(foto Victoria Deluxe)
Opinie - Jonas Vanbrabant

“Francken mag ons nog aan zijn deur verwachten”

Maandagmorgen 27 februari stonden we met een aantal jongeren voor de deur van federaal staatssecretaris voor asiel en migratie Theo Francken (N-VA) om te protesteren tegen het verplaatsen van vluchtelingen die pas aan het integreren zijn. "Wij gaan door met onze actie. Francken mag ons nog aan zijn deur verwachten."

woensdag 8 maart 2017 15:25
Spread the love

Maandagmorgen 27 februari stonden we met een aantal jongeren voor de deur van federaal staatssecretaris voor asiel en migratie Theo Francken (N-VA). Met de actie Vluchtelingen verplaats je niet als conserven wilden we zijn beleidskeuze contesteren om asielzoekers, inclusief jongeren en oorlogsvluchtelingen, als conserven naar elk uithoek van dit land te verplaatsen.

Hiermee wordt een humaan asielbeleid onmogelijk. Bloemen zonder vaste grond groeien niet. Mensen als conserven verplaatsen, zorgt er opnieuw voor dat vluchtelingen hun broze sociaal netwerk of verbondenheid met de buurt waar ze verblijven nogmaals verliezen. Kinderen moeten van school veranderen, gezinnen moeten prompt een andere taal te leren, krijgen nieuwe administratieve rompslomp te verwerken, et cetera. Dit is een volgende druppel op een al lang overgelopen emmer.

Tijdens deze actie realiseerden we ons dat het nieuwe Vlaanderen voor Franckens deur stond. Onze groep bestond uit allochtonen en autochtonen van de eerste, de tweede, de derde, ja zelfs de tweeëndertigste generatie. Onze groep telde christenen, vrijzinnigen en moslims, samen verenigd in het afwijzen van Franckens asielbeleid.

Wat ons echter nog het meeste verenigde was ons engagement voor de mensenrechten, waar geen god of natie (ook niet de Vlaamse) boven staat. Wij menen dat elk mens recht heeft op zijn zingevingsverhaal, zolang hij dat niet rigide of dogmatisch, maar filosofisch en open probeert op te vatten. Voor dat nieuwe Vlaanderen gaf Francken niet thuis.

Zijn beleid veegt de deurmat met de mensenrechten. De aanpassing van de Vreemdelingenwet van 9 februari maakt de weg immers vrij voor arbitraire rechtspraak. Een open brief, ondertekend door tientallen mensen uit het middenveld, toont dit ontegensprekelijk aan [1]. Deze wet, waardoor een vermoeden plots geldt als voldoende bewijs, tackelt met de voeten vooruit de rechtstaat.

Wanneer Jan en Mohammed ’s avonds na het partijtje voetbal juichend door de straten huiswaarts keren, dan bestaat vandaag de mogelijkheid dat Jan voor geluidshinder een berisping te beurt valt en dat Mohammed een enkeltje krijgt naar een land waar hij nog nooit was. Francken treedt de dunne lijn tussen rechterlijke en uitvoerende macht met voeten. Iedereen gelijk voor de wet, maar de een meer dan de ander. Stilaan groeien er zo tussen ons juridisch gelegitimeerde discriminerende muren.

Evenzeer storen we ons aan de sfeer waarbij iedere uitgewezene, iedere afgewende verkocht wordt als een overwinning (op wie?). Is dit de Kracht van de Verwijdering? Deze zottigheden getuigen van een abstractie die niet alleen de complexiteit van deze humanitaire crisis (de grootste in 70 jaar) negeert. Het tast de kern zelf van onze democratie aan.

Wij vinden het niet normaal dat de publieke ambitie van Francken en zijn administratie is ingesteld op het zo laag mogelijk houden van het aantal nieuwkomers. Het gaat hem niet enkel over wat men doet, maar ook waarvoor men staat. Om het onethisch juridisch gegoochel met mensenlevens te maskeren, doet men het dan maar met nummers.

Ieder die bij ons aanklopt heeft echter een naam, een verhaal, is iemands kind, moeder of vader; iemand die wil werken aan een beter leven. Wie de toegang wordt ontzegd, wordt een cijfer, een statistiek of een procent. Het uitwijzen van mensen is lastig, het uitwijzen van cijfers blijkbaar niet.

De wijze waarop vandaag verstekelingen op vliegtuigen in Zaventem door vliegtuigmaatschappijen en obscure (geweld)firma’s als een cijfer worden uitgewezen, is stuitend. In volle anonimiteit verdwijnen nummers, zoals onder andere niet begeleide minderjarige asielzoekers, naar een plek die niemand kent – allicht ook een plek waar niemand nog heen wil.

Het eredoctoraat van de UGent en KUL aan Duits bondskanselier Angela Merkel is een opsteker. Het is een erkenning voor ongeziene politieke moed in een land waar geen enkele andere Europese lidstaat zich, op vlak van deze migratiecrisis en naleving van de mensenrechten, aan meet. Zo dapper het Duits beleid, des te schaamtelijker De Wevers recuperatie: een “goedkoop trucje”[2].

In dezelfde gedachtenstroom spreekt staatssecretaris Francken, overigens licentiaat in de pedagogie, over vluchtelingen als “bruintjes”[3]. Zo dwingt regeringspartij N-VA, anno 21e eeuw, geen legitimiteit af.

Maar laten we ons niet vergissen. Onze oproep voor een menselijk vluchtelingenbeleid is allerminst pessimistisch. In de jonge onderbuik van West-Europa groeit een generatie die gaat voor vrede, welzijn en stabiliteit – en dit voor allen over alle – ja, ook religieuze – grenzen heen. Politieke signalen van angst, arrogantie en misantropie maskeren de wereld die wij willen.

Samen in het Collectief Jongeren met Moed en Mededogen trekken we verder aan de kar voor een progressief en humaan nieuwkomersbeleid. Dit is geen opruiende taal, maar taal van jongeren en studenten die met burgerzin willen werken aan een toekomst die morgen heden wordt. Wij gaan door met onze actie. Francken mag ons nog aan zijn deur verwachten.

Socrates vergeleek zijn werkwijze als een horzel die een traag paard wakker wil houden. Als een horzel zullen we Francken blijven steken vanuit ons gemeenschappelijk fundament, de mensenrechten.

 

 

[1] Geen tweederangsburgers in onze democratische rechtsstaat

[2] De Wever: ‘Merkel heeft weg geplaveid voor Trump, Wilders en Le Pen’

[3] Pittig debat tussen Theo Francken en Filip Dewinter

 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!