De zusterpartijen Groen en Ecolo doen het niet goed in de federale regeringscoalitie onder leiding van Alexander De Croo (Open VLD), zeker wanneer je hun partijprogramma naast hun concrete beslissingen legt.
In een coalitie van meerdere partijen moet je vanzelfsprekend een aantal toegevingen doen. Daar is op zich niets mis mee. Sommige thema’s druk je door, op andere lever je in, de normale gang van zaken in een meerpartijensysteem. De vraag is alleen hoe ver je qua toegevingen kan gaan zonder je geloofwaardigheid te verliezen.
Groen en Ecolo zijn dat punt jammer genoeg gepasseerd. Het wordt stilaan duidelijk dat er een verlenging komt van een aantal kerncentrales, hoeveel en hoelang is nog open voor debat, maar dat die verlenging er kom ligt de facto al vast.
Bovendien willen de andere meerderheidspartijen terug investeren in ‘nieuwe’ kernenergie, reden waarom de voorstanders nu reeds volop de verdiensten van kleine SMR-kerncentrales promoten.
Minister van Energie Tinne Van der Straeten doet zeer gedreven en met kennis van zaken haar uiterste best tegen het verzet in van alle andere regeringspartijen (en van de meeste federale oppositiepartijen) om alsnog een aanvaardbaar compromis uit de bus te slepen. Of dat haar zal lukken is twijfelachtig, maar ze poogt het tenminste.
Dat kan niet gezegd worden van minister van Vervoer Georges Gilkinet (Ecolo). In plaats van zo lang en zo hard mogelijk te ijveren voor het openbaar vervoer met de trein draait hij enthousiast mee in het inleveringsverhaal van de andere meerderheidspartijen. Hij probeert niet eens strijd te voeren voor de trein.
De minister lanceerde een ambitieus plan om binnen enkele jaren minstens twee treinen per uur in elk station te laten stoppen, maar voorziet daar geen middelen voor. Hij doet geen enkele poging om een hoger budget voor de NMBS te bekomen en stapt volledig mee in het verhaal van neoliberale besparingen.
Integendeel, hij wil het NMBS-personeelsbestand tegen 2032 inkrimpen met 2.000! Zijn argument is dat met de hedendaagse technologie minder mensen nodig zijn om meer treinen te laten rijden …
Hij voert hetzelfde beleid als zijn Vlaamse regionale collega Lydia Peeters (Open VLD), Vlaams minister van Mobiliteit (voor De Lijn). Ook zij lanceert grootse plannen voor beter en meer openbaar vervoer met bus en tram (en metro in Antwerpen), maar stelt daar geen middelen of personeel tegenover.
De beslissingen van groene federaal minister van Vervoer Gilkinet vallen over de hele ‘lijn’ samen met dat van zijn blauwe collega in de Vlaamse regionale regering.
De spoorvakbonden stellen dat er net meer mensen moeten bijkomen en poneert daarvoor het cijfer van 4.000 bijkomende aanwervingen. Dat er nu al te weinig personeel is, dat treinbegeleiders en treinbestuurders – dé kern van het spoorbedrijf – op hun tandvlees zitten, hun recht op verlof niet eens kunnen verwezenlijken, dat er nu al treinen worden afgeschaft, het mag niet baten. Deze minister wil sociale inleveringen.
Afschaffen van piekuurtreinen is niet zomaar een kleine actie, het zijn net die treinen die heel veel reizigers vervoeren, pendelaars die de trein elke dag nodig hebben om naar het werk en terug te gaan.
Wat de minister Gilkinet zegt is “Luister naar mijn woorden, kijk niet naar mijn daden”
Zoals hierboven al gezegd, elke partij moet in een meerderheidscoalitie toegevingen doen. De groenen geven echter toe op de twee centrale thema’s waar ze zich op het federale niveau altijd het hardst op hebben geprofileerd: energie en openbaar vervoer.
De liberale regeringspartijen moeten ook toegevingen doen: hoe weinig het ook is, ze moeten inbinden op hun eisen voor nog meer sociale inleveringen. Hun kiezers vinden dat niet aangenaam, maar zullen er uiteindelijk slechts iets minder zeer welvarend door blijven.
Hun kiezers krijgen geen vermogensbelasting op hun dak. De grote bedrijven maken winsten als nooit tevoren en worden daar minder en minder op belast.
Over de sociaaldemocratische regeringspartijen in de federale regering valt niet bijster veel te zeggen. Je kan je de vraag stellen waar de Vlaamse sociaaldemocraten nog voor staan – stof voor een andere analyse.
De Franstalige collega’s van de PS proberen tenminste nog iets, maar focussen zich vooral op kritiek aan de oppositiepartijen op hun linkerzijde. De liberalen kijken monkelend toe …
Groene kiezers zijn echter zeer energiebewust én grote voorstanders van het openbaar vervoer. De toegevingen die de groenen doen op vlak van energie en openbaar vervoer raken de kern van hun programma, hun reden van bestaan.
Het werd hier al eerder gezegd. De groenen stevenen af op een electorale nederlaag zoals in 2003. In feite is de verantwoordelijkheid van de groene ministers nu erger. In 1999-2003 deden de groenen nog totaal onervaren mee aan een eerste regeringsdeelname.
Naast dat gebrek aan ervaring en de uitputtingsslag door de coalitiepartners ondergingen ze een ongezien unfaire mediabashing als zwakste schakel in het geheel.
De huidige groene ministers weerstaan deze herhaling van de toenmalige mediabashing beter dan bij die eerste regeringsdeelname. We zagen recent nog een paar voorbeelden van brutale en doelbewuste vooringenomenheid tegen de oude en de nieuwe partijvoorzitters van Groen, door een aantal perslui die zich journalisten menen te mogen noemen.
De teleurstelling van de groene kiezers zal er in 2024 niet minder om zijn.