Foto: Josh Evnin, Flickr / CC BY-SA 2.0
Mediakritiek -

Nog meer vragen over 7 oktober

Het bloedbad van 7 oktober wordt door de Israëlische regering ingeroepen én opgevoerd als rechtvaardiging voor de nietsontziende bombardementen op Gaza. De mainstream media volgt haar daar grotendeels in. Nochtans is het absoluut niet duidelijk wat er nu precies gebeurd is op die bewuste dag en rijzen er meer en meer twijfels over de Israëlische versie.

woensdag 8 november 2023 15:49
Spread the love

 

“Als je je ‘neutraal’ opstelt tegenover situaties van onderdrukking kies je de kant van de onderdrukker”, aldus Zuid-Afrikaans bisschop Desmond Tutu die in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

DeWereldMorgen veroordeelt de recente aanvallen van Hamas tegen Israëlische burgers, maar ziet die niet los van 75 jaar staatsterreur van Israël tegen het Palestijnse volk. Het internationaal erkende recht op gewapend verzet tegen een kolonisator is geen vrijbrief voor aanslagen op burgers. Een onderhandelde vrede kan alleen bereikt worden wanneer 75 jaar verdrijving, 56 jaar bezetting, kolonisatie en apartheid en 16 jaar blokkade van Gaza worden erkend als de oorzaken van dit geweld. DeWereldMorgen onderzoekt deze oorzaken die door de politiek en door mainstreammedia worden verzwegen, onderbelicht of ontkend, om zo een debat te stimuleren dat kan leiden tot onderhandelingen en vrede. (nvdr)

 

Half oktober las ik op The Electronic Intifada het getuigenis van Yasmin Porat, een Israëlische vrouw die de raid van Hamas op 7 oktober overleefde. Ik schreef er een klein artikel over. De getuigenis deed twijfel rijzen over de Israëlische versie van de feiten. Hamasmilitanten hadden de gijzelaars, tenminste in dit concrete geval, menselijk behandeld en een aantal doden kwam door Israëlisch vuur om het leven.

In een opinie lijstte Dyab Abou Jahjah even later een aantal gegevens op die het getuigenis van de vrouw in een meer aanneemlijke context plaatsten dan beestachtige moordlust. Zeker, het nemen van gijzelaars en ze gebruiken als menselijk schild, is een overtreding van het oorlogsrecht en mogelijk zijn er langs Palestijnse kant nog andere inbreuken geweest. Maar over wat echt gebeurd is met de verrassingsaanval vanuit Gaza heerst nog veel onduidelijkheid.

Over wat echt gebeurd is met de verrassingsaanval vanuit Gaza heerst nog veel onduidelijkheid, maar daarvan geen spoor in de mainstreammedia

Van die onduidelijkheid geen spoor in de mainstreammedia. De getuigenis van Yasmin Porat en elementen die in dezelfde richting wijzen worden, voor zover ik kan nagaan, volledig genegeerd. Tot vandaag blijft het bloedbad van 7 oktober de noodzakelijke inleiding of toevoeging van bijna elke commentaar over wat het Israëlische leger uitricht in Gaza. De veroordeling van de oorlogsmisdaden van Hamas als voorwaarde om het over die van het IDF te mogen hebben. Twee vragen in dat verband.

Klopt de Israëlische versie van de feiten

Ten eerste, zijn er intussen nog meer aanwijzingen dat de Israëlische versie van de feiten op 7 oktober niet klopt? Die zijn er, en ze komen van het Israëlische leger zelf. Max Blumenthal schreef op de website The Grayzone een uitvoerig artikel waarin hij alle getuigenissen oplijst van zowel overlevende burgers als militairen. Daaruit blijkt dat het leger met tanks en Apache-helikopters de kibboetsen bestookte met grof geweld, dat geen onderscheid maakte tussen Hamasstrijders en burgers. Enkele citaten:

“Tuval Escapa, veiligheidscoördinator van Kibboets Be’eri, zette een hotline op tussen de bewoners van de kibboets en het Israëlische leger. Hij vertelde de Israëlische krant Haaretz dat toen de wanhoop begon toe te slaan, ‘de commandanten in het veld moeilijke beslissingen namen – waaronder het beschieten van huizen met hun bewoners om de terroristen samen met de gijzelaars uit te schakelen.’”

Het Israëlisch leger bestookte de kibboetsen met grof geweld, dat geen onderscheid maakte tussen Hamasstrijders en burgers

“Apache-gevechtshelikopters speelden ook een belangrijke rol in de reactie van het Israëlische leger op 7 oktober. Piloten vertelden aan Israëlische media dat ze naar het slagveld vlogen zonder enige informatie, niet in staat om onderscheid te maken tussen Hamas-strijders en Israëlische burgers, en toch vastbesloten om ‘de buik leeg te maken’ van hun oorlogsmachines.”

“In een interview met Mako News (een Israëlische nieuwszender – CD ) reflecteerde een piloot over het moeilijke dilemma of hij moest schieten op mensen en auto’s die terugkeerden naar Gaza. Hij wist dat in veel van die voertuigen misschien Israëlische gevangenen zaten. Maar hij koos ervoor om toch het vuur te openen. ‘Ik kies dat soort doelen,’ zei de piloot, ‘waarbij ik tegen mezelf zeg dat de kans klein is dat ik hier ook op gijzelaars schiet.’ Hij gaf echter toe dat zijn oordeel ‘niet 100 procent was’.”

“Het toenemende bewijs van schietbevelen door Israëlische legercommandanten wijst er sterk op dat ten minste enkele van de meest schokkende beelden van verkoolde Israëlische lijken, tot puin gereduceerde Israëlische huizen en uitgebrande hulken van voertuigen die aan de westerse media werden gepresenteerd, in feite het werk waren van tankbemanningen en helikopterpiloten die Israëlisch grondgebied bestookten met granaten, kanonvuur en Hellfire-raketten.”

“Een van de gruwelijkste video’s van de nasleep van 7 oktober, ook gepubliceerd op het Telegram-account van South Responders, toont een auto vol verkoolde lijken bij de ingang van Kibboets Be’eri. De Israëlische regering schilderde deze slachtoffers af als Israëlische slachtoffers van sadistisch Hamas geweld. De gesmolten stalen carrosserie en het ingestorte dak van de auto, en de volledig verschroeide lijken binnenin, wijzen echter op een voltreffer van een Hellfire raket.”

Het artikel van Blumenthal roept een context op van chaos, paniek en ongecontroleerd geweld. De blitzaanval overrompelde de Israëlische basis binnen de Erez-grensovergang naar Gaza. Blumenthal:

“Op video-opnamen van GoPro-camera’s op de helmen van Palestijnse strijders is te zien hoe Israëlische soldaten, totaal verrast, snel worden neergemaaid, velen nog in ondergoed. Ten minste 340 actieve soldaten en inlichtingenofficieren werden gedood. (…) Tegen 10:30 uur, volgens een verslag van het leger aan de Israëlische nieuwszender Mako, ‘hadden de meeste [Palestijnse] troepen van de oorspronkelijke invasiegolf het gebied al verlaten om naar Gaza te gaan.’”

Maar door de snelle uitschakeling van de Erezbasis stroomden vele andere Palestijnen Israël binnen, gewone burgers, maar ook gewapende milities die niet noodzakelijk onder het bevel van Hamas stonden.

De lichtbewapende Hamasstrijders waren niet in staat om vernielingen op de beschreven schaal aan te richten

De conclusie van Blumenthals artikel is dat de lichtbewapende Hamasstrijders niet in staat waren om vernielingen op de beschreven schaal aan te richten. Als het leger er niet voor terugschrok de eigen burgers te doden, lijkt dat in overeenstemming met de zogenaamde Hannibalrichtlijn. Die militaire procedure werd in 1986 ingesteld na het Jibril-akkoord, een deal waarbij Israël 1150 Palestijnse gevangenen ruilde voor drie Israëlische soldaten.

Hoe de richtlijn werkt werd gedemonstreerd op 1 augustus 2014 in Rafah, Gaza, toen Hamas-strijders een Israëlische officier gevangennamen, luitenant Hadar Goldin, wat het leger ertoe aanzette om meer dan 2000 bommen, raketten en granaten op het gebied los te laten, waarbij de soldaat samen met meer dan 100 Palestijnse burgers om het leven kwam.

Afschuw over Hamas

Tweede vraag: had de Israëlische regering haar moordend geweld tegen de bevolking van Gaza kunnen starten zonder de wereldwijde afschuw over de Hamasterreur? Het antwoord is evident. Westerse regeringen hebben altijd achter Israël gestaan, welke terreur de zionistische regering in het verleden ook uitoefende.

Maar steun voor staatsterreur op deze schaal kon niet zonder de publieke opinie de schok van ‘het Hamasbloedbad’ te bezorgen. Het Israëlische leed was dagenlang een hoofdpunt in de media. Alles wat na 7 oktober is gebeurd begint bij dat bloedbad. De impact ervan op de publieke opinie was nodig om het in gang zetten van wat stilaan een genocide blijkt, mogelijk te maken.

Steun voor staatsterreur op deze schaal kon niet zonder de publieke opinie de schok van ‘het Hamasbloedbad’ te bezorgen

Dankzij die gruwel kon er in de mainstreammedia sprake zijn van ‘de veiligheid van Israël’, een ‘antwoord op’, een ‘vergelding’, ‘een oorlog tussen Israël en Hamas’.

Hoe bont Israël het ook maakt, het geweld van zijn leger ligt in een balans, en al weegt het eigen geweld intussen honderd keer zwaarder, wat in de andere schaal ligt maakt het in vele ogen nog altijd tot een ‘reactie op’, disproportioneel weliswaar, maar ‘uitgelokt door’.

De zoveelste fase in een spiraal van geweld waar beide partijen schuld dragen. Het paradigma dat nog altijd dominant is in onze dominante media, waar men denkt de objectiviteit te dienen door wat beide partijen aanrichten ‘evenwichtig’ te behandelen. Dat referentiekader sneuvelt natuurlijk als zou blijken dat het bloedbad van Hamas voor een groot deel een leugenverhaal is.

Daarom moet de menselijke behandeling door Hamas gerelativeerd worden (het is pr), moet hun bedoeling met de raid (uitwisselen gijzelaars tegen gevangenen) ontkend worden, moeten alle aanwijzingen van Israëlisch geweld tegen eigen burgers genegeerd blijven, mogen aantoonbare leugenverhalen (onthoofde baby’s, verkrachte vrouwen) niet leiden tot ongeloofwaardigheid (de volgende leugen vertrekt gegarandeerd weer van nul) en, vooral, moet de afschuw over het bloedbad voortdurend levend worden gehouden.

Het is vandaag 7 november, acht uur ’s ochtends, en ik ben er al twee keer aan herinnerd. Eén keer in het radionieuws, één keer in een opinie in de krant.

Dit is geen oorlog tussen Hamas en Israël

Intussen is ook duidelijk dat de gijzelaars weinig of geen invloed hebben op het handelen van de zionistische regering, alle retoriek ten spijt. Veeleer lijkt het erop dat die regering deze unieke kans om een grote stap te zetten in de verdere kolonisering van Palestina niet ongebruikt voorbij wou laten gaan. Waarmee die regering alvast bewijst dat het enige paradigma dat werkelijk klopt het historische is.

Dit is geen oorlog tussen Hamas en Israël. Dit is het verderzetten van de zionistische agenda. Een proces dat begon in de negentiende eeuw, in 1948 tot de Nakba (deportatie van 750.000 Palestijnen, nvdr) leidde, in 1967 tot de bezette gebieden en tot vandaag een voortdurende keten van roof, geweld, vernedering, economische wurging en apartheid veroorzaakt.

Dit is geen oorlog tussen Hamas en Israël. Dit is het verderzetten van de zionistische agenda

In De tweede intifada (2001) heeft Anja Meulenbelt het over een paradigmastrijd in verband met Israël en Palestina. Zij schrijft: “Het kenmerk van een paradigma is dat we het als waarheid aannemen, zonder dat de onderliggende veronderstellingen nog ter discussie staan, en zonder ons ervan bewust te zijn hoeveel we hebben geïnvesteerd in het handhaven van dat paradigma.”

Het citaat helpt me om te verklaren wat ik spontaan onverklaarbaar vind: dat het verhaal van 7 oktober in de dominante media ongewijzigd blijft, ondanks zoveel aanwijzingen dat het niet klopt.

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!