Tanja Nijmeijer, ik had haar naam al wel eens gehoord maar ik besteedde er destijds niet veel aandacht aan totdat ik de draad met Colombia weer oppikte. Een oude vriend raadde mij aan om het boek La batalla por la paz (2019 – de strijd voor de vrede van de voormalige Colombiaanse president en Nobelprijswinnaar Juan Manuel Santos te lezen (president 2010-2018).
Het zou me helpen om mijn inzicht in het vredesakkoord met de FARC-EP van 2016 te verbeteren. En daar kwam ik Tanja tegen.
âDe Nederlandse Tanja Nijmeijer, bij de guerrilla gekend als Alexandra Nariño, liet zich verleiden door de romantische idee van de revolutie en sloot zich in 2002 aan bij de FARC. Zij werd een vertrouwenspersoon van de commandanten en werd zelfs hun tolk bij internationale ontmoetingen”, schrijft Santos over haar.Â
Santos doet wat zijn voorganger Ălvaro Uribe (2002 -2010) altijd halsstarrig had geweigerd: hij erkent de politiek-ideologische achtergrond van de FARC-EP; hij erkent dat er in Colombia al decennialang een intern gewapend conflict aan de gang is, en hij erkent dat dit conflict kan worden opgelost via vredesonderhandelingen.
In tegenstelling tot Uribe, die zwaar had gelobbyd bij de Europese Unie om de FARC-EP op de lijst van terroristische organisaties te zetten, besluit Santos om de draad van de onderhandelingen met de FARC-EP die in 2002 waren afgesprongen, weer op te nemen.Â
Die erkenning van het intern gewapend conflict impliceert dat de betrokken partijen aan de onderhandelingstafel zich schikken naar het oorlogsrecht zoals dat in de Conventies van GenĂšve is vastgelegd. Het thema over oorlogsmisdaden kan niet onder de tafel worden geveegd.
Tanja is Ă©Ă©n van de schaarse leden van de FARC-EP die vlot Engels schrijft en spreekt. In 2012 reist zij met de delegatie van de FARC-EP mee naar Havana. Vier jaar lang zal zij daar mee aanschuiven aan de onderhandelingstafel.
Zij wordt aangeduid als onderhandelaar voor het luik over integrale landbouwhervorming en zet haar schouders mee onder de oprichting van de gendercommissie. Zij zorgt ook mee voor de communicatie naar de eigen leden en naar de buitenwereld.Â
Nieuwsgierig naar Tanja
Na wat zoeken, lukt het mij om haar contactgegevens te vinden. We spreken af in Cali, waar op dat moment de COP-16, de internationale conferentie over de bescherming van de biodiversiteit, plaatsvindt.
Haar man Boris Guevara heeft er samen met een aantal ‘ondertekenaars van de vrede’, zoals de ex-guerrilleroâs van de FARC-EP nu officieel worden genoemd, een forum gekregen voor de premiĂšre van een documentaire reeks, âRe-existenciasâ (een nieuw bestaan).
Deze documentaires gaan over de rol van de ondertekenaars van de vrede bij het beschermen van flora en fauna, het onschadelijk maken van landmijnen en het zoeken naar massagraven waar het leger tijdens de oorlog vele FARC-strijders en burgerslachtoffers heeft gedumpt.Â
Ik vertel haar eerlijk dat ik nog niet weet wat en of ik iets over haar zal schrijven. Er zijn de voorbije jaren al zoveel krantenartikels, boeken, papers, thesissen, blogs, praatprogrammaâs, documentaires, films en podcasts over haar verschenen, dat het me niet direct duidelijk is wat ik daar nog aan kan toevoegen.Â
Wat haar vooral pijn doet, is hoe de pers haar moeder en haar familie door het slijk heeft gehaald
Ik leg haar uit dat ik onder de indruk ben van de denigrerende, agressieve en seksistische toon die zo sterk overheerst in de beeldvorming over haar: de naĂŻeve studente uit Groningen, het meisje met de knappe snoet, de stoeipoes van de guerrilla, de meedogenloze terroriste met bloed aan haar handen. Ik zeg haar ook dat het me opvalt hoe men steeds weer dezelfde verhaallijn voorschotelt en zich regelmatig te buiten gaat aan oeverloze speculaties.

Tanja Nijmeijer. Foto: Marleen Bosmans.
Tanja vertelt me over journalisten die haar vertrouwen hebben beschaamd in hun zucht naar kortstondige roem, over journalisten die ze nooit heeft gehoord, gezien of gesproken maar die wel pretenderen alles over haar te weten.
Wat haar vooral pijn doet, is hoe de pers haar moeder en haar familie door het slijk heeft gesleurd. Het stigma van ‘kindermoordenaar’ geraakt ze nooit meer kwijt en daar heeft de Nederlandse hoogleraar en terrorisme-expert Beatrice de Graaf mee schuld aan.
Een gevaarlijke vrouw
Terug thuis bestel ik het boek Gevaarlijke vrouwen (2012) van de Graaf. In de inleiding geeft zij aan te willen schrijven âover de terroristische vrouw in onze beeldvorming, over de gevaarlijke vrouw als cultureel stereotype in een bepaalde samenlevingâ.
Daarvoor heeft zij portretten uitgetekend van tien vrouwen âdie als lid van een terroristische netwerk werden gezienâ. Zij heeft dit gedaan âop basis van nieuw archiefmateriaal en interviews met betrokkenen, voor zover ze nog leefden en bereikbaar waren”.
Bij het opstellen van de portretten ligt de focus op drie punten: de rol die die vrouwen vervullen binnen de militante of terroristische beweging, hoe zij in de media worden neergezet en welke speelruimte zij hadden om te deradicaliseren.Â
Tanja Nijmeijer staat ook op het lijstje van tien onder de titel Tanja Nijmeijer, stout buurmeisje. De Graaf heeft Tanja nooit gecontacteerd en baseert haar conclusies voornamelijk op wat zij in de pers heeft gezien, gehoord en gelezen.
De dagboeken van Tanja nemen in haar bronnenmateriaal een centrale plaats in. De gevonden dagboekaantekeningen hebben betrekking op de periode van 1 april 2006 tot 16 juli 2007 maar het portret van Tanja start vele jaren eerder.
Journalisten die een ander beeld van Tanja neerzetten worden weggezet als propagandisten
In de slotbeschouwing benadrukt de Graaf âde keuze van Tanja voor het terrorisme van de FARCâ en maakt ze een psychologisch profiel op van een Tanja die âbehoefte had aan een gevoel van uniciteitâ en âde speelbal werd van de FARCâ, een ârebellengroep met primitieve noden en behoeftenâ waar âsociale relaties degenereerden tot obsessies over seks, geruzie en achterdochtâ.
Journalisten die een ander beeld van Tanja neerzetten als een energieke, moedige vrouw die een bewuste keuze had gemaakt voor de guerrilla om te strijden tegen onrecht en armoede, worden door de Graaf weggezet als propagandisten.
In haar boek bevestigt de Graaf een bewering die hardnekkig stand houdt in de media, met name dat ze betrokken zou zijn geweest bij Ă©Ă©n van de bomaanslagen in de Colombiaanse hoofdstad BogotĂĄ waarbij een tienjarig jongetje om het leven is gekomen.
Onderzoek van de Nederlandse website TanjaNijmijer-Facts toont aan dat deze berichtgeving gebaseerd was op een fout van het persbureau AFP dat de vergissing erkende en al na enkele dagen had rechtgezet, net zoals een Nederlandse krant die het bericht over het jongetje had overgenomen, dat ook heeft gedaan.Â
In het boek van de Graaf staat er niets over de rechtzetting van het foute AFP-bericht. Het boek was al gedrukt. De uitgever loste de zaak op met een kort erratum op een los blaadje dat tussen het schutblad en het titelblad werd geschoven.
Aan de stelling van de Graaf in haar boek dat Tanja met het doden van een kind âeen grens had overschreden, juridisch en psychologischâ en âdat ze dat zelf ook besefte, maar ze ging door”, werd niks gewijzigd.
Tanja heeft hierover met de Graaf gecommuniceerd en wees haar op het gebrek aan ethiek en de morele schade die dit haar en haar familie heeft toegebracht, maar tot een gesprek tussen beiden is het nooit gekomen. De Graaf stelde een hele reeks voorwaarden en wilde ook geen excuses aanbieden.
De rol van Liduine Zumpolle
Als ik de referentielijst van de Graaf doorneem, valt het me op hoe vaak zij naar bronnen refereert die rechtstreeks of onrechtstreeks verwijzen naar Liduine Zumpolle wiens naam ook herhaaldelijk opduikt in het hoofdstuk zelf.
Stilaan begint het me te dagen dat Zumpolle in het hele mediagebeuren rond Tanja een opvallend grote rol speelt, en niet alleen in Nederland. Tanja laat me weten dat de Graaf heeft toegegeven dat Zumpolle haar belangrijkste informatiebron was maar niet van oordeel was dat men haar die keuze kwalijk kan nemen.Â
Tanja’s dagboeken zijn aangevuld met âhun eigen kennis, ervaring en inlevingsvermogenâ
Na de vondst van de dagboekschriften heeft het Colombiaanse leger die onmiddellijk naar het Spaans laten vertalen en een aantal fragmenten geselecteerd om wereldwijd te verspreiden.
Volgens TanjaNijmeijer-Facts heeft Zumpolle daar een volledige kopie van gekregen. Zij heeft mee gezorgd voor de verspreiding ervan en werd als Colombia- en mensenrechtenexpert door radio en TV met open armen ontvangen.Â

Tanja Nijmeijer in Colombia. Foto: Marleen Bosmans.
Samen met de Colombiaans schrijver en ex-guerrillero LeĂłn Valencia verwerkt Zumpolle de dagboekschriften van Tanja tot de roman Tanja – Een Nederlandse bij de FARC. In de colofon schrijven ze dat âsommige passages een interpretatie van de werkelijkheid weergeven, die mogelijk niet op alle punten waarheidsgetrouw isâ.
Op de achterflap staat dat de auteurs de dagboeken en de feiten hebben aangevuld met âhun eigen kennis, ervaring en inlevingsvermogenâ. In de verantwoording op het einde maken zij er geen geheim van dat zij âde verbeelding vrij spel hebben gegeven om de lezer Tanjaâs reilen en zeilen in Colombia te laten meebelevenâ.Â
In 2010 wordt het boek gelijktijdig in het Spaans en in het Nederlands zowel in Colombia als in Nederland uitgebracht. Journalisten wereldwijd, alsook experten als de Graaf, gebruiken het als een leidraad voor het ontwikkelen van hun eigen verhaal. Dit verklaart meteen ook de overlap tussen de vele publicaties over Tanja die men vandaag nog steeds vrij gemakkelijk kan terugvinden.Â
In dezelfde periode dat het boek verschijnt, zendt de Nederlandse televisie Dichter bij Tanja uit, een reportage van Leo De Boer. Meer dan twee jaar lang heeft hij daar met de hulp van Zumpolle aan gewerkt.
In een interview met de Colombiaanse krant El Espectador verduidelijkt Zumpolle dat het aanvankelijk de bedoeling was om een reportage te maken over haar werk bij de organisatie Manos por la Paz Internacional (handen voor de vrede), maar dat de focus meer en meer verschoof naar Tanja omdat haar verhaal een groter publieksbereik had. De documentaire zou niet enkel in Nederland en Colombia worden getoond, maar ook elders in de wereld.
Veiligheid als eufemisme voor vuile oorlog
Veel informatie over Manos por la Paz (Handen voor de Vrede) is er niet te vinden. Op de achterflap van het boek van Valencia en Zumpolle staat dat het gaat om een initiatief âdat zich inzet voor de demobilisatie van guerrillastrijders vanuit de gevangenissen in Colombiaâ.
Het initiatief wordt gefinancierd door de Colombiaanse overheid. Uit een interview van Zumpolle met het Colombiaanse digitaal platform Las 2Orillas, blijkt dat Manos por la Paz kadert binnen het beleid inzake âdemocratische veiligheidâ van Uribe.
EĂ©n en ander verklaart wellicht waarom het leger hand- en spandiensten verleende voor de reportage van De Boer. Daarin komen ook twee militaire commandanten aan het woord, Javier FlĂłrez AristizĂĄbal en Miguel Ernesto PĂ©rez Guarnizo.Â
Blijkbaar vond niemand het nodig om de bronnen van Zumpolle na te trekken
In oktober 2019 dienden verschillende Colombiaanse mensenrechtenorganisaties een verzoek in bij de JurisdicciĂłn Especial para la Paz (JEP) het vredestribunaal dat in navolging van het vredesakkoord van 2016 werd opgericht. Zij vragen om een onderzoek te openen naar de betrokkenheid van FlĂłrez AristizĂĄbal bij standrechtelijke executies, bekend als de falsos positivos.
Het gaat om een praktijk waarbij het leger onder het bewind van Uribe, al dan niet in samenwerking met paramilitaire organisaties, duizenden onschuldige burgers heeft vermoord.
De slachtoffers werden aan het publiek voorgesteld als guerrilleroâs die gesneuveld waren tijdens de gevechten. In november 2023 klaagt de JEP PĂ©rez Guarnizo aan als Ă©Ă©n van de hoofdverantwoordelijken voor oorlogsmisdaden wegens schuldig verzuim.Â

Tanja Nijmeijer in Colombia. Foto: Marleen Bosmans.
De aanklachten gaan om feiten die gepleegd werden in de periode van 2001 tot 2011 en uitvoerig gedocumenteerd werden. Blijkbaar vond niemand het nodig om de bronnen van Zumpolle na te trekken.
De regeringsperiode van Uribe is Ă©Ă©n van de bloedigste uit de Colombiaanse recente geschiedenis. Alle middelen waren goed om de FARC-EP uit te roeien. De JEP heeft een onderzoek geopend naar de verantwoordelijkheid van Uribe in de zaak van de falsos positivos.
In juli 2024 heeft een rechtbank in Argentinië een klacht ontvankelijk verklaard tegen Uribe voor misdaden tegen de menselijkheid. In hetzelfde jaar werd Uribe formeel in beschuldiging gesteld voor omkoperij en het manipuleren van getuigen.
Wie Colombia een beetje kent, is op de hoogte van de verwevenheid tussen politiek, leger en paramilitairen en weet ook dat Uribe zich altijd tegen vredesonderhandelingen met de guerrilla verzet heeft. In het hele verhaal dat rond Tanja werd opgezet, wordt hier amper een woord over gerept.Â
(de term ‘paramilitairen’ is wat misleidend voor een Europees publiek, het gaat niet om militaire paracommando’s, maar om gewapende bendes die met medeweten van politie en leger voor betaling het vuile werk opknappen van politieke moorden en folteringen, nvdr)
Schuldig noch medeplichtig
Op 6 mei 2024 laat de JEP formeel weten dat het de administratieve amnestie die in 2018 door de overheid in het kader van het vredesakkoord aan Tanja Nijmeijer verleend werd, terecht is.
Het tribunaal heeft geen bewijzen gevonden dat zij zich schuldig zou hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden noch dat zij medeplichtig zou zijn aan terroristische activiteiten.
Het tribunaal heeft aan justitie de opdracht gegeven om het gerechtelijk dossier van Tanja in die zin aan te passen. In haar dossier zat een interview van de Nederlandse journalist Robert-Jan Friele met Tanja waarvoor hij werd genomineerd voor de Tegel, een belangrijke Nederlandse persprijs.Â
De VS hebben jaren geleden de uitlevering van Tanja gevraagd voor vermeende betrokkenheid bij de ontvoering door de FARC-EP van drie VS-burgers. In het dossier over Tanja dat de JEP van de Colombiaanse justitie heeft ontvangen, zit echter geen enkel bewijsstuk dat deze beschuldiging staaft en een uitlevering kan rechtvaardigen.
Het verhaal dat de media over Tanja hebben neergezet, is onderdeel van een strategie om de vuile oorlog in Colombia te rechtvaardigen
De JEP dringt erop aan dat ook in deze zaak eindelijk klaarheid wordt geschept. En dan nog kan het jaren duren eer Interpol haar van de lijst wil schrappen. Zolang kan Tanja haar familie in Nederland niet bezoeken. Het risico dat zij wordt opgepakt (en aan de VS wordt uitgeleverd) van zodra zij Colombia verlaat, is te groot. Â
Het verhaal dat de media over Tanja hebben neergezet, is het verhaal van een terroriste als deel van een strategie om de vuile oorlog in Colombia te rechtvaardigen.
Voor vele Colombianen is zij la holandesa die het vredesakkoord mee mogelijk heeft gemaakt. Telkens als ik in Colombia haar naam laat vallen, beginnen de ogen van de mensen te schitteren.
Tot op heden heeft niemand zich bij haar of haar familie verontschuldigd voor de valse aantijgingen die ze over haar hebben gepubliceerd of uitgesproken.