Begrotingsgesprekken: De Wever mikt op zieken en spaart de miljonairs
Op dinsdag 7 oktober hield Bart De Wever een alarmerend openingscollege aan de UGent waarin hij waarschuwde dat de Belgische welvaartsstaat op instorten staat. “We hangen met ons hoofd boven een afgrond, en als we er niets aan doen, vallen we erin”, klonk het dreigend.
Volgens hem is de economische basis van het systeem ernstig verzwakt en zijn er harde maatregelen nodig. Er moet dringend bespaard worden en de (langdurig) zieken en werklozen moeten zoveel mogelijk aan het werk. Binnen de regering stelde hij zelfs een indexsprong voor.
Europees bezuinigingsbeleid
Opvallend daarbij is dat voor De Wever de oplossing op Europees niveau ligt. Voor een confederalist kan dat tellen. Maar veel belangrijker is dat het uitgerekend Europa is dat verantwoordelijk is voor zoveel sociale afbraak in de afgelopen decennia.
Na de bankencrisis van 2008 kozen Europese regeringen voor massale schuldenopbouw om de economie te redden, maar al snel volgde een ‘begrotingsschok’. De Europese Unie legde namelijk landen strenge regels op om overheidstekorten te verminderen. Vanaf 2011 werden ze strikt gehandhaafd, met rampzalige sociale gevolgen.
Het besparingsbeleid na 2008 was een gunstige voedingsbodem voor de opkomst van extreemrechts
In Zuid-Europa leidde dat tot massale loonsverlagingen, pensioenkortingen en hogere belastingen. België verhoogde de pensioenleeftijd tot 67, beperkte het brugpensioen en bevroor de loonindexering. Tussen 2012 en 2016 werd er meer dan 50 miljard euro bespaard. Overal in Europa betekende dat lagere lonen, jobverlies in de publieke sector en uitgeholde sociale zekerheid.
Dit besparingsbeleid had ook belangrijke politieke gevolgen. Het was een gunstige voedingsbodem voor de opkomst van extreemrechts, dat zich steevast presenteert als anti-establishment terwijl het in werkelijkheid neoliberaal beleid voortzet, zodra het aan de macht is.
Vandaag hebben 15 van de 27 EU-lidstaten extreemrechtse partijen die kunnen rekenen op 20 procent of meer van het electoraat en in verschillende Europese landen is extreemrechts (mee) aan de macht.
Adempauze
De coronacrisis in 2020 zorgde voor een tijdelijke adempauze. De EU schortte de begrotingsregels op zodat staten vrij konden investeren om faillissementen en massawerkloosheid te vermijden. Overheidssteun hield bedrijven overeind, beschermde inkomens en zorgde voor een sneller economisch herstel dan verwacht.
Zonder publieke investeringen kan Europa de klimaatdoelen nooit halen
Iets gelijkaardigs gebeurde bij de energiecrisis als gevolg van de sancties tegen Rusland. Overheden kregen versoepelde begrotingsregels en mochten steunmaatregelen geven, zij het dat die onvoldoende waren.
Maar de pauze duurde niet lang. In plaats van lessen uit de voorbije crisissen te trekken, voerde de EU de begrotingsdiscipline in 2024 opnieuw in. Landen worden opgedragen om vele miljarden te besparen of extra inkomsten te vinden. Alleen militaire uitgaven worden expliciet uitgesloten van deze besparingen.
Deze keuzes bedreigen niet alleen de sociale bescherming, maar ook de broodnodige ecologische transitie. Zonder publieke investeringen in groene infrastructuur en hernieuwbare energie kan Europa de klimaatdoelen nooit halen.
Verder uitpersen
Europa is met andere woorden niet de oplossing, maar juist het probleem. Het is volgens de Europese recepten dat België na 2008 een zwaar bezuinigingsbeleid heeft gevoerd en de rijken heeft bediend.
Kapitaalbezitters kregen miljarden cadeaus, terwijl de sociale zekerheid afgebouwd werd. Zo bedroeg de steun aan bedrijven, zowel via de fiscaliteit (loonsubsidies) als via de sociale zekerheid (kortingen op werkgeversbijdragen) 17 miljard euro in 2022.
Om de rijken te blijven bedienen moet de werkende bevolking steeds verder uitgeperst worden
Aan de ene kant is daardoor een structureel tekort ontstaan in de kas van de sociale zekerheid, dat is opgelopen tot meer dan 7 miljard euro. Aan de andere kant zagen de rijken hun fortuinen exponentieel toenemen. Vandaag heeft de rijkste 1 procent alleen al bijna een kwart van alle rijkdom in handen. Volgens professor De Grauwe van The London School of Economics stijgen de grote vermogens in België vandaag twee keer sneller dan het bruto nationaal product.
De (super)rijken weten met hun geld gewoon geen blijf. Jaarlijks stroomt meer dan 200 miljard euro naar belastingparadijzen. Het is kapitaal dat niet geïnvesteerd wordt in gezondheidszorg, onderwijs, armoedebestrijding, onderzoek en ontwikkeling, industrieel beleid, of de noodzakelijke energietransformatie.
De pistes van Arizona
Dit zijn twee kanten van dezelfde medaille: om de rijken te blijven bedienen moet de werkende bevolking steeds verder uitgeperst worden. Alles wijst erop dat de begrotingsmaatregelen die in de pijplijn zitten dit mechanisme zullen bevestigen.
In het Paasplan werden de langdurig werklozen al aangepakt. Deze keer is het de beurt aan de langdurig zieken. Ook op deze zwakke groep van de werkende bevolking wordt de jacht nu geopend. De Arizona-regering mikt op minstens 1 miljard euro extra besparingen op hun kap. Het gaat hier, net zoals bij de langdurig werklozen, om een kwetsbare groep mensen.
In plaats van die zwakke groep te viseren, zou men de pijlen beter richten op de schandalig hoge (ere)lonen van artsen en specialisten. Zo’n 11.000 artsen factureren jaarlijks meer dan 250.000 euro aan de gezondheidszorg, en bij 3.000 ervan loopt dat zelfs op tot meer dan 500.000 euro. En dat is dan nog gerekend zonder remgelden en supplementen die ze aan de patiënten aanrekenen.
De miljonairsbijdrage van Conner Rousseau is volgens Paul De Grauwe “peanuts”
De miljard euro waar men naar op zoek is, kan dus heel gemakkelijk bij deze relatief kleine, maar zeer geprivilegieerde groep gevonden worden. Maar zij zullen ongetwijfeld buiten schot blijven.
Het voorstel van Conner Rousseau van een miljonairsbijdrage gaat in de goede richting, maar is in de woorden van Paul De Grauwe “peanuts”. In zijn voorstel kan een miljonairstaks 11 miljard euro opbrengen. De PVDA houdt het bij 8 miljard. Zo’n miljonairstaks had er eigenlijk al lang moeten komen. Voor zo’n taks is er een groot draagvlak: tachtig procent van de bevolking is voorstander.
Het voorstel van Rousseau maakt binnen de schoot van de regering hoe dan ook weinig kans. Net zoals de effectentaks en het voorstel van Van Peteghem om de ‘managementvennootschappen’ aan te pakken, is ook dit voorstel volstrekt onvoldoende om het gat in de begroting te dichten. (Via zo’n vennootschap kan een zelfstandige een veel lager belastingtarief verkrijgen.)
Jaarlijks gaat er in België ongeveer 30 miljard euro verloren aan belastingontduiking en fraude. Van een echte aanpak van deze mega-ontduiking en fraude is geen sprake. In plaats daarvan presenteert men de rekening aan de zwaksten van onze samenleving. Het toont wat voor soort regering Arizona is.
Vingeroefening
Hoeveel miljard de huidige regering volgend jaar wil besparen, is nog niet duidelijk. Maar om de Belgische begroting in evenwicht te krijgen, is er in de volgende jaren een extra inspanning van ongeveer 16 miljard euro nodig. De Wever wil snel 10 miljard euro besparen.
Dat is heel wat, maar dat is nog maar een begin. Daarbovenop komt de geplande forse verhoging van de defensie-uitgaven. Als we de norm van 5 procent willen halen, zullen we jaarlijks maar liefst 22,6 miljard euro meer moeten uitgeven dan nu het geval is. Je leest het goed: jaarlijks 22,6 miljard euro extra. Dat is gigantisch en bovendien complete waanzin.
Deze begrotingsronde is maar een vingeroefening van wat ons in veelvoud te wachten staat
Deze begrotingsronde is met andere woorden maar een vingeroefening van wat ons in veelvoud te wachten staat. Als de regering in dezelfde richting verdergaat als dat ze nu bezig is, dan stevenen we af op een sociaal bloedbad en zal er van de klimaattransitie weinig in huis komen. Om dat te verhinderen, zal de druk van de straat en de werkvloer zeer hard nodig zijn. Afspraak op dinsdag 14 oktober vanaf 10u voor de nationale betoging.