Kloof tussen pensioen en woonzorgkost blijft diep volgens OKRA barometer

Teaser fallback afbeelding
De OKRA Barometer 2025 toont aan dat de woonzorgkost voor ouderen nog steeds ver boven het gemiddelde pensioen ligt. De organisatie pleit voor sociale hervormingen, waaronder inkomens- en vermogensgerelateerde tarieven, om de ouderenzorg betaalbaar en rechtvaardig te maken.

De jaarlijkse OKRA Barometer brengt opnieuw de kostprijs van woonzorgcentra in Vlaanderen en Brussel in kaart en legt daarbij de nadruk op betaalbaarheid, ongelijkheden en toegankelijkheid voor senioren. Uit de meest recente cijfers blijkt dat de kloof tussen het gemiddeld pensioen en de kostprijs van een woonzorgcentrum onverminderd groot blijft. De gemiddelde dagprijs zonder supplementen bedraagt momenteel 2.294 euro per maand. In commerciële instellingen loopt dit op tot 2.501 euro, terwijl non-profitvoorzieningen gemiddeld 2.242 euro vragen en publieke instellingen 2.162 euro.

Tegelijkertijd bedraagt het gemiddelde nettopensioen in België 1.701 euro per maand (cijfers van januari 2024). Hierdoor moet een gepensioneerde gemiddeld 593 euro per maand bovenop zijn pensioen bijleggen om de kosten van een woonzorgcentrum te dekken. Voor voormalige werknemers met een gemiddeld nettopensioen van 1.523 euro per maand loopt dit tekort zelfs op tot 771 euro. Deze financiële druk wordt deels verlicht via het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, dat 140 euro per maand bedraagt en toegekend wordt aan alle bewoners van woonzorgcentra. Voor ongeveer 18.000 bewoners met een inkomen en vermogen rond de armoedegrens is er bovendien een bijkomende tegemoetkoming via het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood.

Beperkte verlichting via zorgbudgetten

OKRA pleit daarom voor de invoering van inkomens- en vermogensgerelateerde tarieven in de ouderenzorg. Daarbij zou een oudere maximaal 75 procent van zijn nettopensioen mogen aanwenden voor verblijf in de 75 procent goedkoopste woonzorgcentra. OKRA wil dit realiseren via een derdebetalersregeling met de zorgkassen. Voor de financiering van het restbedrag stelt de organisatie een opcentiem voor op de erf- en schenkingsrechten, zodat ook na overlijden een bijdrage naar vermogen mogelijk wordt. Volgens OKRA is het onaanvaardbaar dat ouderen om financiële redenen de overstap naar een woonzorgcentrum uitstellen of zich zorgen maken over ontoereikend spaargeld of de noodzaak tot financiële steun van hun kinderen.

OKRA pleit voor eerlijke bijdragen op basis van inkomen en vermogen

Ook gemeentelijke initiatieven spelen een rol: in 53 van de 285 Vlaamse gemeenten bieden 70 gemeentelijke woonzorgcentra kortingen aan hun eigen inwoners. Deze kortingen bedragen gemiddeld 163 euro per maand en kunnen oplopen tot 385 euro. OKRA juicht dergelijke maatregelen toe en roept op tot verdere verspreiding.

De genoemde prijzen zijn de formele dagprijzen zonder supplementen. Afhankelijk van het woonzorgcentrum kunnen er echter bijkomende kosten aangerekend worden voor diensten zoals het wassen, strijken of herstellen van persoonlijke kledij, voor wifi, kabeltelevisie, huur van een tv-toestel, voedingssupplementen, drank buiten de maaltijden, en verzorging door kapper of pedicure. Gegevens hierover moeten ingevoerd worden in de eWZCfin-applicatie, maar door het grote aantal ontbrekende of foutieve registraties zijn deze gegevens voorlopig onbruikbaar. OKRA dringt aan op nauwgezet en gesanctioneerd toezicht op deze aangiften, zodat het supplementenbeleid transparanter wordt.

Nieuwe indexeringsregels leiden tot gelijktijdige prijsstijgingen

Sinds maart 2025 geldt een nieuw systeem voor de indexering van dagprijzen in woonzorgcentra. Indexeringen zijn voortaan gebaseerd op de afgevlakte gezondheidsindex in plaats van op de algemene consumptieprijsindex. Bovendien mogen woonzorgcentra enkel nog indexeren binnen een beperkt tijdsvenster na overschrijding van de spilindex. Hierdoor hebben vrijwel alle woonzorgcentra hun prijzen gelijktijdig verhoogd: 786 van de 817 centra dienden sinds 1 januari 2025 een aanvraag tot prijsverhoging in, voornamelijk voor indexeringen. Bij een tiental instellingen werden bovendien administratieve correcties doorgevoerd op eerder doorgegeven prijzen.

Een opvallend gegeven is de discrepantie tussen de kostprijs en de personeelsbezetting. In commerciële woonzorgcentra zijn er gemiddeld 32,8 voltijdse zorgmedewerkers per 100 bewoners. In non-profitinstellingen ligt dat aantal op 44,7 en in publieke instellingen op 48,6. Deze cijfers werden op 27 mei 2025 besproken in de Parlementscommissie Welzijn.

Daarnaast wijst OKRA op de grote verschillen in kostprijs tussen provincies, gemeenten en types instellingen. Om deze informatie toegankelijk te maken, stelt de organisatie een nationale en provinciale infografiek beschikbaar, evenals een overzichtelijk Excel-bestand met gegevens per woonzorgcentrum en een link naar een gebruiksvriendelijke vergelijkingstool.

Infosessies

Tot slot organiseert OKRA, samen met de lokale trefpunten, regionale en gemeentelijke infosessies om burgers vertrouwd te maken met de beschikbare overheidsdata over woonzorgcentra in hun regio. Tijdens deze sessies wordt onder andere informatie verstrekt over prijzen, commerciële exploitatie, gemeentelijke kortingen, zorggraad van bewoners, bezettingsgraad, personeel ten opzichte van minimumnormen en inspectieverslagen. Zolang de overheid deze data publiek toegankelijk houdt, zal OKRA deze informatie blijven verspreiden.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?