Neen meneer De Wever, uw wapens gaan ons geen veiligheid brengen
“Kunt u niet gewoon eerlijk zijn en zeggen dat u ons wil laten betalen voor investeringen in oorlog en wapens?”, vroeg ik vorige week aan Bart De Wever tijdens zijn openingscollege aan de UGent. Hoe is het mogelijk dat wanneer er volgens hem zwaar bespaard moet worden, er toch 34 miljard euro tegen 2034 kan gaan naar defensie?
Dit jaar zou er federaal al 4 miljard bij moeten komen, naast de 500 miljoen euro voor de oprichting van een Vlaams Defensiefonds. Terwijl het geld daar uit de deur vliegt, wordt de broeksriem aangespannen in het hoger onderwijs. Zo wil de Vlaamse Regering 73 miljoen euro besparen, waardoor minstens 20.000 studenten hun beurs gaan verliezen. Dat is een derde van alle beursstudenten.
Mijn vraag deelde hij gretig op alle mogelijke sociale media, waarna hij met grote retoriek deze enorme bedragen voor wapentuig verdedigde met vijf grote argumenten. Tijd om die één voor één te ontleden en te voorzien van weerwoord, want nee: wie vrede wil, moet niet voorbereiden op oorlog.
“We moeten deze uitgaven doen om onafhankelijker te worden van de Verenigde Staten”
De Wever startte zijn betoog met de vaststelling dat we momenteel te afhankelijk zouden zijn van onbetrouwbare bondgenoten zoals Trump. Hij beweerde dat de Belgische en Europese herbewapening bedoeld is om ons los te maken van de Verenigde Staten. Maar hiermee spreekt hij zijn eigen beleid tegen.
De premier laat onze volledige luchtmacht draaien op Amerikaanse gevechtsvliegtuigen
Wie de Europese wapenaankopen bestudeert, ziet dat twee derde hiervan gekocht wordt uit de VS. Ons eigen regeringsbeleid bevestigt dat ook door te stellen dat er juist “geen loskoppeling van de VS” mag komen. Integendeel, samenwerking met Washington moet juist worden “versterkt”.
Waar de premier aan de ene kant spreekt over “onafhankelijkheid” van de VS, spendeert hij aan de andere kant wel miljarden aan F-35’s en laat zo onze volledige luchtmacht draaien op Amerikaanse gevechtsvliegtuigen. De VS behouden bovendien de controle over zowat elk aspect van het toestel: van onderhoud en reserveonderdelen tot software, radar en missievoorbereiding. Zonder hun toestemming en constante verbinding met Amerikaanse servers kunnen onze F-35’s nauwelijks functioneren. Dat heet dan ‘strategische autonomie’: een luchtmacht die niet werkt zonder goedkeuring vanuit Washington.
“We zitten in een club waar we het minste lidgeld betaalden: we waren de slechtste toen de norm op 2 procent stond, en we blijven de slechtste bij 3,5 procent”
De Wever verdedigt de enorme uitgaven met het bekende argument dat we altijd al slecht waren in het betalen van ons “lidgeld” voor de NAVO “club”. Maar ook dat argument slaat nergens op. Het zogenaamde 'lidgeld', de NAVO-norm, is géén wettelijke verplichting. De norm, pas ingevoerd in 2006 en opgeschroefd in 2014, is een politieke afspraak, meer niet. Er dringen zich bij die norm wel een aantal pijnlijke vaststellingen op.
Ten eerste is de norm volledig willekeurig. Er is geen enkele rationele, militaire of strategische reden waarom de defensie-uitgaven van een land in vaste verhouding tot het bbp zouden moeten staan. Ons bbp zegt dan ook absoluut niets over onze veiligheidsbehoeften.
Het gaat hier om bewust kiezen voor militarisering ten koste van de democratie en onze sociale zekerheid
Ten tweede toont het dat de meest ingrijpende budgettaire beslissing van dit decennium niet in het parlement of in de regering, maar op NAVO-niveau genomen wordt en vervolgens als voldongen feit gepresenteerd wordt zonder enig debat. In een context waarin de VS in toenemende mate aanstuurt op een conflict met China, wijst dit er ook op dat De Wever met dit argument al het debat over toekomstige budgetverhogingen buitenspel wil zetten.
Allemaal onder het voorwendsel dat dat nu eenmaal moet. Maar het gaat hier helemaal niet om “moeten”, maar om bewust kiezen voor militarisering ten koste van de democratie en onze sociale zekerheid.
“De defensie-uitgaven zijn een economische opportuniteit”
Als derde reden voor de stijgende defensie-uitgaven ziet Bart De Wever kansen voor onze jobs en economie in de “booming” sector van de oorlogsindustrie. Dit is een bekend argument maar bij nader inzien vooral een economische mythe. Geld dat naar spoorwegen, groene energie of onderwijs gaat, versterkt de economie blijvend: het creëert banen, stimuleert innovatie en levert rendement op voor de samenleving.
Militaire uitgaven dragen nauwelijks bij aan groei
Defensie-uitgaven doen dat niet. Een tank produceert geen energie, kennis of transport. Ze slorpt enkel middelen op en verhoogt de druk om gebruikt te worden, met andere woorden: om oorlog te voeren. Onderzoek bevestigt dit: het Kiel Institute toont aan dat militaire uitgaven nauwelijks bijdragen aan groei. Zelfs de staalindustrie, zogezegd een winnaar, zegt dat de herbewapening geen revival van de sector betekent. Bovendien verdwijnt een groot deel van dat geld naar het buitenland: 78 procent van de Europese defensiecontracten ging het afgelopen jaar naar niet-Europese leveranciers.
Elke euro voor wapens is dus een euro minder voor de energie- en klimaattransitie, die wél banen en toekomstzekerheid opleveren. Het enige perspectief voor de industrie van deze regering is dus de militarisering ervan. Er is geen beleid om de chemische sector, of de metaalindustrie die aan de rand van de afgrond balanceren, te redden. Zich hieruit proberen te redden door miljarden in het leger te stoppen is zowel gevaarlijk voor de vrede als voor onze industrie.
“We doen dit allemaal niet om aan te vallen, maar om ons te verdedigen tegen Rusland”
Dat deze bewapening enkel dient om ons te “verdedigen” tegen Rusland is zowat het meest voorkomende argument. Dat de Europese NAVO-landen nu al over een defensiebudget beschikken dat 2 tot 3 keer hoger ligt dan Rusland moet ons toch doen afvragen waarom er eigenlijk nog een verhoging naar 5 procent nodig is. Is de NAVO dan pas echt veilig met een budget dat meer dan twintig keer zo hoog is? En met welke missie koopt België dan al die wapens aan?
Het is de moeite om hiervoor de Strategische Visie Defensie 2025 eens te bekijken. Het document wordt ingeleid door Minister van Defensie Theo Francken. Hij stelt dat ons leger diepgaand getransformeerd dient te worden, om ons voor te bereiden op zogenaamde “wars of necessity”. Die “noodzakelijke oorlogen” zijn erop gericht om onze “vitale belangen” te gaan verdedigen “waar deze ook bedreigd worden”.
Echte veiligheid vraagt geen eindeloze wapenwedloop
Die retoriek zou alarmbellen moeten doen afgaan. Ook de oorlogen in Irak, Libië en Afghanistan waren ooit zogenaamde “noodzakelijke oorlogen” om westerse belangen te gaan beschermen. In de realiteit ging het om offensieve interventies die de wereld onveiliger maakten en miljoenen levens verwoestten. Het feit dat deze retoriek ook nu wordt aangewend om miljarden aan investeringen in offensief militair materieel te rechtvaardigen, maakt pijnlijk duidelijk dat het hier niet om louter defensieve investeringen gaat.
Het alternatief is “geen wapens maar bloemen”
Tot slot wil De Wever ons doen geloven dat al zij die kritisch staan tegenover deze wapenwedloop voor een afschaffing van het leger staan. Laat ons duidelijk zijn. Nee zeggen tegen de verhoging van het defensiebudget betekent niet dat je het leger wilt afschaffen of naïef gelooft in “bloemen in de loop van een geweer”. Het is wél weigeren mee te stappen in een logica die veiligheid vereenzelvigt met bewapening.
Uit een studie van Greenpeace blijkt dat NAVO-Europa vandaag al beschikt over vier keer meer oorlogsschepen, drie keer meer gevechtstanks, pantservoertuigen en artillerie, twee keer meer gevechtsvliegtuigen en zelfs meer soldaten dan Rusland. Wie in die context nóg meer wapens vraagt, moet uitleggen wat ‘genoeg’ dan ooit zal betekenen.
Echte veiligheid vraagt geen eindeloze wapenwedloop, maar politieke moed: investeren in diplomatie, conflictoplossing, klimaatbeleid en de strijd tegen ongelijkheid. Dat zijn de fundamenten van duurzame vrede. Collectieve veiligheid en multilateralisme, niet militaire spierballen, zijn de enige toekomst die Europa geloofwaardig maakt. Vrede is geen zwaktebod, het is een keuze voor redelijkheid in een wereld die te vaak vergeet dat macht zonder overleg zelden iets beschermt.