Yousra Benfquih op SOS Gaza: "De rode lijn? J'accuse wie haar nu pas trekt"

Afbeelding
Yousra Benfquih op SOS Gaza in Leuven. Foto: lov2030
Yousra Benfquih op SOS Gaza in Leuven. Foto: lov2030
Op de bijeenkomst van SOS Gaza op Marktrock in Leuven bracht Yousra Benfquih deze vlijmscherpe j'accuse. "Dekolonisatie is een werk van lange adem. En ademt u mee?"

https://www.youtube.com/watch?v=FArQDVmrp0Y

J’accuse dat ik hier vandaag nog moet staan. Dat wij hier vandaag nog moeten staan. Binnenkort duurt de genocide twee jaar. Ik kende nooit een diepere schaamte. J’accuse.

J’accuse het theater dat zich ontvouwt op de planken van de internationale politiek. Macron. Von Der Leyen. De Wever. De resoluties, de geveinsde verbolgenheid. Zolang die niet gepaard gaan met sancties, een wapenembargo, en het einde van de koloniale bezetting en het apartheidssysteem, zijn het niet meer dan holle woorden, doorzichtige pogingen om zich alsnog aan de juiste kant van de geschiedenis te schrijven.

De rode lijn? J’accuse wie haar nu pas trekt
De rode lijn? J’accuse wie haar nu pas trekt.

Ik beschuldig wie enkel solidariteit toont met de Palestijnen wanneer ze uitgehongerd sterven in de armen van hun ouders, maar niet wanneer ze zich verzetten.

Ik beschuldig de media en journalisten, die door hun gebrek aan objectieve berichtgeving, de systematische verhulling of verdraaiing van de feiten, actief hebben bijgedragen aan deze genocide die ze nog steeds geen genocide noemen, maar ‘een uit de hand gelopen legitieme oorlog’. Shame on you.

J’accuse de culturele en artistieke sector, inclusief mijn collega-schrijvers, die zich pas uitspraken wanneer het veilig was om dat te doen – bon ton – wanneer er niets meer op het spel stond, behalve het eigen imago.

Ik beschuldig sterren en beroemdheden die een hashtag posten of een vlag op het podium hijsen, nadat hun PR-team hen aanraadde dat dit een opportuun moment is, Palestine is trending, je kunt niet meer achterblijven.

Ik beschuldig rectoren en professoren, de verdedigers van de kritische geest, om hun moedige studenten manu militari de mond te snoeren.

J’accuse ons onderwijs en onze geschiedenisboeken voor het vertellen van onvolledige verhalen
J’accuse ons onderwijs en onze geschiedenisboeken voor het vertellen van onvolledige verhalen.

Ik beschuldig de mij dierbare kunsthuizen, die de klok rond programmeren rond dekolonisatie en racisme, maar op het uur van de waarheid kozen voor nietszeggende slogans.

De term ‘pro-Palestijnse supporters’, j’accuse. Dit is geen voetbalmatch. We zijn niet ‘pro-Palestina’, we zijn pro het recht op menswaardig leven, pro het recht op zelfbeschikking, pro het recht op terugkeer.

J’accuse wie droomt van vrede zonder de voorbode van vrijheid.

J’accuse de moord op Anass Al Sharif en op die van de meer dan 200 andere journalisten in Gaza. J’accuse wie niet de moeite neemt om ver voorbij De Standaard en De Morgen hun verhalen, hun verslagen op te zoeken.

J’accuse de veganist die misselijk wordt van foie gras maar niet van gespleten, verbrijzelde kinderlijven
J’accuse de veganist die misselijk wordt van foie gras maar niet van gespleten, verbrijzelde kinderlijven.

J'accuse de feminist die alleen ‘woman life freedom’ roept wanneer de patriarchale geweldenaar niet wit is.

J’accuse de klimaatactivist die geen aanstoot neemt aan het feit dat het Israëlische leger al voor een grotere uitstoot zorgde in deze genocidale campagne dan 100 landen tezamen.

J’accuse wie enkel de dode vrouwen en kinderen in Gaza telt en niet de mannen.

J’accuse de beeldvorming die bruine bebaarde mannen zodanig heeft gedemoniseerd dat we hen niet langer als mensen zien.

Ik beschuldig eenieder die genoegen neemt met momenten als deze. Die straks naar huis gaat, en zich niet iedere dag opnieuw afvraagt: wat kan ik nog meer doen?

Ik beschuldig mezelf – voor wie dacht ‘amai, die accuseert nogal’ wees gerust, ik ben minstens even streng voor mezelf – ik beschuldig mezelf wanneer ik bij momenten zucht: we zijn machteloos, te klein om een verschil te maken, een illusie die alleen de geprivilegieerden zich kunnen veroorloven.

Ik beschuldig mezelf wanneer ik bij momenten zucht: we zijn machteloos
Ik beschuldig wie in het verhaal van Palestina niet het verhaal leest van de Native Americans, van Zuid-Afrika, van Congo en Sudan. Dit verhaal is niet nieuw, het is oud, herhaald tried & tested, bedacht in de geest van westers imperialisme, geënt op de blauwdruk van kolonisatie, geschreven met de veredelde inkt van witte suprematie.

Ik beschuldig al wie zegt: ocharme die kindjes in Gaza, wat erg voor hen.

Neen, j’accuse: wat onuitsprekelijk erg voor ons, voor al wie en wat wij dachten te zijn.

Deze tragedie, lieve mensen, is geheel de onze.

We werden gevraagd om onze speech te eindigen met: ‘het is mijn plicht te spreken, ik wil niet medeplichtig zijn.’ Helaas ik ben wel medeplichtig, we zijn dat allemaal. Maar die medeplichtigheid hoeft niet te ontmoedigen, ze kan ons net sterken in ons voornemen om een verschil te maken. Morgen, overmorgen, volgend jaar, lang nadat de trends en hypes zijn gaan liggen.

Dekolonisatie is een werk van lange adem. En ademt u mee?

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?