Politiek, België -

Bart De Wever en co hebben blijkbaar niets begrepen van 30 jaar cordon sanitaire

Bart De Wever, Wouter Beke en Gwendolyn Rutten lijden aan politiek geheugenverlies als ze doen alsof het cordon een poging was om de linkse en rechtse uitersten van het politieke spectrum uit te sluiten. Het cordon was gericht tegen het racisme van het Vlaams Blok en baseerde zich op het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een verdrag waartegen diezelfde Bart De wever al jaren storm loopt.

dinsdag 13 november 2018 13:10
Spread the love

De term ‘cordon sanitaire’ ontstond uit de koker van de toenmalige onderzoeksjournalist Hugo Gijsels. Die had zich al vanaf de jaren 70 verdiept in extreemrechts en publiceerde daarover in onder meer Humo en De Morgen. In 1988 publiceerde hij één van de eerste boeken over het Vlaams Blok. Volgens Gijsels moest er een politieke schutskring komen rond die extreemrechtse partij.

Gijsels was actief in Charta 91. Dat was een burgerbeweging die na de Zwarte Zondag van 1991 was opgericht. Het Vlaams Blok haalde toen tot verbijstering van heel wat mensen twaalf zetels bij de parlementsverkiezingen. Onder meer Tom Lanoye, de academici Eric Corijn, Jaap Kruithof en Paula Burghgraeve en Hugo Claus hielden Charta 91 boven het doopvont. Claus himself sleutelde aan het manifest van deze beweging die een dam moest opwerpen tegen de oprukkende verrechtsing.

“Charta 91 brengt mensen samen uit verschillende sociale milieus, belangstellingssferen, beroepsbezigheden en culturen, burgers met verschillende dromen en verwachtingen, die in pluralisme willen samenwerken voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit”, klonk het toen. De slotzin van het manifest is vintage Claus: ‘Tot het onzalige tij is gekeerd’.

Front

Het idee om een front te vormen tegen het Vlaams Blok en de partij uit te sluiten van de macht was al eerder ter sprake gekomen. Begin 1989 zaten kopstukken van alle Vlaamse partijen vertegenwoordigd in het parlement op het podium voor een slotdebat op het congres van de Jong-Socialisten. Ze zouden het hebben over ‘Gastvrij Vlaanderen’.

Jos Geysels, de toenmalige politieke secretaris van Agalev, vroeg aan de andere sprekers of ze bereid waren een protocol te ondertekenen waarin afgesproken wordt het Vlaams Blok zowel op nationaal, regionaal als gemeentelijk niveau te isoleren. Misschien lag het aan de sfeer op dat moment in die zaal gevuld met jongeren, maar tot veler verbazing stemden alle aanwezige politici in om een dergelijk protocol te ondertekenen.

Een paar maanden later was het zover. De voorzitters van alle partijen ondertekenden de belofte om op geen enkele manier samen te werken met het Vlaams Blok. Zeven weken later lag het akkoord al aan diggelen. VU-voorzitter Jaak Gabriëls (de Volksunie was de partij die later uitéénspatte, één van die brokstukken zou later de eerste bouwsteen van de N-VA vormen) vond het niet opportuun om ‘een verbond aan te gaan van één tegen allen´.

Politiek spel

De eerste poging om het Vlaams Blok uit te sluiten verzandde in een politiek steekspel in aanloop naar de verkiezingen van 1991. Een poging van de SP om een gezamenlijk standpunt in te nemen tegen racisme botste op weerstand van het Antwerpse liberale kopstuk Edward Beysen. “Ik zal in Antwerpen in ieder geval van de migranten een electoraal thema maken. De migranten zijn nu eenmaal de belangrijkste problematiek en we moeten stemmen terugwinnen op het Vlaams Blok”, zei die toen.

Pas na de schok van Zwarte Zondag kwam er opnieuw schot in de zaak. Op 19 november 1992 schaarden alle partijen vertegenwoordigd in de Vlaamse Raad (zoals het Vlaams parlement toen heette) zich achter een resolutie waarin het 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok scherp werd veroordeeld.

Charta 91 ging met die resolutie aan de slag en lanceerde een campagne om zoveel mogelijk politieke handtekeningen op te halen onder een korte tekst ‘Geen samenwerking met het Vlaams Blok’. Het cordon sanitaire was geboren.

Maatschappelijk debat

“De bedoeling was in de eerste plaats om geen politieke akkoorden af te sluiten met het Vlaams Blok: geen meerderheden vormen om coalities te sluiten, maar ook geen alternatieve meerderheden om moties of wetten te stemmen”, zegt Eric Corijn die als initiatiefnemer van Charta 91 de totstandkoming van het cordon vanop de eerste rij meemaakte.

“Het is nooit de bedoeling geweest om het maatschappelijk debat te stoppen”, zo wijst Corijn meteen op een oeroude discussie. “Er waren toen al twee standpunten: de ene groep vond dat je wel een redelijk gesprek kon aangaan met extreemrechts, de andere groep vond dat dergelijke debatten hen alleen maar legitimiteit gaven.”

Uit de heisa rond de kersverse coalitie tussen Sp.a en PVDA in Zelzate blijkt dat nogal wat politici de precieze betekenis van het cordon bewust vergeten zijn. “Het cordon richtte zich op extreemrechts. Maar het ging niet over extreme standpunten of over excessen, wel over mensenrechten en de strijd tegen racisme. Alle partijen hebben zich toen ondubbelzinnig uitgesproken tegen het 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok”, zegt Eric Corijn.

Centrum versus radicaal

Onder meer N-VA-voorzitter Bart De Wever lijkt te suggereren dat je de twee uiterste zijden van het politieke spectrum moet uitsluiten. Maar daar ging het cordon nooit over. Het was nooit de bedoeling om de klassieke centrumpartijen te beschermen van concurrentie op rechts en zeker niet op links. De oorspronkelijke tekst die ondertekend werd, is daar ondubbelzinnig over.

“In de resolutie (die gestemd werd in de Vlaamse Raad, nvdr) staat onder meer te lezen dat het 70-puntenprogramma flagrant in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.

De Vlaamse Raad stelde ook vast ´dat sommige voorstellen ervan ontleend zijn aan het programma in 50 punten van 16 november 1991 van het Front National en als oogmerk hebben de migranten in een apartheidsgroep af te zonderen en stapsgewijs uit het maatschappelijk leven te verbannen, op dezelfde wijze als van 1933 af in nazi-Duitsland de Joodse medeburgers werden behandeld.´”

Europees mensenrechtenverdrag

De resolutie staat inderdaad vol verwijzingen naar het EVRM. Het zijn net die mensenrechtenafspraken die al jaren een doorn in het oog zijn van N-VA. In 2015 zei Bart De Wever in zijn openingscollege aan de Universiteit van Gent: “Het internationaal recht is een keurslijf dat ons belet om de dingen te doen die ik logisch vind.”

Ook Theo Francken ligt al jaren in de clinch met wat hij steevast ‘de opengrenzenlobby’ noemt, de advocaten en vluchtelingenbewegingen die de rechten van vluchtelingen verdedigen op basis van de EVRM. Volgens Francken maakt PVDA overigens integraal deel uit van die mensenrechtenlobby.

Het lijkt politieke utopie dat een partij als N-VA in 2018 een resolutie die zich zo nadrukkelijk baseert op het EVRM zou goedkeuren. Dat zegt iets over de tijdsgeest. Het is meteen één van de venijnigste kritieken op het cordon. Dat slaagde er wel in om het Vlaams Blok van de macht te houden, maar het wist geen dam op te werpen tegen de ideeën van extreemrechts. Die zijn na 30 jaar beukwerk meer mainstream dan ooit.




Wie op de archiefwebsite van Charta 91 bladert door de vele pagina’s opiniestukken en verslagen, krijgt een nostalgische blik op die periode. De strijd tegen extreemrechts was geen partijpolitieke stratego. Charta 91 wist vaak duizenden mensen op de been te brengen. Op 22 maart 1992 stapten meer dan 100.000 mensen door de straten van Brussel tegen racisme. Objectief 479.917 probeerde – vooral onder de impuls van de PVDA – evenveel handtekeningen op te halen als het Vlaams Blok stemmen had gehaald onder een oproep voor gelijke rechten en verzamelde er uiteindelijk meer dan een miljoen.

Met extreemrechts aan de macht in Brazilië, Oostenrijk, Hongarije, de VS en Italië en met tal van regeringen die gretig extreemrechtse standpunten en maatregelen omarmen, zijn dergelijke bewegingen meer dan ooit nodig.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!