Europa: een tegenstrijdig nucleair (wan)beleid
Frankrijk, nucleaire locomotief van continentaal Europa, kondigt met grote trom aan dat ze een SMR van 170 MW ontwikkelt. Ze zou dienen voor de export. De Franse nucleaire branche zelf blijft wel zweren op investeringen in nieuwe zeer grote kernreactoren van 1650 MW. Dat is een capaciteit die bijna tienmaal groter is.
Maken we dan toch een nucleaire heropleving mee? Als het van de kernlobby afhangt wel.
In Nederland kwam onlangs een nieuwe regering tot stand. Eén van de eerste beslissingen was het ter beschikking stellen van 5 miljard euro voor de voorbereiding van de bouw van twee nieuwe kerncentrales.
En in België wordt een typisch compromis gesloten over de kernuitstap. De kernuitstap wordt bevestigd. De zeven reactoren gaan dicht (met aan de verre horizon toch nog een kans dat Doel 4 en Tihange 3 verlengd worden, als plan B van plan B). Tegelijk komt 100 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar SMR’s. En sommigen pleiten zelfs rechtuit voor de bouw van nieuwe kerncentrales.
Maken we dan toch een nucleaire heropleving mee? Als het van de kernlobby afhangt wel. Voorwaarde is wel dat de staat (dus de belastingbetaler of consument) rijkelijk steun geeft. Er is wel een probleem: hoe verkoop je dat aan de gewone mens van de straat, die reeds tientallen jaren opdraait voor van alles en nog wat?
Als de werkelijkheid niet fraai is, dan moet je een mythe tot leven wekken.
Als de werkelijkheid niet fraai is, dan moet je een mythe tot leven wekken. Als je die dan voldoende herhaalt, kan ze haar eigen leven gaan leiden. En de nucleaire mythe van SMR’s wordt dan gecreëerd. SMR’s zouden goedkoop zijn, inherent veilig, met weinig afval, niet gevoelig voor proliferatie, en ja, niet te vergeten in deze tijd, bovenal goed voor het klimaat.
Voorstanders van SMR’s beweren dat ze goedkopere kernreactoren kunnen ontwikkelen. Een veel aangehaald argument is dat een kleine reactor bestaat uit uniforme delen, zogenaamde modules. Vandaar de naam “modulaire reactor”. Deze onderdelen of modules zouden in een fabriek in serie gemaakt kunnen worden. Dat zou kostenvoordelen opleveren.
‘Goedkope’ SMR’s vinden geen klanten, wegens … te duur
Maar de realiteit van SMR’s toont het tegendeel aan. SMR’s zijn niet nieuw. In feite is men in de jaren na WO II begonnen met de bouw van kleine kerncentrales. Juist omwille van kostenproblemen, heeft men geleidelijk de capaciteit van de kernreactoren opgedreven.
De ontwikkeling van kernreactoren heeft duidelijk geleid van kleine naar zeer grote reactoren. Zo had het Amerikaanse leger vroeger 8 SMR’s. Ze zijn allemaal gesloten wegens onbetrouwbaar en duur. In hetzelfde land werden zelfs ‘plattelandskernreactoren’ ontwikkeld. Maar die kenden al evenmin succes.
Elk River SMR, een gefaalde plattelandsreactor in de VS
De Elk River kerncentrale is een voorbeeld van de grotendeels gefaalde SMR’s in het beginstadium van kernenergie. Deze Elk River SMR uit de jaren ’60 had een reactor van 22 MW. Dat is exact 75 keer kleiner dan de grootste hedendaagse reactor, de Franse EPR 2 van 1650 MW.
Deze ‘plattelands’-reactor kende veel problemen. Ze werd met jaren vertraging in dienst genomen. De kostprijs was ondertussen opgelopen tot 2,6 maal het vooropgestelde bedrag. De reactor had atoombom-klaar hoogverrijkt uranium en thorium nodig. Ze produceerde elektriciteit aan een dubbele kost vergeleken met toenmalige fossiel opgewekte elektriciteit.
Als klap op de vuurpijl werd ze reeds in 1968, na 3,5 jaren productie, definitief uit dienst genomen. De reden was dat er scheurtjes waren in het koelcircuit. Naast een duur, milieuproblematisch, onveilig en onopgelost afvalprobleem, had ze uiteindelijk slechts erg weinig en zeer dure elektriciteit geproduceerd.
Klein rijmt niet met goedkoop
Klein rijmt dus niet echt met goedkoop. En dat zien we trouwens nu ook gebeuren bij bepaalde SMR-ontwerpen, zoals onderstaande vier voorbeelden aantonen:
– NuScale (VS) verhoogde reeds de capaciteit van zijn ontwerp, maar vond nog steeds geen voldoende interesse, wegens nog steeds duur.
– In Indië werd de capaciteit van een SMR van 220 MW opgetrokken naar 700 MW.
– De Argentijnse SMR met de naam CAREM werd met ongeveer 30% opgedreven.
– En in de UK heeft ook Rolls-Royce haar SMR opgeschaald. Het zal de laatste niet zijn …
Enkel meer staatsgeleide economieën zetten ondanks de kosten door. Daar stuurt de staat dit veel meer. Bovendien financiert ze de verliezen.
Zo is de eerste SMR van de huidige generatie, een Russische kleine reactor. Het gaat om de Akademik Lomonosov. Het verhaal ervan is erg illustrerend. Haar bouw duurde ongeveer viermaal langer dan gepland. De bouwprijs ervan verviervoudigde eveneens. Haar kost benadert 200 dollar per MWh. En dat terwijl de nog steeds verminderende kost van nieuwe offshore windmolens een derde tot een kwart ervan is. Zelfs gerenommeerde instellingen en organisaties erkennen dit punt van hogere kosten. Voorbeelden hiervan zijn de Europese Commissie, de Zuid Australische NFCRC, het Atkins Report (UK), het IAEA, MIT, National Academy of Science, …
Ook windenergie wordt steeds goedkoper … omdat windmolens groter worden
Het zou erg verwonderlijk zijn dat grote industrieën zich zouden laten verleiden door de mythe van ‘small is cheap’ (klein is goedkoop). Juist omwille van materiaal-, energie- en dus financiële efficiëntie, hebben industriële installaties de neiging om groter te worden. Dat geldt eveneens voor kerncentrales zelf, en bijvoorbeeld ook windmolens.
Leg maar eens uit dat eender welk groot chemisch bedrijf, staaloven, non-ferro roostoven of elektrolysehal, of grote offshore windmolen, zich het best opsplitst in 75 stukjes. Kleinere installaties, oventjes of windmolens, zouden zogezegd minder constructie- en onderhoudsmateriaal nodig hebben, en dus goedkoper zijn.
In werkelijkheid gebeurt opschaling van industriële installaties juist omwille van kostenvermindering en hogere energie- en materiaalefficiëntie. Het is één van de belangrijkste redenen waarom windenergie goedkoper wordt.
In een reeks van vier artikels wil de 11 maart beweging de argumenten ontwikkelen waarom een keuze voor SMR-kerncentrales geen goede keuze is. We behandelen hierbij vier onderwerpen. Dit artikel bespreekt hoe SMR’s veel te duur zijn.
Het tweede artikel ondergraaft de bewering dat SMR duurzaam zouden zijn. In het derde artikel tonen we aan dat SMR’s de proliferatie van kernwapens vergroot. In het vierde en laatste artikel wordt uiteengezet hoe SMR’s de energietransitie bedreigen.