Foto: svklimkin / Pixabay
Analyse - Jotie François,

Hoe Wouter Duyck racistische pseudowetenschap witwast

In zijn boek ‘Mijn kind, slim kind’ baseert Wouter Duyck, de zogenaamde onderwijsexpert die beweert dat Hitler een socialist is, zich op racistische pseudowetenschap.

woensdag 26 februari 2025 17:02
Spread the love

 

“Hitler was een socialist.” Met “een hele lijst extreem-linkse communistische, socialistische standpunten.” Dat tweette Wouter Duyck, de man waar de N-VA zich graag op beroept wanneer het klaagt dat de kwaliteit van ons onderwijs aan het dalen is.

Dat communisten bij de eerste slachtoffers in de concentratiekampen van nazisme waren en het nationaal-socialisme net zo socialistisch is als een varkenshaasje een haasje is, zou iedereen die een beetje geschiedenis heeft gekregen moeten weten. Maar goed, misschien is het ook niet eerlijk om een professor als Duyck meteen te diskwalificeren op basis van één domme tweet.

Uit nieuwsgierigheid of Duyck wel iets inhoudelijks te zeggen zou hebben over onderwijs ging ik daarom zijn boek ‘Mijn kind, slim kind’ lezen. En het is niet goed, meer zelfs: het boek staat vol met fragmenten waarin hij racistische pseudowetenschap witwast.

Distantiëren van openlijk racisme …

Geheel in lijn met de stijl van het huis van de N-VA wil Duyck liever niet geassocieerd worden met al te openlijke racisten. Door de manier waarop hij zich distantieert van dat openlijke racisme, probeert hij echter de kern ervan net te beschermen.

Zo schrijft hij over The Bell Curve van Herrnstein en Murray dat gaat over het vermeende verschil in intelligentie tussen rassen: “het boek was zeer schadelijk voor het intelligentieonderzoek, het werd gerecupereerd door racisten.”

Het boek werd niet gerecupereerd door racisten, het is een racistisch boek dat gebaseerd is op racistische bronnen

Alleen: het boek werd niet gerecupereerd door racisten, het is een racistisch boek dat gebaseerd is op racistische bronnen. Zo waren zeventien van de onderzoekers in de bronnenlijst van het boek verbonden aan het ronduit racistische Pioneer Fund.

Het Pioneer Fund werd opgestart door textielmagnaat Wickliffe Draper in 1937 om “rassenverbetering” na te streven. Het verzamelde eugeneten en financierde Erbkrank, een documentaire van de nazi’s voor sterilisaties in psychiatrische centra. En ook na de oorlog bleek het Pioneer Fund een ontmoetingsplaats voor treurige nazi’s.

… om de kern ervan weer binnen te smokkelen

Welk werk vinden we terug in de bronnenlijst van Duyck? Dat van de Pioneer Fund, met name de zogenaamde National IQ map. Dat is een wereldkaart met het gemiddelde IQ van elk land, opgesteld door Richard Lynn.

De medewerkers van het onderzoek wilden zien welke Congolezen het meest ‘geëvolueerd’ waren

De map van Lynn is gebaseerd op ernstig verouderde en vaak totaal vertekende studies. Zo is het zogenaamd “gemiddelde IQ van Congo” gebaseerd op een onderzoek uit 1953 bij 485 Baluba,  een ethnische groep in Congo die tijdens de kolonisatie in de koper en diamantmijnen moesten werken. De medewerkers van het onderzoek werkten samen met La Forminière om te zien welke Congolezen het meest ‘geëvolueerd’ waren.

Niet verwonderlijk dus dat er veel kritiek is op de National IQ map van onderzoekers zoals Han van der Maas, Jelte Wicherts of Rebecca Sear, directeur van het Centre for Culture and Evolution aan de Brunel University London en President van de European Human Behaviour & Evolution Association.

Sear en andere onderzoekers vragen om de kaart in te trekken en het proces om ze te laten intrekken is ook effectief in gang gezet, maar dat alles lijkt Duyck te zijn ontgaan. Hij ziet er geen probleem in om zijn stelling dat één extra IQ-punt samenhangt met 468 dollar bruto nationaal product per persoon te baseren op een onderzoek dat op haar beurt verwijst naar onder meer de National IQ map.

Gaslighting

Waar het Duyck om te doen is, is dat hij koste wat kost wil aantonen dat intelligentie, gemeten als IQ, voor een groot deel genetisch bepaald is. De erfelijkheid van intelligentie, zo schrijft hij is “groot en onbetwist.” 

Dat is voor Duyck belangrijk om zijn onderwijsvisie te propageren waarin vooral wordt ingezet op excellentie van de rijke kinderen die nu eenmaal van nature slimmer zouden zijn. Het potentieel van die IQ-elite mag niet verkwanseld worden, want het zijn zij die zorgen voor de economische groei, zo redeneert Duyck.

De kritiek van andere onderzoekers die erop wijzen dat het onderzoek waar hij zich op baseert racistisch is, beantwoordt Duyck door in het wilde weg te beginnen roepen. Over Dirk De Zutter, co-auteur van het boek ‘De school van ongelijkheid’, schrijft hij dat die niet gehinderd wordt “door enige kennis of begrip van data en werkelijkheid” en zijn manier van denken noemt hij “absurd” en “fundamentalisme”.

De beroemde Franse socioloog Pierre Bourdieu beschuldigt hij van “een militante zoektocht naar de ultieme gelijkheid.” Op kritiek van onderwijssocioloog Orhan Agirdag dat “een multidisciplinaire benadering van een probleem gewoon continu als een middel voor racisme bestempeld wordt.”

Duyck probeert te doen alsof zijn ideologische tegenstanders gewoon overgevoelig zijn en overal racisme en ongelijkheid in willen zien

De tendens is steeds hetzelfde. In plaats van in te gaan op de meer dan terechte kritiek, probeert Duyck te doen alsof zijn ideologische tegenstanders gewoon overgevoelig zijn en overal racisme en ongelijkheid in willen zien. Je zou het een vorm van politieke gaslighting kunnen noemen.

Het is wellicht ook op die manier dat we zijn uitspraak dat de nazis socialisten zijn moeten begrijpen, als een soort preventieve tegenaanval om de discussie over de racistische bronnen waar hij zelf uit put in een scheldtirade te doen verzanden. Maar, zoals Duyck zelf ook in zijn boek schrijft: “Beledigingen zijn de argumenten van wie ongelijk heeft.”

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!