, 3/3/2012). Ook worden her en der kartels gesloten die de verwachte machtsontplooiing van N-VA moeten indijken en tegengaan. Het begint er op te lijken dat zowat iedereen het erover eens is dat dit ‘nationale’ succes zich automatisch zal doorzetten op het lokale niveau. Maar wat betekenen de recente peilingen precies voor de gemeenteraadsverkiezingen?

Zijn nationale peilingen goede voorspellers van gemeenteraadsverkiezingen?

Eigenlijk moeten we de vraag wat specifieker stellen: zijn nationale peilingen überhaupt goede voorspellers van gemeenteraadsverkiezingen? Om daar ja op te kunnen antwoorden, zouden de uitslagen van gemeenteraadsverkiezingen ‘nationaal’ moeten zijn.

Niet enkel de peilingen worden gebruikt als graadmeter of voorspeller, ook de gemeenteraadsverkiezingen zelf dienen in het ene geval als peiling voor een regionale of federale verkiezing, in het andere geval worden ze gebruikt als een evaluatie door de kiezer van de prestaties van een hoger beleidsniveau. Is dat wel verantwoord?

Een eerste bezwaar hiertegen is dat het partijaanbod vergelijkbaar moet zijn om uitslagen te kunnen vergelijken. Het heeft met andere woorden weinig zin om te gaan peilen op welke nationale partij de kiezer wil stemmen als die partij in zijn of haar gemeente niet op de stembrief staat.

In Vlaanderen kwam CD&V (kartels met N-VA incluis) in 2006 op in 270 van de 308 gemeenten en bereikte daarmee bijna 95 procent van het kiezerskorps. Partijen als Groen en N-VA laten dan weer een heel ander beeld zien. Groen stond in 153 gemeenten (waarvan 43 in kartel met SP.A) op de stembrief en bereikte iets meer dan 66 procent van de kiezers. N-VA kwam in 35 gemeenten afzonderlijk op en bestreek daarmee nog geen 12 procent van het electoraat.

Die grote verschillen in partijaanbod, waarbij bovendien geen enkele partij overal opkomt, beperken zich niet tot Vlaanderen. In Wallonië bereikte Ecolo bijna 80 procent van de kiezers, maar kwam die partij in bijna de helft van de gemeenten niet op. PS bereikte bijna driekwart van het electoraat, maar kwam in nog minder gemeenten op dan Ecolo. Beide partijen lieten dus vooral de kleine gemeenten links liggen. Het gemeentelijke partijaanbod verschilt dus sterk van het nationale.

Algemene verschuivingen kunnen wel dezelfde zijn

Het zou natuurlijk wel kunnen dat bij het uitbrengen van een gemeentelijke stem de kiezers toch reageren op zaken die gebeuren op de hogere beleidsniveaus. Ook al zijn het partijaanbod en de uitslag in elke gemeente dan verschillend, de algemene verschuivingen kunnen wel dezelfde zijn.

Een partij wint of verliest dan overal waar zij op de stembrief staat. Bij nationale en regionale verkiezingen zijn die verschuivingen inderdaad zeer homogeen, maar bij gemeenteraadsverkiezingen is dat alweer niet het geval. Winst- of verliesrekeningen voor een partij die in dezelfde richting gaan over alle gemeenten zijn zeer uitzonderlijk in Vlaanderen en nog uitzonderlijker in Wallonië. CD&V (met N-VA) boekte in 2006 in iets meer dan de helft van de gemeenten winst, terwijl ze in een klein derde van de gemeenten achteruit ging. Elders was de uitslag ongeveer gelijk aan die van 2000.

Gemeenteraadsverkiezingen zomaar vergelijken met federale en regionale uitslagen of nationale peilingen is dus geen al te best idee. Wanneer we ons, alle obstakels ten spijt, toch wagen aan een vergelijking zien we dat de trends voor gemeenteraadsverkiezingen op langere termijn nochtans parallel lopen met de ‘nationale’ verkiezingsuitslagen.

De uitslagen in de gemeenten zijn echter veel stabieler. Partijen die het nationaal goed of slecht doen zien die trend weerspiegeld op het lokale niveau, maar de pieken en dalen worden uitgevlakt. De grote electorale evoluties sijpelen maar traag door naar het lokale niveau, en plotse opstoten in de populariteit van nationale kopstukken zijn vaak van iets te korte duur om een duurzaam effect in de gemeenten te sorteren.

Wat er verder dit jaar nog gebeurt, we weten zeker dat Kris Peeters (CD&V), Bart Wever (N-VA), Johan Vande Lanotte (SP.A) en Annemie Turtelboom (Open VLD) in 307 van de 308 Vlaamse gemeenten niet op de stembrief zullen staan.

Tom Verthé

Tom Verthé is doctoraatstudent aan de Vrije Universiteit Brussel en aspirant FWO-Vlaanderen en onderzoekt o.m. kartels en lokale verkiezingen.

take down
the paywall
steun ons nu!