VN-rapport: “Business boomt dankzij Israëls genocide in Gaza”
Op 8 juli 2025 publiceerde ik een analyse over hoe bedrijven de voorbije 150 jaar de motor waren van zowat alle oorlogen. Op 11 juli 2025 stelt het rapport From Economy of Occupation to Economy of Genocide (Van bezettingseconomie naar genocide-economie) van VN-Speciale Rapporteur over de mensenrechten in Palestina Francesca Albanese tientallen bedrijven aan de kaak die bakken geld verdienen aan de genocide in Gaza en op de Westbank.
Oorlogen, gestart en gesponsord door westerse bedrijven, leveren lekkere winsten op. Of het nu gaat om de afslachting van de inheemse bevolking in de Verenigde Staten gedurende een groot deel van de 19de eeuw, om de kolonisatie van Congo door Leopold II, of om de uitroeiing van joden en politieke tegenstanders onder het nazi-regime, telkens profiteerden (hoofdzakelijk westerse) bedrijven van die gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid.
Zij verrijkten zichzelf en hun aandeelhouders door de slachtingen mogelijk te maken via wapenleveringen en logistieke ondersteuning of door het verlenen van andere, noodzakelijke hand- en spandiensten. Tot zover de geschiedenis.
In een nieuw VN-rapport citeert Francesca Albanese, speciale verslaggever van de VN over de mensenrechten in de Palestijnse gebieden, meer dan 60 hoofdzakelijk westerse bedrijven die volop profiteren van de genocide en van andere oorlogsmisdaden die Israël begaat tegen het Palestijnse volk.
De Israëlische misdaden worden geopolitiek toegedekt en gesteund door de VS en door zowat alle westerse regeringen – waaronder de onze. De wereldwijde veroordeling en verontwaardiging erover laat het conglomeraat van VS- en EU-beleidsverantwoordelijken, ondanks lippendienst, Siberisch koud.
In haar rapport stelt Albanese dat “veel te veel bedrijven profiteren van de Israëlische economie van illegale bezetting, apartheid en nu genocide. De medeplichtigheid die in dit rapport aan het licht komt, is slechts het topje van de ijsberg.”(...) “Het bedrijfsleven heeft hieraan materieel bijgedragen door Israël te voorzien van de wapens en machines die het nodig heeft om huizen, scholen, ziekenhuizen, recreatie- en gebedshuizen, bestaansmiddelen en productiemiddelen te vernietigen.”
Vervolgens noemt ze man en paard in een pijnlijke optelsom van bedrijven die zich zonder enige scrupules volop engageren om de Israëlische genocide in de praktijk mogelijk te maken en blijvend te ondersteunen. Hun enige drijfveer: de aandeelhouders almaar meer dividenden uitkeren.
Enkele voorbeelden uit het rapport
Sinds 2019 beheert en updatet de VS-techgigant IBM de centrale database van de Israëlische Bevolkings- en Immigratiedienst. Die instelling verzamelt onder meer biometrische gegevens over zowat alle Palestijnen en baseert er haar discriminerend systeem van vergunningen op.Het VS-computerbedrijf Hewlett-Packard levert soortgelijke diensten en technologieën. Andere Amerikaanse techreuzen als Microsoft, Alphabet en Amazon, zorgen op grote schaal voor de engineering van de Israëlische binnenlandse veiligheidsdiensten, het gevangeniswezen, de politie en de IDF (het Israëlische leger).
Het VS-defensiebedrijf Lockheed Martin heeft de meest vernietigende wapens geleverd die in Gaza worden gebruikt. Het gaat om omnipresente vliegende moordmachines zoals drones, hexacopters en quadcopters die daarbij ook gebruik maken van technologieën bedacht en ontworpen door het Massachusetts Institute of Technology.
De CEO van Palantir, het machtige Amerikaanse data-analysebedrijf, gaat er prat op dat zijn toepassingen onderdeel zijn van de agressieve kill chains die het IDF uitvoert in Gaza.
Bulldozers van het Amerikaanse bedrijf Caterpillar worden op grote schaal ingezet “om Palestijnse huizen en infrastructuur te slopen”. Volgens het VN-rapport zijn de D9-bulldozers ondertussen uitgegroeid tot “geautomatiseerde, op afstand bediende basiswapens van het leger. Zij worden sinds 2000 bij haast alle militaire activiteiten ingezet om invalswegen vrij te maken, het gebied te ‘neutraliseren’ en Palestijnen te doden.”
“Het staat vast dat sedert oktober 2023 Caterpillar-apparatuur wordt gebruikt voor massale sloopwerkzaamheden – waaronder huizen, moskeeën en levensreddende infrastructuur – voor aanvallen op ziekenhuizen en voor het levend begraven van gewonde Palestijnen. In 2025 haalde Caterpillar nog een nieuw Israëlisch contract binnen ter waarde van miljoenen dollars.”
Ook de Koreaanse bedrijven HD Hyundai en Doosan en de Zweedse Volvo Group leveren zware machines voor soortgelijke doeleinden.
Het VN-rapport stelt dat deze bedrijven hun toestellen blijven verkopen “ondanks overvloedig bewijs van het criminele gebruik van deze machines door Israël en herhaalde oproepen van mensenrechtenorganisaties om de banden te verbreken”.
Die opmerking geldt ook voor hun werktuigen die de bouw van illegale buitenposten en nederzettingen op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever mogelijk maken.
De Britse oliegigant BP kreeg in maart nog vergunningen toegewezen om “Palestijnse zeegebieden te exploreren die illegaal door Israël worden geëxploiteerd.”
Andere bedrijven, zoals het Duitse Heidelberg Materials, leverden via hun dochteronderneming Hanson Israël materialen voor de aanleg van wegen en infrastructuur die de illegale nederzettingen met Israël verbinden, “terwijl Palestijnen er worden uitgesloten.”
De Japanse FANUC Corporation bezorgt Israël robotmachines voor wapenproductielijnen, terwijl het Nederlandse scheepvaart- en logistieke bedrijf AP Moller-Maersk “sedert oktober 2023 een gestage stroom van militaire VS-uitrusting aanvoert naar Israël.” Het gaat daarbij om onderdelen, wapens en grondstoffen.
Vastgoedbedrijven – zoals de wereldwijde groep Keller Williams Realty, die Israëlische franchisenemers heeft – promoten de verkoop van onroerend goed in die illegale nederzettingen.
Netafim – wereldleider op het gebied van druppelirrigatietechnologie en voor 80 procent eigendom van het Mexicaanse bedrijf Orbia Advance Corporation – heeft zijn technologie beschikbaar gesteld voor de intensieve exploitatie van water en land op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever, “waardoor de natuurlijke hulpbronnen van de Palestijnen verder worden uitgeput,” aldus nog Albanese.
Tnuva, dat voor het grootste deel in handen is van het Chinese Bright Food (Group) Co, faciliteert de aankoop van landbouwproducten uit illegale Israëlische nederzettingen.
In wat het VN-rapport ‘bezettingstoerisme’ noemt, bieden Booking Holdings en Airbnb accommodaties en hotelkamers aan in Palestijnse gebieden.
Ondanks dat veel van deze multinationals en platformdiensten zich hebben verbonden aan de Principles for Responsible Investment en/of het Global Compact van de Verenigde Naties ondertekenden, blijven mondiale financiële giganten zaken doen met Israël.
Zij doen dat ondanks het feit dat Israël respectievelijk Netanyahu door het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof worden beschuldigd van genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Onder de genoemde bedrijven bevinden zich ook nog BNP Paribas (waarvan de Belgische staat voor 5,6 % aandeelhouder is), Barclays, BlackRock, Vanguard, de Franse verzekeraar AXA en vermogensbeheerders als het Californische PIMCO.
De Israëlische regering heeft het VN-rapport ondertussen al veroordeeld en stelt in een officiële verklaring dat “het [rapport] is ingegeven door een obsessieve, door haat gedreven agenda om de staat Israël te delegitimeren. (...) Het is juridisch ongegrond, lasterlijk en een flagrant ambtsmisbruik.”
Ondertussen plaatsten ook de VS Albanese op hun sanctielijst wegens “onwettige en schandalige pogingen (...) om Israëliërs en Amerikanen te laten vervolgen door het Internationaal Strafhof”, aldus Marco Rubio, VS-minister van Buitenlandse Zaken.
De Israëlische ambassadeur bij de VN in Genève, Daniel Meron, zei tegen Fox News Digital dat Albanese “bewust het voortouw neemt in de wereldwijde inspanningen om terrorismepropaganda te bevorderen.”
Netanyahu stelde op zijn laatste officiële diner in het Witte Huis voor dat zijn boezemvriend Trump de Nobelprijs voor de Vrede zou krijgen. Hoe gestoord kan je zijn? VN-rapporteur Albanese lijkt mij – met haar markante en onderbouwde rapport – een veel betere kandidate voor die prijs.
Ze zet zich al jarenlang onvermoeibaar in voor de verdediging van de Palestijnse rechten. Ze stelt onomwonden de Israëlische wreedheden aan de kaak, hoewel ze weet dat ze er de banbliksems mee op haar dak krijgt van Washington en Tel Aviv.
Mocht u zich de vraag stellen waarom transnationale bedrijven geen zaken mogen doen met Israël, mocht u zich afvragen waarom westerse regeringen wel ‘verontwaardigd zijn’ om wat er in Palestina gebeurt, maar daar geen enkele sanctie aan willen vastknopen... is het antwoord – wat mij betreft – duidelijk.
Transnationale bedrijven hebben zich nooit ook maar éne moer aangetrokken van mensenrechten omdat respect voor mensenrechten schadelijk is voor de winstcijfers. En westerse regeringen eten nu eenmaal uit de trog van die transnationale ondernemingen. Businesslui en westerse beleidsverantwoordelijken: allemaal handjes op op eenzelfde dikke, mensonwaardige, gevoelloze buik.