Analyse -

Drie breekpunten voor in het stemhokje

De opwarming van de aarde, de groeiende kloof tussen rijk en arm en onze steden die almaar diverser worden. De manier waarop we de komende vijf jaar met die drie uitdagingen omgaan, zal het aanschijn van onze samenlevingen en heel onze planeet bepalen.

woensdag 21 mei 2014 15:31
Spread the love

Wat het klimaat betreft is het vijf voor twaalf.  Als we de opwarming van de aarde willen beperken tot twee graden Celsius, moet de
globale uitstoot van broeikasgassen in 2020 beginnen dalen. Twee
graden warmer betekent dat we nog meer stormen,
overstromingen, bosbranden en grote droogtes krijgen dan vandaag.
Zonder ingrijpende maatregelen stijgt de temperatur met vier en
misschien zelfs zes graden.

Volgens
klimaatprofessor Corinne Le Quéré, directeur van het Britse Tyndall
Centre for Climate Change Research, krijgen we vanaf vier graden een
totaal andere planeet. “Verwacht een verandering van het leefmilieu
zoals we dat nu kennen met inbegrip van alle vormen van leven op alle
breedtegraden, van het weer, de seizoenen en klimatologische patronen
zoals de lucht- en zeestromingen die het weer in Europa bepalen.”

De bescherming tegen
de stijgende zeespiegel en grote stormen wordt op dat moment ook in het rijke
Westen onbetaalbaar.

Over zes jaar is het 2020. Zondag 25 mei kiezen we de laatste generatie Belgische en Europese politici die maatregelen kunnen nemen om het rampscenario af te wenden.

Veel te voorzichtig

Door de overdreven
aandacht voor enkele klimaatsceptici vergeten we dat er veel meer
klimaatspecialisten zijn die de conclusies van het klimaatpanel van
de VN (IPCC) veel te voorzichtig vinden.

Kevin Anderson
bijvoorbeeld, één van de meest vooraanstaande specialisten van
Groot-Brittannië, schreeuwt het waar hij kan van de daken. Om 50
procent kans te hebben dat de twee-graden-grens niet overschreden wordt,
moeten de geïndustrialiseerde landen vanaf nu elk jaar hun uitstoot
met tien procent verminderen.

Dat kan niet door
hier en daar wat bomen aan te planten en groenere wagens te promoten.
In 2008, toen de economie tot stilstand kwam door de ergste crisis
sinds de jaren ’30, daalde de uitstoot met zeven procent in de rijkste
landen. Twee jaar later zaten we weer even hoog.

“Na twintig jaar
van bluf en leugens hebben we een revolutionaire verandering van de
politieke en economische hegemonie nodig”, schreef Kevin Anderson
onlangs.

Terwijl de slopende
verkiezingsdebatten en het steekspel tussen Bart De Wever en alle
anderen al onze aandacht opslorpten, verscheen de voorbije weken het
ene alarmerende bericht na het andere. “De ineenstorting van het
ijs op West-Antartica is niet meer te stoppen”, schreven
wetenschappers van de NASA. Er zijn nu al reusachtige branden in
California, en Bosnië-Herzegovina, Servië en Kroatië kampten de
voorbije week met de ergste overstromingen in meer dan honderd jaar.
En april 2014 wordt wellicht de warmste april ooit.

Kantelmoment

Rechtse denktanks in
de VS maar ook rijke investeerders als Bill Gates bereiden nu al de
duistere toekomst voor. Zij geloven (en willen vooral) niet dat die
revolutionaire ommekeer er komt en mikken op climate engineering. Zij
hopen geld te verdienen met technologische lapmiddelen om de
opwarming tegen te gaan. Een schild van zwaveldioxise in de
stratosfeer of snel groeiende algen die CO2 opslaan. Of zelfs een
poging om de aarde van baan te doen veranderen met de hulp van
kernfusie. De Australische wetenschapper Clive Hamilton waarschuwt in
zijn nieuw boek Earthmasters voor de enorme risico’s die gepaard
gaan met die sciencefiction-oplossingen.

Aan de campagne was
niet te zien dat we op een kantelmoment zitten wat het voortbestaan
betreft van de aarde zoals we ze kennen. Naast de opwarming kampt de
wereld en Europa in het bijzonder met nog twee grote uitdagingen: de
groeiende ongelijkheid en de omgang met samenlevingen die steeds
diverser worden.

Dat die ongelijkheid
toch af en toe de kranten haalde, hebben we te danken aan de Franse
econoom Thomas Piketty die een onverwachte bestseller schreef met een
wetenschappelijke pil van 700 pagina’s. Piketty toont met statistieken
aan dat we terugkeren naar de negentiende eeuw toen grote fortuinen
doorgegeven werden van generatie naar generatie. De na-oorlogse periode met de uitbouw van een sociale zekerheid en belastingen die de grootste fortuinen afroomden, lijkt een korte uitzonderlijke episode in de geschiedenis van het kapitalisme.

De
inkomensongelijkheid in de VS is nu even groot als in 1928, de tijd
van The Great Gatsby en het jaar voor de grote crash. De top 0,1
procent legt de hand op 11 procent van alle inkomens. Ook in Canada
en de UK zien we die trend. De één procent bezit in de VS nu
30 procent van alle vermogens. In Europa is dat ook al 25 procent.

Enkele recente
studies maken dat nog aanschouwelijker. Oxfam berekende dat de 85
rijkste mensen evenveel bezitten als de helft van de wereldbevolking
oftewel anderhalf biljoen euro. Die rijken worden ook almaar rijker.
In 29 van de 30 landen die Oxfam onderzocht, werden de belastingen
voor de allerrijksten verlaagd. Meer dan 70 procent van de
wereldbevolking leeft in landen waar de ongelijkheid toenam.

De 1 procent

De 1000 rijksten
Britten
zagen hun fortuin verdubbelen in vijf jaar tijd. Alleen al
vorig jaar werden ze 15 procent rijker. In de rest van Europa zagen
de meeste werknemers hun inkomen dalen. In Groot-Brittannië wonen nu
104 Britse pond-miljardairs, drie keer meer dan 10 jaar geleden.

Om wereldwijd tot de
1 procent te behoren, moet je per gezinslid trouwens een vermogen
hebben van 750.000 dollar. De rijkste tien procent van de wereld
bezit 86 procent van alle vermogens. De drie rijkste mannen bezitten
evenveel als het nationaal inkomen van de 47 armste landen ter
wereld. Elke dag sterven (vooral in die landen) 22.000 kinderen aan
oorzaken die met armoede te maken hebben.

De link met het
klimaat is trouwens snel gelegd. De VS verbruikt met 5 procent van de
wereldbevolking 30 procent van alle grondstoffen. Met de derde grote
uitdaging kunnen we ook snel een bruggetje maken. Gedreven door
armoede en sinds kort ook door het veranderende klimaat en de
bijhorende conflicten werken nu al 105 miljoen mensen in een land
waar ze niet geboren zijn.

Vijftig jaar na het
begin van de Marokkaanse en Turkse migratie naar België zijn onze
steden diverser dan ooit. Bijna 70 procent van de -5-jarigen in
Antwerpen heeft een niet-Belgische afkomst. In Gent is dat bijna 50
procent. In Brusselse gemeenten als Sint-Gillis en Sint-Joost vormen
wat we autochtonen noemen nog een minuscule minderheid van minder dan
tien procent.

Verkrampt

Maar hoe gekleurder
onze steden worden, hoe verkrampter er gereageerd wordt op die
diversiteit. Onze steden staan vol monumenten die het kolonialisme
nostalgisch herdenken. Als Obama op bezoek komt, duikt er een
apencartoon in de krant op en krijgt hij een blackface-speculoos als
cadeau. Vrouwen met een hoofddoek krijgen geen kans op school en op
de arbeidsmarkt.

Die verkramptheid
vertaalt zich in structurele discriminatie en rapport na rapport
toont hoe hardnekkig die is. Relatief werken er bijna vijf keer meer
mensen van Maghrebijnse origine met een uitzendcontract dan
autochtonen. Meer dan de helft van de werknemers met Maghrebijnse
roots heeft een dagloon dat lager ligt dan 100 euro. Bij autochtonen is dat 25,6 procent.

42 procent van de
vastgoedagenten gaat in op een verzoek om te discrimineren. 40
procent van de allochtone leerlingen in Vlaanderen bereikt niet het
minimale niveau dat eigenlijk mag verwacht worden op vijftienjarige
leeftijd.

Uw keuze

Het klimaat, de
groeiende ongelijkheid en onze steden die superdivers worden. Met die
uitdagingen houdt u best rekening als u de komende dagen nog een
laatste keer nadenkt over uw keuze op 25 mei.

Piketty stelt een
vermogensbelasting voor. Klimaatspecialist Kevin Anderson wil een
revolutionaire verandering van onze economie en onze diverse steden
vereisen een onverbiddelijke aanpak van racisme en discriminatie.

Het staat nu al
bijna vast dat de volgende regering en de volgende Europese Commissie
die dringende maatregelen niet zullen nemen. Na 25 mei zal er dus
opnieuw betoogd en actie gevoerd moeten worden. Meer dan ooit, groter
dan ooit. We hebben niet één maar drie of vier
burgerrechtenbewegingen zoals die van Martin Luther King nodig.

Op 25 mei stemt u
dus ook beter voor politici die zij aan zij met de actievoerders op
straat zullen staan en die hun stem zullen laten weerklinken in de
parlementen. Er zullen helaas al genoeg mensen stemmen op politici
die elke actievoerder liefst meteen een GAS-boete geven.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!