Foto: Paul Van Welden, Wikiportret.nl / CC-BY-SA 4.0 (More information about the rights of the work, see below article)
Opinie -

Als Weyts de noodkreet van het onderwijs niet ernstig neemt wacht hem hetzelfde lot als Wouter Beke

Leerkrachten slaken vandaag een noodkreet: ze zitten op hun tandvlees, het lerarentekort is dramatisch en de onderwijskwaliteit zakt zienderogen. Toch geeft minister Weyts geen krimp. Het wordt tijd dat hij wordt afgerekend op zijn beleid. We mogen de ondergang van het onderwijs niet laten gebeuren.

vrijdag 17 juni 2022 12:57
Spread the love

 

Malaise niet nieuw

De malaise in het onderwijs sleept al lang aan. De sector kampt al jaren met een te hoge werkdruk. Uit een grootschalig tijdsonderzoek van 2018 blijkt dat leraren, de vakantieperiodes ingerekend, gemiddeld 42 uur per week werken, met pieken van bijna 50 uur in een gewone lesweek. Bijna de helft van de leerkrachten werkt vaak of altijd na acht uur ’s avond en 45 procent werkt ook op zondag.

Het lesgeven zelf is ook moeilijker en lastiger geworden omdat de klassen heterogener zijn, de leerlingen en de ouders mondiger, en het aantal leerlingen met specifieke zorgnoden sterk gestegen is. Die hoge werkdruk eist zijn tol. Een op drie leerkrachten riskeert een burn-out. Dat is de hoogste score van alle sectoren.

Een op drie leerkrachten riskeert een burn-out. Dat is de hoogste score van alle sectoren.

Leerkrachten worden stiefmoederlijk behandeld. Ze moeten zich voor van alles en nog wat administratief verantwoorden én indekken. Ouders stappen tegenwoordig gemakkelijk naar de rechter als ze niet akkoord gaan met een beslissing van de klassenraad. Doorheen de jaren werd de didactische en pedagogische autonomie ook sterk ingeperkt.

Voor starters duurt het soms jaren vooral ze een stabiele en volledige betrekking, en dus inkomen hebben. Voor de ouderen werd de pensioenleeftijd met vijf tot zeven jaar opgetrokken terwijl de landingsbanen afgeschaft werden. Er staan steeds meer opa’s en oma’s voor de klas, als ze al niet uitvallen…

Het aanzien van de lerarenjob is heel laag. Dat heeft te maken met de relatief lage verloning[1] maar ook met de globale maatschappelijke waardering, niet in het minst vanuit de politieke wereld. De uitschuiver van Jan Jambon over het ‘weinig pedagogische impact’ van de week voor de kerstvakantie is tekenend.

Op het moment dat leerkrachten overuren presteerden tijdens het verlengde herfstverlof om afstandsonderwijs mogelijk te maken sprak Ben Weyts smalend over “een extra vakantieweek”. In het kader van de benoemingen had hij het over “rotte appels”.

Moeilijke werkomstandigheden stralen af op de kwaliteit van het lesgeven en verlagen de slaagkansen van de leerlingen.

Moeilijke werkomstandigheden stralen af op de kwaliteit van de lessen en verlagen de slaagkansen van de leerlingen. Onderzoek na onderzoek bevestigt dat we te maken hebben met een permanente devaluatie van de onderwijskwaliteit. Nochtans is die kwaliteit het paradepaardje van de minister en zijn partij.

Corona deed er schep bovenop

Voldoende elementen dus om te spreken van een echte malaise. Maar de ellendige pandemie maakte die nog een pak groter. Minister Weyts wou de scholen zo lang mogelijk open houden, maar vertikte het om voldoende veiligheidsmaatregelen te voorzien. Denk maar aan ventilatie, preventieve testen, ernstig brononderzoek of het voorzien van FFP2 mondmaskers. Bij de leerkrachten voelde het aan alsof ze naar het front werden gestuurd zonder wapens. Met die eenzijdige aanpak bracht de minister in elk geval de gezondheid van leerkrachten, leerlingen en ouders in gevaar.

Bij de leerkrachten voelde het tijdens de coronacrisis aan alsof ze naar het front werden gestuurd zonder wapens.

Zijn corona-aanpak was improvisatorisch en chaotisch. Het departement onderwijs bood ook nauwelijks ondersteuning bij het digitaal lesgeven, een totale nieuwigheid voor de meeste lesgevers. Er werd geen digitaal pedagogisch aanbod voorzien en in het heetst van de strijd werden ook geen extra leerkrachten aangesteld voor remediëring. Dat heeft ontzettend veel stress veroorzaakt bij het personeel en het heeft ook de leerachterstand bij de leerlingen vergroot.

Uitgerekend in die bijzonder stresserende periode moesten de secundaire scholen dan ook nog eens een grootschalige vernieuwing doorvoeren in hun tweede graad. Dat moest bovendien in een recordtempo gebeuren.[2] De minister wou van geen uitstel weten. Waarom kon die vernieuwing geen jaartje wachten? Waarom moest dat door de strot geduwd worden?

De pandemie laat ook zijn sporen achter bij de leerlingen. Gedurende maanden werd er niet op een normale manier lesgegeven en was er vaak een moeilijke thuissituatie. Experten als Dirk De Wachter en Peter Adriaenssens hadden gewaarschuwd dat corona heel wat psychologische problemen zou veroorzaken en dat er preventieve actie nodig was.

Daar is niets van in huis gekomen. De gevolgen zijn navenant. Leerkrachten merken dat heel wat leerlingen het moeilijker hebben dan voorheen om goed mee te draaien in het schoolse leven. Er zijn opvallend meer gedragsproblemen dan in de pre-coronaperiode.

De stuntelige en ondermaatse corona-aanpak van Weyts heeft het onderwijsveld nog meer op scherp gezet.

Daarnaast is er leerachterstand. Vooral bij de zwakste leerlingen is die dramatisch. Leerlingen kunnen nu zonder getuigschrift van het basisonderwijs in de eerste graad terecht. Leerkrachten getuigen dat het kennispeil bij de leerlingen nog nooit zo laag is geweest.

Een directeur gaf zelfs aan dat de basiskennis bij 13-jarigen zonder getuigschrift die in het beroepsonderwijs terechtkomen  gezakt is tot het niveau van het tweede leerjaar. Begin in die omstandigheden maar eens je leerstof gezien te krijgen.

De pandemie zorgde ook voor heel wat stress bij het personeel. De stuntelige en ondermaatse corona-aanpak van Weyts heeft het onderwijsveld nog meer op scherp gezet. Uit vakbondskringen is te horen dat ze uitzonderlijk veel moeten bemiddelen bij conflicten in de scholen. Veel van de leerkrachten met wie ik de afgelopen dagen sprak snakken meer dan ooit naar het einde van het schooljaar.

Acute crisis

Je kan er niet meer rond, de reeds sluimerende malaise is een acute crisis geworden. Volgens de berekening van Koen Pelleriaux, de afgevaardigd bestuurder van het gemeenschapsonderwijs, heeft het lerarentekort de kaap van de 10.000 bereikt. Dat is ongeveer 1 op 16 jobs die niet ingevuld geraakt.

Dat is dramatisch veel. Leerlingen zitten uren en soms dagen in de studie of worden vroeger naar huis gestuurd. Het betekent dat bepaalde vakken soms niet meer gegeven worden of dat de lesuren van een vak gehalveerd worden. Scholen zien zich verplicht om examens te schrappen omdat er voor die vakken onvoldoende les werd gegeven. Zoiets is nefast voor de onderwijskwaliteit.

Het lerarentekort heeft de kaap van de 10.000 bereikt. Dat is ongeveer 1 op 16 jobs die niet ingevuld geraakt.

Al meer dan tien jaar is geweten dat het lerarentekort voor serieuze problemen zou zorgen. Toch was het geen topprioriteit voor de N-VA, die het beleidsdomein onderwijs claimde. Het lerarentekort kwam niet voor in de startnota voor de formatie van De Wever in augustus 2019.

Zolang er voldoende werkloosheid was trok het onderwijs ondanks de onaantrekkelijkheid van de job nog redelijk wat mensen aan, zij het meer en meer als tweede keuze. Nu de arbeidsmarkt krapper wordt zie je het omgekeerde. Het wordt nu gemakkelijker en aantrekkelijker om de sector te verlaten. Vandaag verlaat een op drie van de starters het onderwijs binnen de eerste vijf jaar. Ook de instroom vermindert.

Zo kan het echt niet meer verder, toch geeft de minister geen krimp. Hij heeft een aantal maatregelen genomen om de job aantrekkelijker te maken zoals het inschakelen van gepensioneerden, het toekennen van anciënniteit, betere aanvangsbegeleiding of wat extra middelen zodat leerkrachten zich meer kunnen focussen op hun kerntaak. Maar dat zijn pleisters op een houten been.

Het lerarentekort is een besparing van vier- à vijfhonderd miljoen euro. Cynischer kan het niet.

In zekere zin komt het lerarentekort hem zelfs goed uit. Het levert hem op dit moment een besparing op van vier- à vijfhonderd miljoen euro.[3] Cynischer kan het niet.

Wat moet er gebeuren?

Er is dringend nood aan een heus loopbaanpact dat er voor moet zorgen dat de lerarenjob opnieuw aantrekkelijk wordt. Volgende elementen moeten daar minstens in opgenomen worden: minder werkdruk, lesgeven moet centraal staan, minder administratieve last, kleinere klassen of meer ondersteuning bij het lesgeven (co-teaching), hogere diplomavereisten én verloning, werkzekerheid voor starters, landingsbanen en betere pensioenregeling.

Dat zal ongetwijfeld geld kosten. Maar als je ziet met wat een gemak ze tientallen miljarden hebben vrijgemaakt voor het bestrijden van de coronacrisis en hoe ze nu vlotjes miljarden vrijmaken om onze defensiebudget op te schalen, dan moet hetzelfde toch mogelijk zijn voor onze leerlingen, het menselijk kapitaal van de volgende generatie.

Tijdens de coronacrisis werd om het hardst geroepen dat onderwijs een ‘topprioriteit’ is. Zijn we dat misschien al vergeten?

Het wordt tijd dat Weyts wordt afgerekend op zijn ondermaats beleid net zoals dat gebeurd is met Wouter Beke.

We mogen de ondergang van het onderwijs niet laten gebeuren. Het wordt tijd dat Weyts wordt afgerekend op zijn ondermaats beleid net zoals dat gebeurd is met Wouter Beke.

De coronacrisis was voor velen een stresstest, ook voor onze minister van onderwijs. Op die test is hij flagrant gebuisd. En dat geldt nog meer voor het niet aanpakken van het lerarentekort, waarvan hij zelfs de urgentie niet inziet.

En dan is er recent nog het debacle met de eindtermen. Weyts wou een krachtmeting aangaan met het katholiek onderwijs maar heeft duidelijk zijn hand overspeeld. Andermaal zijn de leerkrachten de dupe van het spel, want het zal hun nogmaals heel wat extra werk bezorgen.

Onderwijsmensen komen niet snel op straat. Ze laten hun leerlingen niet graag in de steek en bovendien zijn ze getraind om conflicten op een herstelgerichte wijze op te lossen, dus door overleg en geduldig luisteren. Maar het valt te vrezen dat de grens van het geduld bereikt is.

Ouders mogen het ook niet dulden dat hun kinderen uren in de studie moeten zitten, dat examens worden afgeschaft en dat het onderwijspeil steeds verder achteruit boert. Peter Adriaenssens riep in het verleden de ouders op om op straat te komen om kleinere klassen te eisen en meer middelen voor onderwijs. Zijn eis is meer dan ooit actueel.

 

Notes:

[1] Vooral voor masters zijn de lonen in het onderwijs, bij gelijk diploma, een stuk lager dan in de privé. Op voordelen zoals een bedrijfswagen, aanvullend pensioen, hospitalisatieverzekering, laptop, smartphone enz. moeten ze ook niet rekenen.

[2] Het gaat over de zogenaamde ‘modernisering’. Dat betekent nieuwe vakken, nieuwe eindtermen, leerplannen en nieuwe handboeken of cursussen. Eind maart 2021 waren de nieuwe leerplannen er zijn terwijl alles van start moest gaan in september 2021. Dat betekent dat die hele moderniseringsoperatie in een recordtempo moest klaargestoomd worden. Intussen zijn de nieuwe eindtermen vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Dat betekent dat er binnen de 4 jaar opnieuw zal gesleuteld worden aan de onderwijsdoelen.

[3] 10.000 voltijdse leerkrachten met een bruto loon 40 à 50.000 euro.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!