Wij, lesgevers van het centrum voor basiseducatie ‘Open-school Brugge’, zijn meer dan bezorgd en verontwaardigd. Graag geven we u wat duiding in deze complexe materie. Al te vaak verzinkt de problematiek rond asiel- en migratiebeleid immers in sloganeske taal die ver afstaat van de realiteit.
Abrupte invoering en ondoorzichtig kluwen van documenten
We kregen de eerste info slechts één week voor de start van het nieuwe schooljaar. Meer details rond de praktische toepasbaarheid druppelden maar mondjesmaat binnen en zijn eigenlijk nog steeds niet duidelijk. De maatregel werd wel erg plotseling ingevoerd zonder enige overgangsperiode voor cursisten die al in een leertraject zitten.
Verificateurs, die nota bene het naleven van de maatregel moeten bewaken, kregen pas vorige week vorming omtrent de 27 verschillende documenten die een bewijs van wettig verblijf aantonen. En wij moeten ondertussen maar zelf inzicht zien te krijgen in deze nieuwe papierwinkel.
Van inburgering naar uitsluiting
Het leren van de taal is één van de belangrijkste hefbomen om te kunnen participeren aan de samenleving. Inburgering is dus in se een positief verhaal. Met deze nieuwe – discriminerende – maatregel worden participatiekansen echter aan een deel van onze medeburgers ontzegd. Maar ondertussen verblijven deze mensen, die vaak in een (onmenselijk) lange asielprocedure verwikkeld zitten, wel in ons land.
Bovendien worden ze heen en weer geslingerd tussen het ene moment wettig en het andere moment onwettig en terug. Dus ook die cursisten van wie de papieren tijdelijk onwettig zijn, worden getroffen. Hun taaltraject dreigt immers onderbroken te worden. En dan krijgen we de processie van Echternach: ze kunnen niet meer aansluiten bij de vertrouwde groep, ze moeten een deel hernemen of ze moeten (soms lang) wachten tot er een nieuwe geschikte cursus opstart. Opgebouwde kennis en vaardigheden vervagen ondertussen.
Van vertrouwenspersoon naar controleur
Onze naam ‘open-school’ spreekt voor zich. Wij staan dan ook voor een open toegankelijkheid in een veilige leeromgeving met respect en aandacht voor iedere mens. We verwelkomen mensen die voorheen geen tot weinig scholing kregen en zien hen doorheen de lessen evolueren, openbloeien, frustraties en onzekerheden overwinnen. Wij, lesgevers, zijn hun vertrouwenspersoon op deze (soms moeizame) weg.
En nu moeten we eensklaps van pet (of is het ‘kepie’) wisselen: elke cursist moeten we telkens opnieuw bij elke nieuwe lessenreeks controleren en zo nodig elimineren, ongeacht de inspanningen die ze al hebben geleverd. Met het mes op de keel nemen we deze taak op die indruist tegen onze opdracht van ‘lesgever’ en tegen alles waar we voor staan. Niet naleving kan de school immers tot 10 procent van haar werkingstoelage kosten.
Inconsequenties in het beleid
Vlaams minister van Onderwijs, Pascal Smet (SP.A), verklaarde onlangs in een interview dat ouders van kinderen van wie Nederlands niet de ‘thuistaal’ is, sterker betrokken moeten worden bij de school van hun kinderen. De minister zou hiervoor middelen vrijmaken.
In opdracht van de minister controleert de onderwijsinspectie trouwens ook het talenbeleid in de scholen van deze kinderen. Maar hoe kunnen ouders die het leren van de taal ontzegd worden, zich engageren voor de schoolcarrière van hun kind? En hoe kunnen scholen communiceren met deze ouders als er geen enkele basis van een gemeenschappelijke taal is?
‘Het recht op onderwijs’ geldt trouwens niet alleen voor kinderen. Als één van ‘de universele rechten van de mens’ is het een grondrecht voor iedereen. We fronsen ook de wenkbrauwen als we denken aan de institutionele crisis die ons land nu al meer dan een jaar in zijn greep houdt.
Het vrijwaren en uitdragen van het Nederlands is daarbij één van de breekpunten. Andere burgers echter mogen datzelfde Nederlands blijkbaar niet leren. Zijn zij voor de heren en dames politici onze dierbare taal niet ‘waardig’ dan?
Slechts een schijnmanoeuvre
In Brugge gaat om een kleinere – maar kwetsbare – minderheid. Naar aantallen is dit voor Brugge een weinig efficiënte maatregel, die beleidsvoerders desondanks doordrukken om te scoren bij de publieke opinie. Zo hopen ze de aandacht af te leiden van een falend asiel- en migratiebeleid.
Het is overduidelijk dat het verschil hiermee allerminst wordt gemaakt, tenzij dan bij de direct betrokken cursisten en hun lesgevers. Voor hen betekent deze buitenproportionele maatregel een wereld van verschil: van inburgering naar uitsluiting, van vertrouwenspersoon naar controleur …
Lesgevers van Open-school Brugge (Centrum voor Basiseducatie)