Opinie

Wegwerpcultuur in het onderwijs: hoe tijdelijke contracten kwetsbare leerkrachten buitenspel zetten

Teaser fallback afbeelding
In een samenleving met een chronisch lerarentekort word je als werkstudent met open armen binnengehaald — zolang je gaten opvult. Maar je blijft vaak tijdelijk, vervangbaar en onbeschermd. Zo ziet de wegwerpcultuur in het onderwijs eruit.

In Brussel kampen vooral basis- en secundaire scholen met een nijpend lerarentekort. Om dat op te vangen, worden zij-instromers met een bachelorsdiploma aangemoedigd om via verkorte trajecten het onderwijs in te stappen — onder meer als werkstudent of via de VDAB.

Zelf koos ik voor het statuut van werkstudent. De voordelen voor mij: leren op de werkvloer, betaald worden (zij het minder), en een haalbaar lesrooster. Voor een alleenstaande moeder zoals ik, leek het een werkbare oplossing. Tot ik de realiteit leerde kennen.

Als gediplomeerd maatschappelijk assistent die ervaring heeft met alle leeftijden van kinderen, werd ik binnengehaald als tijdelijke kracht — graag gezien zolang ik gaten opvulde. Maar zodra mijn stage in zicht kwam, gingen de poppen aan het dansen. Men werd plots superkritisch over mijn functioneren. Mails om te overleggen over de komende stage werden genegeerd en de administratieve afhandeling van een stagebegeleiding werd bewust gesaboteerd.

Een wegwerpcultuur

Het probleem is structureel. Scholen zijn onderbemand en overbelast. Leerkrachten hebben amper tijd of ruimte om werkstudenten degelijk te begeleiden. In plaats van te investeren in toekomstige collega’s, kiezen directies liever elk jaar voor nieuwe tijdelijke krachten. Of, uit armoede, leerkrachten in opleiding. Flexibel inzetbaar, snel vervangbaar. Want als werkstudent ben je nooit zeker van je plek: vandaag ben je hulp, morgen ben je weg.

Flexibel inzetbaar, snel vervangbaar

Bovendien leeft er in veel lerarenteams wantrouwen tegenover nieuwkomers. Een vast team vormt een hechte kring, waarin ‘passen in het team’ vaak belangrijker blijkt dan ervaring of motivatie. Of je mag blijven, hangt soms af van ongrijpbare factoren zoals persoonlijkheid of zelfs uiterlijk. Zeker bij een tekort aan gediplomeerde leerkrachten hebben 'anciens' en populaire vaste krachten disproportioneel veel invloed. De directie staat erbij en kijkt ernaar.

Zo ontstaat een wegwerpcultuur die tijdelijke leerkrachten (in opleiding) bijzonder kwetsbaar maakt — met pesten, conflicten en hoog personeelsverloop als gevolg.

Gebrek aan juridische bescherming

Een vergeten aspect van deze precariteit is het gebrek aan juridische bescherming. Toen ik onrechtmatig werd ontslagen, werd ik bewust monddood gemaakt. Geen uitleg, geen recht op tegenspraak. Mijn personeelsdossier opvragen bleek haast onmogelijk. Communicatie viel stil, verantwoordelijkheden werden doorgeschoven. Zonder vaste aanstelling of juridische verankering sta je nergens.

We spreken hier over systematisch afglijden naar armoede

Ziekte-uitkering? Werkloosheidssteun? Vergeet het. Je valt noodgedwongen terug op het OCMW, ook al passen je vaste lasten niet binnen een leefloon.

Voor gezinnen zoals het mijne, waar één inkomen het moet doen, zijn de gevolgen desastreus. We spreken hier over systematisch afglijden naar armoede. De toegang tot juridische hulp is beperkt: te ‘rijk’ voor pro deo, te arm voor een privé-advocaat. En precies dat vacuüm wordt misbruikt. Onzekerheid wordt een instrument van controle.

Dit treft vooral mensen in kwetsbare posities: alleenstaande ouders, mensen met een migratieachtergrond, gezinnen op de grens van armoede. In een multiculturele stad als Brussel valt het op hoe weinig leerkrachten van Afrikaanse origine effectief doorstromen in het Nederlandstalig onderwijs.

Is dat toeval? Of speelt ook hier de informele ‘gatekeeping’ binnen sommige scholen een rol? Gatekeepers bepalen wie wordt toegelaten op basis van hun eigen willekeurige criteria. Een persoon van vreemde origine is wellicht meer dan voldoende, en misschien liever helemaal geen.

Diversiteit mag geen hol modewoord zijn voor beleidsnota’s en schoolwebsites. Het vraagt moed, integriteit en systemische verandering. We zijn verder dan 25 jaar geleden, maar nog lang niet waar we moeten zijn. Toch blijf ik hoopvol — dat moet ik wel, voor mijn dochter.

Structurele kringloop van onzekerheid

Mijn verhaal is geen uitzondering. Het toont hoe goedbedoelde systemen, zoals zij- instroom in het onderwijs, mensen in de praktijk vastzetten. Tijdelijke contracten, vage ontslagprocedures en gebrek aan juridische bescherming maken structurele vooruitgang bijna onmogelijk. Wie probeert op te klimmen, wordt teruggetrokken.

Dankzij mijn achtergrond in de sociale sector en mijn juridische kennis kon ik mij enigszins verweren. Maar de schade blijft. En mijn dochter — vijftien — voelt die mee. Zij is het stille slachtoffer van een samenleving die zegt te streven naar inclusie, maar intussen vasthoudt aan de status quo.

Het wordt tijd dat we dit luidop zeggen.

Sarah is een pseudoniem.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?