Hoe racisme nog steeds woedt in de Antwerpse rand
Al zeven jaar woon ik in hartje Antwerpen. Mijn kinderen zitten op een multiculturele school, spelen met kinderen van allerlei origine, ikzelf werk dagelijks samen met mensen uit verschillende culturen, … Ik ben niet naïef, ook hier doet er zich racisme voor, maar nooit echt extreem en het heeft nog nooit geleid tot incidenten. Mijn jongste zoon van twaalf speelt voetbal op Linkeroever, bij City Pirates. Ikzelf ben afgevaardigde van die ploeg. De meeste spelertjes zijn van Zuid- Afrikaanse origine, alsook de trainer. Het zijn kinderen die verslaafd zijn aan voetbal.
Dit seizoen zijn we uitgeloot om tegen ploegen uit het noorden van Antwerpen te spelen. Tot dan dacht ik dat racisme wel eens overroepen werd, maar dat verdween als sneeuw voor de zon. Ik heb dit seizoen zaken gehoord en gezien die ik niet meer voor mogelijk hield, van spelers, trainers en ouders. Wat onze spelertjes allemaal naar hun hoofd geslingerd krijgen. Zij worden wel eens geconfronteerd met racisme, maar volgens mij niet in die mate. Zij hebben geen schrik van andere culturen, blijkbaar in tegenstelling tot vele ouders en spelers uit het noorden van Antwerpen.
Gelukkig traint hun trainer niet alleen hun voetbalskills, maar hij legt ook hard de focus op niet reageren op uitdagingen. Telkens wanneer onze spelers op het veld racistische uitspraken toegespeeld krijgen – dit gebeurt vooral wanneer de tegenpartij aan het verliezen is of wanneer een van onze spelers een fout maakt – reageert de trainer vanaf de zijlijn met “Focus”, “Discipline”, “Niet reageren”, “Verder spelen” en “De scheids heeft altijd gelijk”. Het was prachtig om te zien dat ze zo sterk bleven ondanks alles.
Jammer genoeg was de laatste match van dit seizoen er één in mineur. We
speelden uit tegen Oelegem en de match was spannend. De twee ploegen
waren aan elkaar gewaagd. Er waren al enkele fouten gemaakt, maar die
werden zo gelaten door de arbiter van Oelegem. Toch bleven onze spelers
heel de match rustig en gedisciplineerd verder spelen.
Op het einde van de match – het was 1-1 – gebeurde het onverwachte. Onze keeper hield een moeilijke corner uit de goal, waarbij er de spelers wat opmerkingen naar elkaar gaven. Hierop reageerde een van de Oelegemse vaders: “Gij moet uwe mond houden, vuile neger!” en komt dreigend het veld op. Onze trainer kwam ook het veld op om de ouder terecht te wijzen. Het escaleerde, andere vaders kwamen ook op het veld, … en men vloog elkaar bijna in de haren. Onze trainer besloot dan dat het genoeg geweest was: “We gaan naar huis, ik maak hier een verslag van.” Verbouwereerd haalden een andere mama en ik de kinderen – die er ondertussen zeer beteuterd bijstonden – bij elkaar en leidden hen naar de kleedkamer. Onderweg werden we nog zeer fel nageroepen met: “Het is altijd hetzelfde met die bruine mannen, niks als last, krapuul!”. Niemand reageerde, we waren gechoqueerd. In alle stilte hebben de jongens zich omgekleed. Ondertussen kwam de arbiter in de kleedkamer er nog een schepje bovenop doen: “Als jij het zo laat, zal ik het ook zo laten. Jij was in fout.” Waarop onze trainer reageert: “Ik laat het hier absoluut niet bij. Dit is extreem, hier komt een verslag van en dit gaat naar de krant, dit krijgt een gevolg.”
Het is nu zondag, een dag na de bewuste match. Ik ben nog altijd gechoqueerd door het gebeuren en loop nog altijd met een krop in mijn keel. Ik heb ondervonden wat extreem racisme betekent. Zoveel ouders, volwassen mensen, in het noorden van Antwerpen, die nog zo bevooroordeeld en racistisch zijn en ook hun eigen kinderen zo opvoeden. Zij doen domme uitspraken, geven het slecht voorbeeld, duwen zichzelf in de marginaliteit. Ik begrijp dit niet, dit gaat mijn petje te boven. Wij leven ertussen en hebben geen problemen, zij leven erbuiten en zoeken problemen…
Ik heb vandaag de beslissing genomen. Zeven jaar geleden zijn mijn man en ik uit Brasschaat weggegaan voor de bekrompen mentaliteit die daar heerste. Vandaag zeven jaar later, is dit alleen verergerd en dus ga ik mij actief inzetten tegen racisme. Dit kan zo niet verder. Alle hulp is welkom!
Deze getuigenis verscheen eerder op KifKif