Journalist Saleh Aljafarawi doodgeschoten in Gaza – waar ‘PRESS’ geen bescherming biedt
Er komt een moment waarop nieuws geen nieuws meer is, maar als een klap in je maag aankomt. Dat moment voelde ik toen ik hoorde dat Saleh Aljafarawi, journalist en activist uit Gaza, was doodgeschoten – naar verluidt door een door Israël gesteunde militie. Slechts enkele dagen eerder had de Amerikaanse president Donald Trump aangekondigd dat Israël en Hamas een ‘eerste fase’ van een staakt-het-vuren hadden bereikt. Saleh, 28 jaar oud, bekend om zijn livestreams die het rauwe, ongefilterde leven in Gaza vastlegden, werd geraakt terwijl hij verslag deed van onrust in de wijk Sabra. Een jonge man met een camera, te midden van puin, die probeerde de wereld te laten zien wat er werkelijk gebeurde. En nu is hij er niet meer.
Mijn sociale media staan vol met zijn beelden en video’s – van zijn laatste verslag over het staakt-het-vuren, en van hoe hij hoopte zijn broer weer te zien, die op 13 oktober, één dag na Salehs dood, werd vrijgelaten uit gevangenschap. Mensen over de hele wereld rouwen, delen herinneringen, eren zijn werk. En toch heerst in de westerse media stilte. Geen breaking news, geen analyse, geen opinie. Alsof zijn dood niet thuishoort op onze nieuwspagina’s. Alsof een Palestijnse journalist geen collega is, maar een voetnoot.
Die stilte is des te pijnlijker omdat ze geen toeval is. Hoe is het mogelijk dat de dood van een journalist – een getuige, iemand die zijn leven gaf om te laten zien wat wij liever niet zien – zo weinig aandacht krijgt? Zoek zijn naam op bij de grootste nieuwsplatforms ter wereld, en je vindt bijna niets. Misschien een korte vermelding, weggestopt onder berichten die als ‘belangrijker’ worden beschouwd.
Camera’s om hun nek. ‘PRESS’ op hun borst
Salehs dood staat niet op zichzelf. Ze past in een meedogenloos patroon: journalisten in Gaza worden één voor één gedood, vaak terwijl ze onmiskenbaar als pers herkenbaar zijn. Op 11 augustus kwam Al Jazeera-journalist Anas al-Sharif (28) om, samen met drie collega’s, bij een gerichte Israëlische aanval op een mediatent bij het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad – een tent die duidelijk gemarkeerd was als onderkomen voor verslaggevers. Camera’s om hun nek. ‘PRESS’ op hun borst. En toch werden ze doelbewust geraakt.
In de afgelopen twee jaar zijn meer dan 278 mediaprofessionals in Gaza gedood door Israëlische aanvallen. En telkens wendt de wereld sneller haar blik af. We zeggen dat we om waarheid geven, om democratie, om de veiligheid van verslaggevers in conflictgebieden. Maar blijkbaar geldt dat niet voor iedereen. Wanneer een van “ons” wordt geraakt – in Europa, de VS, of Israël – staan redacties paraat, volgen verklaringen van regeringsleiders, rouwt de wereld collectief. Wanneer het een Palestijn is, sterft het verhaal in het bijschrift van een Instagram-post.
Toen ik naar Salehs Instagram-account zocht, was het verdwenen. Pas later zag ik een bericht van een ander account (@europe.palestine.network) waarin stond dat zijn profiel vrijwel onmiddellijk na zijn dood was verwijderd. Volgens meerdere organisaties – waaronder Human Rights Watch, 7Amleh en Amnesty International – werkt Meta samen met Israëlische autoriteiten om de accounts van Palestijnse journalisten te verwijderen: digitale archieven vol bewijs en documentatie, gewist binnen minuten na hun dood.
Dit is geen geïsoleerd incident. Een onderzoek van Human Rights Watch (2023) wees uit dat Meta systematisch pro-Palestijnse inhoud onderdrukt op Instagram en Facebook, als onderdeel van een bredere golf van censuur op sociale media. Die censuur kent vele vormen: het verwijderen van posts, stories en reacties; het tijdelijk of permanent blokkeren van accounts; en het subtiel beperken van bereik – door likes, shares en volgers te blokkeren. Samen vormen deze tactieken een onzichtbare muur tussen Palestijnen en de rest van de wereld, een muur die bepaalt welke verhalen, beelden en waarheden zichtbaar mogen zijn.
Persvrijheid kan niet selectief zijn
Deze digitale verdwijningen krijgen in het Westen nauwelijks aandacht. Het resultaat is niet enkel online censuur, maar een systematische uitwissing van getuigenissen van een genocide – een algoritmische stilte die de verantwoordelijken afschermt van kritiek.
Persvrijheid kan niet selectief zijn. Ze mag niet afhangen van nationaliteit, religie of geografie. Want als het recht om onrecht en genocide te documenteren alleen geldt voor sommigen, dan is het geen recht – maar een privilege, verpakt als principe. Wat er in Gaza gebeurt, zou elke redactie, elke lezer, elke burger moeten raken die gelooft in de pers als laatste bastion van verantwoording. De dood van Saleh Aljafarawi is niet alleen een menselijke tragedie; het is een aanval op de waarheid zelf.
En de stilte van de westerse media – berekend, gewend, comfortabel – maakt hen medeplichtig. Want het negeren van de dood van een journalist is een andere manier om zijn werk, zijn stem en zijn wereld uit te wissen. Een kogelvrij vest met ‘PRESS’ zou veiligheid moeten betekenen. Legitimiteit. Respect. Neutraliteit. In Gaza betekent het niets van dat alles. Het betekent: je bent zichtbaar – en dus ben je een doelwit.
Salehs camera zwijgt nu. Maar de vraag die overblijft is niet: waarom is hij gestorven? De vraag is: waarom gaven wij niet om hem?
In zijn laatste testament schreef Saleh:
“I am Saleh.
I leave this will, not as a farewell, but as a continuation of a path I have chosen with certainty.
Allah knows that I have exerted every effort and strength I possess to be a support and a voice for my people. I have lived through pain and oppression in all its details, tasted the agony and the loss of loved ones time and again, and yet I never hesitated for a single day to convey the truth as it is – the truth that will remain a testament against all who faltered and remained silent, and also an honor for all who supported, stood by, and championed the most noble, honorable, and dignified people: the people of Gaza.”
Salehs woorden laten geen ruimte voor neutraliteit. Zwijgen is kiezen voor de kant van de macht. De vraag is nu niet of we zullen spreken – maar of we eindelijk zullen luisteren.
Stefanie Gordin (zij/haar) is schrijver, filosoof en mensenrechtenactivist.
De Engelstalige versie van dit artikel verscheen eerder in Rephrase Magazine.