Foto: jfxgillis, Flickr / CC BY 2.0

Hoe Hitlers handelsoorlog de weg naar oorlog plaveide

Verwijzend naar de handelsoorlog van Trump stelt historicus Timothy W. Ryback in een opmerkelijk opiniestuk dat Hitlers vroege omarming van tarieven en economisch nationalisme niet alleen een slechte strategie was, maar ook een voorbode van oorlog. Hieronder een samenvatting.

donderdag 24 april 2025 12:33
Spread the love

 

Op 30 januari 1933 werd Hitler kanselier van Duitsland. Nauwelijks 48 uur later drongen zijn ministers al aan op hogere landbouwtarieven. Niet uit economische overtuiging, maar uit politieke overweging. Hitler wilde goed scoren bij de cruciale verkiezingen van een goede maand later, op 5 maart.

Goede economische cijfers waren voor hem een opstap naar macht. Eens de absolute meerderheid binnengehaald zou hij met ijzeren hand regeren.

Tarieven, zo meende Hitler, zouden Duitsland bevrijden

De regering van Hitler was er een zonder visie, met een leider die de economie nauwelijks begreep. Hitler sprak over inflatie als een kwestie van wilskracht en beloofde prijsstabiliteit met hulp van zijn paramilitaire Sturmabteilung, beter gekend als de Bruinhemden. In werkelijkheid wist hij amper hoe een begroting werkte.

Economisch fundamentalisme

Voor de uitwerking van zijn economische ideeën rekende Hitler op Gottfried Feder, partij-econoom en fanatiek protectionist. Feder pleitte voor een gesloten, autarkische economie waarin Duitse arbeiders Duitse goederen produceren voor Duitse consumenten.

Zijn visie was even racistisch als economisch absurd: Duitsland moest zich losmaken van een geglobaliseerde wereld. “Het nationaalsocialisme vereist dat niet langer Sovjet-slaven, Chinese koelies en n**** (sic) in de behoeften van Duitse arbeiders voorzien”, schreef Feder. Tarieven, zo meende hij, zouden Duitsland bevrijden.

Feder verwierp zowel het kapitalisme als het marxisme. Zijn oplossing was economisch nationalisme, met importbeperkingen en bevoordeling van de binnenlandse markt. Volgens hem moesten de Duitsers “beschermd worden tegen buitenlandse concurrentie.”

Het klonk als een arbeidersvriendelijk beleid, maar het bleek achteraf de voorbode van een economische knoeiboel en werkloosheid.

Waarschuwingen genegeerd

Terwijl Feder droomde van zelfvoorziening, waarschuwden andere kabinetsleden voor de gevolgen. Minister van Buitenlandse Zaken Von Neurath sprak van mogelijke handelsoorlogen en prijsstijgingen van wel 600 procent. Ex-minister Eduard Hamm waarschuwde dat Duitsland zijn exportmarkten nodig had om industriële werkgelegenheid te behouden.

Hamm legde uit dat Duitsland veel meer industriële goederen uitvoerde dan landbouwproducten importeerde. Tarieven zouden niet alleen de handel verstikken, maar ook drie miljoen jobs bedreigen.

De Duitse beurs veerde op bij het nieuws van de benoeming van Hitler

Hamm schreef brieven, riep op tot voorzichtigheid, waarschuwde voor wantrouwen bij internationale handelspartners. Hij herinnerde Hitler eraan dat het vrijemarktsysteem gebaseerd is op vertrouwen, de rechtsstaat en het nakomen van contractuele verplichtingen.

Maar de waarschuwingen vielen in dovemansoren. Hitler deed geen enkele poging om de markten gerust te stellen. Hij bleef volhouden dat de tarieven noodzakelijk waren en dat hij tijd nodig had om het geruïneerde land dat zijn voorgangers hem hadden nagelaten, te herstellen.

Onzekerheid op de markten

Ironisch genoeg kwam Hitler aan de macht op het moment dat de economie net aan het herstellen was van de crash van 1929. De Duitse beurs veerde op bij het nieuws van zijn benoeming. Maar het enthousiasme verdampte snel. Onzekerheid over de nieuwe koers zorgde voor stagnatie.

Terwijl Hitler talmde met een duidelijk plan, begonnen ondernemers en economen zich openlijk te verzetten. De Duitse Industrie- en Handelsvereniging waarschuwde voor tegenmaatregelen van handelspartners. Bedrijven stelden investeringen uit. Vertrouwen in het economisch beleid smolt weg.

Varkensvet

Hans Joachim von Rohr, die werkte op het ministerie van landbouw en voedsel, lichtte op de nationale radio de redenering achter Hitlers tariefbeleid toe. Volgens von Rohr moesten producten die Duitsland zelf onvoldoende produceerde, kunstmatig duurder worden gemaakt. Door invoerheffingen zouden deze schaarse goederen – vaak geïmporteerd – voor de consument duurder worden.

Het idee hierachter was dat boeren dan financieel gestimuleerd zouden worden om net die producten in grotere hoeveelheden zelf te gaan produceren, omdat de binnenlandse markt aantrekkelijker zou worden zonder buitenlandse concurrentie. Zo hoopte men de zelfvoorziening van Duitsland te versterken.

Als voorbeeld gebruikte von Rohr varkensvet (Schmalz), een basisproduct in de Duitse keuken. Als de invoer ervan duurder werd door hogere invoerrechten, zouden boeren worden aangemoedigd om grotere varkens te kweken die meer vet opleveren, in plaats van kleinere ‘spekvarkens’.

De boeren waren de eerste slachtoffers van het beleid dat hen moest redden

Op die manier, zo redeneerde hij, zou Duitsland onafhankelijker worden van buitenlandse voedselimporten. Maar grotere varkens aten meer en brachten minder op dan spekvarkens.

Het plan was economisch onzinnig. Een economisch expert wees erop dat het internationale handelssysteem al tweehonderd jaar functioneerde en dat Hitlers tariefbeleid het land in een “ernstige crisis” zou storten die honderdduizenden banen zou kunnen kosten. En dat was nog voordat er sprake was van schade door vergeldingsmaatregelen.

Het voorbeeld met het varkensvet toonde pijnlijk duidelijk aan hoe ver de economische logica ontbrak. De boeren waren de eerste slachtoffers van het beleid dat hen moesten redden.

Politiek spektakel, economische ramp

De Hitler-tarieven, aangekondigd op vrijdag 10 februari 1933, sloegen waarnemers met verstomming. The New York Times gewaagde van een heuse ‘handelsoorlog’ tegen de Europese buren.

Tarieven op landbouwproducten en textiel stegen tot 500 procent. Vooral de Scandinavische landen en Nederland werden hard geraakt. Denemarken zag zijn veeteelt-export instorten. De tegenreacties lieten niet op zich wachten.

Binnen enkele dagen kelderden de exportcijfers. Bijeenkomsten met buitenlandse vertegenwoordigers werden geannuleerd. Handelspartners dreigden met sancties.

“De toekomst van Duitsland hangt enkel en alleen af van de wederopbouw van het leger”

Op de avond dat Hitler zijn handelsoorlog lanceerde verscheen hij in het Berlijnse Sportpaleis, gehuld in zijn bruinhemd. Hij sprak over eerherstel, zelfvoorziening en verzet tegen het Verdrag van Versailles (1919) waar Duitsland na de eerste wereldoorlog opgezadeld werd met zware herstelbetalingen. Geen woord over de handelsoorlog die hij diezelfde dag was begonnen.

Hij zweeg ook over de herbewapening die hij daags voordien in de ministerraad had besproken. Daar had hij verklaard: “Miljarden Reichsmark zijn nodig voor de heropbouw van het leger. De toekomst van Duitsland hangt enkel en alleen af van de wederopbouw van het leger”.

Hitlers handelsoorlog met zijn buren zou slechts een voorbode blijken te zijn van zijn vernietigende oorlog tegen de rest van de wereld.

 

*                             *                              *

 

De geschiedenis herhaalt zich, maar nooit op dezelfde wijze. “Ze toont zich eerst als tragedie en dan als farce”, aldus een bekende boutade. De tragedie van de jaren dertig kennen we. Laten we hopen dat we daaruit voldoende geleerd hebben zodat we van de farce kunnen gespaard blijven.

 

Timothy W. Ryback. Foto: Printscreen Youtube Mishcon Academy

Timothy W. Ryback is een Duits-Amerikaanse historicus en directeur van het Institute for Historical Justice and Reconciliation in Den Haag. Hij schreef onder meer Hitler’s Private Library en Takeover: Hitler’s Final Rise to Power. Ryback publiceert regelmatig in The Atlantic, The New Yorker en The New York Times. Het opiniestuk waarop dit artikel is gebaseerd kan je hier lezen.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!