Update: Berichtgeving over censuur wordt gecensureerd! Onze post op Facebook over dit artikel is door het platform verwijderd. Als je het belangrijk vindt om je uit te spreken tegen censuur, deel het artikel dan zo veel mogelijk in je eigen netwerk.
* * *
Mainstream media bezondigen zich zelden aan echte medialeugens, maar het gebeurt wel. Denk maar aan het massagraf in Timișoara, de couveusebaby’s in Koeweit of de massavernietigingswapens in Irak. (Voor meer uitleg over die flagrante leugens, zie Annex op het einde van het artikel.)
De verdraaiing van de werkelijkheid gebeurt meestal subtieler, door middel van framing, verzwijgen of onderbelichten van gebeurtenissen, weglaten van context, keuze van experts, uitvergroten van feiten, misleidende koppen, suggestieve foto’s, enzovoort.
In de meeste gevallen gaat die verdraaiing van de realiteit niet uit van de individuele journalisten maar wordt die in gang gezet en aangestuurd door hun eindredacties. Die eindredacteurs staan op hun beurt onder druk van commerciële mediatycoons. In het geval van openbare omroepen staan ze onder politieke voogdij en controle.
Mainstream media bezondigen zich zelden aan echte medialeugens. De verdraaiing van de werkelijkheid gebeurt meestal subtieler
Een andere filter die de berichtgeving kleurt komt van de adverteerders. Berichten die niet stroken met hun winstverwachtingen worden zoveel mogelijk geweerd.
Om journalisten in dat gareel te krijgen zijn er drie mechanismen. Vooreerst wordt gekeken of hun ideologie min of meer spoort met die van de eindredactie en de werkgever. Bij hun aanwerving is dat niet vanzelfsprekend, maar na verloop is dat wel mogelijk en bepalend voor verdere carrièremogelijkheden.
Ten tweede conformeren journalisten zich – om het leefbaar te houden en hun carrière niet in gedrang te brengen – aan de redactionele druk door zelfcensuur toe te passen.
Als die twee mechanismen niet volstaan dan past de eindredactie bij herlezing eventuele ‘storende’ elementen aan of worden bepaalde passages gewoon geschrapt. In het slechtste geval worden hele artikelen of reportages niet gepubliceerd.
BBC en Gaza
Bij onbelangrijke of politiek neutrale zaken zijn redactionele ingrepen meestal niet nodig. Het is vooral bij politiek geladen gebeurtenissen dat de berichtgeving verdraaid of gemanipuleerd wordt. De afgelopen vijftien maanden was dat zeker het geval met de genocide in Gaza.
Doorgaans zijn we als buitenstaander niet op de hoogte van hoe de verslaggeving wordt gemanipuleerd en aangestuurd. Een echt spreekverbod is er niet, maar een individuele journalist die uit de biecht klapt mag vrezen voor zijn carrièrekansen.
De journalisten beschuldigen de BBC van systematische partijdigheid
Het is pas als het de spuigaten uitloopt en een groep journalisten zijn grieven publiek kenbaar maakt dat we een glimp opvangen van die onzichtbare maar zeer aanwezige druk op de verslaggeving. De voorbije maanden was dat het geval met betrekking tot de BBC-verslaggeving over de oorlog tegen Gaza.
In november 2024 ondertekenden meer dan 100 journalisten van de Britse omroep een open brief waarin zij opriepen tot een meer eerlijke en nauwkeurige berichtgeving.
Ze beschuldigen de BBC van systematische partijdigheid, waarbij Israëlische narratieven worden benadrukt, Palestijnse slachtoffers worden ondergewaardeerd en de asymmetrie van het conflict niet wordt weerspiegeld.
De kritiek richt zich vooral op de online nieuwsafdeling, die een sleutelrol speelt in hoe miljoenen mensen wereldwijd de situatie in Gaza interpreteren.
Structurele partijdigheid
De onvrede onder journalisten is het resultaat van jarenlange frustraties. Veel medewerkers stellen dat de berichtgeving over Israël en Palestina structureel wordt beïnvloed door hogere leidinggevenden, met name Raffi Berg, hoofd van de online Midden-Oostenredactie.
Berg wordt ervan beschuldigd artikelen en koppen zo te bewerken dat kritiek op Israël wordt afgezwakt. Klachten van journalisten over zijn invloed zouden consequent worden genegeerd door het management.
De berichtgeving over Israël en Palestina wordt structureel beïnvloed door hogere leidinggevenden
Ze stelden voor om expliciet te vermelden dat Israël geen toegang verleent tot Gaza aan buitenlandse journalisten. Ze willen dat de verantwoordelijkheid van Israël duidelijker benoemd wordt en dat experts in mensenrechten en oorlogsmisdaden proportioneel zouden vertegenwoordigd worden.
Deze oproepen werden grotendeels genegeerd, wat de frustratie onder medewerkers verder aanwakkerde.
Incidenten
Enkele incidenten hebben de interne spanningen verder doen oplaaien. In december 2024 publiceerde Amnesty International een rapport waarin Israël werd beschuldigd van genocide in Gaza. Journalisten bekritiseerden de BBC voor de minimale en verlate aandacht voor dit rapport.
Terwijl andere nieuwsorganisaties het rapport prominent brachten, werd het op de BBC-website pas 12 uur na publicatie genoemd en slechts als zevende item op de voorpagina. Het rapport ontbrak aanvankelijk zelfs in de speciale ‘Israel-Gaza war’-sectie, wat leidde tot aanzienlijk minder lezers.
Zelfs ervaren verslaggevers die in het veld werken, moeten hun kopij door Berg laten goedkeuren voordat het wordt gepubliceerd
Een ander veelbesproken geval was de verslaggeving over Muhammed Bhar, een Palestijnse man met het syndroom van Down, die door een Israëlische legerhond werd aangevallen en aan zijn lot werd overgelaten.
De oorspronkelijke kop “De eenzame dood van een Gaza-man met Downsyndroom” kreeg zware kritiek omdat het de verantwoordelijkheid van Israël niet duidelijk maakte. Na publieke en interne druk werd de kop aangepast, maar zelfs toen bleef de verantwoordelijkheid van het Israëlische leger onvoldoende benoemd.
De rol van het management
Raffi Berg wordt gezien als een kernprobleem. Hij zou een onevenredige invloed hebben op de redactionele lijn en artikelen herschrijven om Israël in een gunstiger daglicht te stellen. Zelfs ervaren verslaggevers die in het veld werken, moeten hun kopij door Berg laten goedkeuren voordat het wordt gepubliceerd.
Berg zou koppen en teksten aanpassen om de visie van Israëlische kant te benadrukken en Palestijnse claims te verzwakken.
Het management wordt ervan beschuldigd deze kritieken te negeren. Ondanks meerdere ‘luistersessies’ waarin journalisten hun hart konden luchten, zou er weinig tot niets zijn gedaan om de situatie te verbeteren.
Ongelijkheid in verslaggeving
Een data-analyse van meer dan 2.900 artikelen en koppen op de BBC-nieuwswebsite toont aan dat Palestijnse slachtoffers op minder menselijke en emotionele wijze worden beschreven dan Israëlische slachtoffers.
Termen zoals ‘bloedbad’ (massacre) en ‘atrocity’ (gruweldaad) worden disproportioneel vaker gebruikt voor Palestijnse acties dan voor Israëlische militaire operaties. Slechts in 27 procent van de gevallen waarin Palestijnen sterven, wordt de dader expliciet genoemd in de kop, vergeleken met 43 procent bij Israëlische slachtoffers.
Palestijnse slachtoffers worden minder menselijk en emotioneel beschreven dan Israëlische slachtoffers
In vergelijking: bij de berichtgeving over Oekraïne worden Russische misdaden explicieter benoemd, wat volgens medewerkers laat zien dat de BBC terughoudend is in het bekritiseren van Israël. Dit patroon versterkt het gevoel dat de organisatie de Israëlische regering ontziet.
Reacties van de BBC
De BBC heeft de beschuldigingen verworpen en stelt dat zij zich houdt aan strikte richtlijnen voor onpartijdigheid. In een verklaring benadrukte de BBC: “Wij rapporteren zonder angst of voorkeur.”
Hoewel fouten worden erkend en gecorrigeerd, vinden veel journalisten van de BBC dat cruciale tekortkomingen in de berichtgeving blijven bestaan en dat correcties vaak te laat komen. Zij vinden dat de huidige berichtgeving niet voldoet aan de journalistieke standaarden die de BBC zegt na te leven.
Zoals een journalist het verwoordde: “Als dit niet het moment is om een moreel standpunt in te nemen, wanneer dan wel?”
* * *
De verdraaiingen van de berichtgeving in de BBC en de pressie van het management zijn naar boven gekomen omdat journalisten van die zender de moed vonden om niet langer te zwijgen. De druk vanwege eindredacties zal niet overal even groot zijn, maar je mag er van uitgaan dat die druk in alle mainstream-media aanwezig is en de berichtgeving kleurt.
Framing speelt een grote rol in hoe burgers de wereld begrijpen en hoe kiezers politieke keuzes maken
Vandaag de dag zijn de mainstream media meer dan ooit bedrijven met grote commerciële belangen en hebben ze een aanzienlijke politieke impact. De berichtgeving – en de framing ervan – speelt een grote rol in hoe burgers de wereld begrijpen, hoe kiezers politieke keuzes maken en hoe mensen consumeren. Er staat dus heel veel op het spel.
Het gemanipuleer binnen de BBC laat zien hoe het establishment alles in het werk stelt om de verslaggeving te stroomlijnen en te laten afstemmen op een voor het establishment gunstige of op zijn minst onschadelijke visie. Het toont andermaal aan hoe belangrijk alternatieve media als DeWereldMorgen zijn.
Annex: Medialeugens
Massagraf Timișoara
In de nasleep van de val van de Berlijnse muur braken in december 1989 grootschalige protesten uit in Timișoara, een stad in het westen van Roemenië. Tijdens de chaotische dagen die daarop volgden kwamen berichten naar buiten dat in Timișoara een massagraf was ontdekt waarin honderden lichamen zouden zijn begraven.
Internationale media rapporteerden uitgebreid over dit vermeende bewijs van systematische moord door het regime. Het nieuws van het massagraf versterkte de woede tegen de regeringsleider Ceaușescu, zowel in Roemenië als internationaal. Naar aanleiding van dit ‘schandaal’ gingen in het Westen zelfs stemmen op om militair tussenbeide te komen.
Achteraf bleek het opgezet spel te zijn. Het ging om een klein aantal eerder overleden personen die uit een mortuarium waren gehaald en die niets hadden te maken met de protesten.
Couveusebaby’s Koeweit
In 1990 viel Irak onder leiding van Saddam Hoessein Koeweit binnen. De VS stelde een militaire coalitie samen om het Irakese leger uit Koeweit te verdrijven. In de aanloop naar de interventie getuigde een 15-jarig meisje voor het Congres van de VS.
Ze verklaarde dat ze in een ziekenhuis in Koeweit had gewerkt en met eigen ogen had gezien hoe Iraakse soldaten baby’s uit couveuses trokken en hen op de koude vloer lieten sterven.
Deze getuigenis werd breed uitgemeten in de internationale mainstream media en werd het symbool van de wreedheid van Saddam Hoessein. Het verhaal was heel belangrijk bij de opbouw van publieke steun voor de geplande militaire invasie.
Na de oorlog kwam aan het licht dat het verhaal van de couveusebaby’s een verzinsel was. Het meisje bleek de dochter te zijn van de Koeweitse ambassadeur in de Verenigde Staten. Haar getuigenis was zorgvuldig georkestreerd door Hill & Knowlton, een groot Amerikaans pr-bureau dat was ingehuurd door de Koeweitse regering om steun voor militaire actie te genereren.
Massavernietigingswapens in Irak
In het kader van de ‘War on Terror’ wilden de Verenigde Staten Irak binnenvallen en een regimewissel doorvoeren. Om die aanval te legitimeren beweerden president Bush van de VS en premier Tony Blair van het VK dat Irak beschikte over chemische, biologische en mogelijk nucleaire wapens.
Ze stelden dat de Iraakse leider Saddam Hoessein een gevaarlijke dictator was die deze wapens mogelijk aan terroristische groepen, zoals Al-Qaeda, kon overdragen en dat zij dus een bedreiging vormden voor de hele wereld.
Deze beweringen werden overgenomen en verspreid door de mainstream media. Achteraf bleken de inlichtingen en de zogenaamde ‘bewijzen’ waarop de VS en het VK hun argumenten hadden gebaseerd, onbetrouwbaar, foutief geïnterpreteerd of gemanipuleerd. De regering-Bush had bewust misleidende verklaringen afgelegd over de vermeende dreiging.