Analyse

Zomerakkoord regering-De Wever: hoe media het woord ‘hervorming’ gebruiken om recht te praten wat krom is

Afbeelding
Carl Devos. Foto: Michiel Hendryckx / CC BY-SA 3.0
Carl Devos. Foto: Michiel Hendryckx / CC BY-SA 3.0
Het zomerakkoord-De Wever wordt in de media onthaald als een indrukwekkend pakket aan “hervormingen”. In de realiteit gaat het om een grote "sociale afbraak". Dat klinkt misschien minder neutraal, maar geeft wel beter aan waar het concreet om gaat.

“Dit is inderdaad de strafste hervormingsregering van deze eeuw.” Dat citaat van Carl Devos staat als titel boven de analyse van Het Laatste Nieuws over het zomerakkoord van de regering-De Wever.

Hervormen of sociale afbraak?

Concreet besliste de regering dat we allemaal langer, harder en flexibeler zullen moeten werken voor minder geld, dat een grote groep mensen hun werkloosheidsuitkering verliest en dat de regels rond asiel en migratie opnieuw worden verstrengd. ABVV-voorzitter Bert Engelaar noemt het “de grootste sociale afbraak van de eeuw.” ACV-voorzitter Ann Vermorgen treedt hem daarin bij: “Tachtig jaar sociale vooruitgang is in één nacht weggeveegd.”

In plaats van een krachtterm als ‘sociale afbraak’ kiezen Carl Devos en Het Laatste Nieuws echter voor het neutraler klinkende woord ‘hervormingen’. Wie het politieke debat in de grote media volgt, is dit woord inmiddels gewend. Zolang ik me kan herinneren, klinkt het bij politieke commentatoren unaniem dat we “nu eenmaal moeten hervormen” om de begroting “op orde te krijgen”.

Hervormen is synoniem geworden voor rechts beleid
De omvang van de zogenaamde hervormingen vormt dan een schijnbaar neutrale maatstaf om de “daadkracht” van een regering te meten. Op basis daarvan probeert men te bepalen of een regering succesvol is of niet. Zijn de hervormingen groot, dan wordt dat als positief beschouwd. “Het geheel van dit alles is vrij indrukwekkend”, zo concludeert Devos in Het Laatste Nieuws.

Ideologische lading

Strikt genomen wil het woord ‘hervormen’ niet veel meer zeggen dan ‘van vorm veranderen’. Het is evident dat de omvang van een verandering niets zegt over de wenselijkheid ervan. Het afschaffen van alle verkeersregels zou bijvoorbeeld een grote hervorming zijn, maar vermoedelijk vooral negatieve gevolgen hebben. Dat ‘grote hervormingen’ in het huidige politieke debat een positieve connotatie hebben, komt doordat het woord een ideologische lading heeft gekregen.
Sociale afbraak klinkt minder neutraal, maar geeft beter aan waar het om gaat
Wanneer men in het politieke debat in de grote Vlaamse media spreekt over ‘hervormingen’, gaat het doorgaans concreet over besparingen op sociale uitgaven. Spreekt men over arbeidsmarkthervormingen, dan bedoelt men eigenlijk de afbouw van de rechten van werknemers. Gaat het over communautaire hervormingen, dan bedoelt men de verdere splitsing van het land. Hervormen is zo eigenlijk synoniem geworden voor rechts beleid.

Het is dan ook weinig verrassend dat het doorgaans de werkgeversorganisaties zijn die vragen om meer of grotere “hervormingen”, terwijl de vakbonden worden verweten dat ze “elke hervorming proberen tegen te houden”. In werkelijkheid proberen de vakbonden de voortdurende sociale afbraak tegen te houden. Dat klinkt misschien minder neutraal, maar geeft wel beter aan waar het concreet om gaat. Een neutraler klinkend woord als ‘hervormingen’ daarentegen geeft een schijn van objectieve noodzakelijkheid aan wat in essentie een ideologische keuze is.

Een valstrik

Wanneer een vertegenwoordiger van de sociale beweging of de oppositie aan bod komt in onze grote media, stelt men hen steevast vragen zoals: “Maar u moet toch begrijpen dat hervormingen nodig zijn.” Deze vragen vormen een valstrik. Zeg je dat je tegen hervormingen bent, dan lijkt het alsof je alles bij het oude wilt laten. Zeg je dat je begrijpt dat hervormingen noodzakelijk zijn, dan lijkt het alsof je instemt met de fundamentele ideologische keuzes van de regering.
Er zijn hervormingen nodig, maar dan in omgekeerde richting van die van de regering
Zolang ik me kan herinneren, is het standaard antwoord het tweede. Men zegt te begrijpen dat hervormingen nodig zijn, maar dat er eveneens ‘sociale correcties’ moeten komen. Die defensieve strategie vertaalt zich ook effectief in beleid. We moeten allemaal langer en harder werken voor minder geld, maar er komen een aantal uitzonderingen en het is allemaal iets minder drastisch dan eerst werd aangekondigd.

Die strategie kan de sociale afbraak echter niet stoppen, hoogstens vertragen. Daarom lijkt het zinvol om na te denken over een offensief antwoord op de hervormingsvraag. Misschien is het tijd om, wanneer die vraag gesteld wordt, met een helder alternatief op de proppen te komen. Inderdaad, er zijn hervormingen nodig — maar dan wel in precies de omgekeerde richting van die van deze regering.

Er is nood aan ecologische investeringen in plaats van militaire investeringen, aan het afdwingen van mensenrechten in plaats van het afbreken ervan, aan een echte vermogensbelasting in plaats van besparingen op sociale uitgaven. Wij, niet willen hervormen? We zouden verdorie graag het hele economische systeem hervormen — al is natuurlijk de vraag of dat überhaupt wel te hervormen valt.

Meer weten over de geplande 'hervormingen'. Lees hier ons dossier over de plannen van de regering-De Wever

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?