Wat rechts zeker niet zal doen in de regering is belastingontduiking beletten
Laten we beginnen met een paar cijfers. Ten eerste, het Belgisch begrotingstekort voor 2023 bedraagt 26 miljard euro (4,4 procent van het BBP). Dat is minder dan de 30,4 miljard euro aan belastinginkomsten die jaarlijks verloren gaan door belastingontduiking.
Met andere woorden, belastingontduiking 'kost' elke werkende burger gemiddeld 6.050 euro per jaar, of iets meer dan tweeënhalve maand van een gemiddeld netto maandsalaris van 2.350 euro voor een voltijdse werknemer.
Dan is er nog – eind 2023 – de Belgische overheidsschuld van 615 miljard euro (105,2 procent van het BBP). Uitgaande van een succesvol beleid om de belastingontduiking uit te roeien, zou deze schuld tijdens één legislatuur met 25 procent kunnen worden verminderd. En dat tegelijkertijd met het wegwerken van het begrotingstekort.
Tot slot het cijfer van 383 miljard euro. Dat is de hoeveelheid euro’s die Belgische bedrijven betaalden aan belastingparadijzen in 2020 (83,2 procent van het BBP). Het cijfer stijgt overigens elk jaar duizelingwekkend. Zo duizelingwekkend zelfs dat de politieke machthebbers zijn gestopt met het opvolgen ervan.
Welke regeringsambtenaar heeft deze kwestie in gedachten, en wie van hen zou de verantwoordelijkheid op zich nemen om een vergelijking te maken en een verband te leggen tussen de daadwerkelijke plundering van onze collectieve rijkdom en belastingontduiking?
Laat er geen misverstand over bestaan. België is geen speciaal geval. In Frankrijk wordt de belastingontduiking geschat op 120 miljard euro. In de Europese Unie (EU) gaat het om 1.000 miljard euro. De plaag treft alle landen, ook die van het Zuiden die geplunderd worden door multinationals.
Belastingontduiking 'kost' elke werkende burger gemiddeld 6.050 euro per jaar
De ijzeren pot van de belastingontduiking versus de aarden pot van de administratie
Het machtsoverwicht van zij die de belastingontduiking vergemakkelijken en ze organiseren is angstaanjagend. En het wordt steeds groter, ondanks de schandalen die ons via de pers almaar meer bereiken.Het aantal medewerkers van de “Grote Vier,” de grootste accountants- en advieskantoren (Deloitte, PwC, EY en KPMG) en de grootste organisatoren van belastingontduiking, blijft maar stijgen. In 2007 hadden ze samen 550.000 mensen in dienst, in 2023 waren het er al 1.515.000.
In termen van personeelsbestand vormen zij daarbij de 3de grootste bedrijfssector ter wereld. 347.000 van hen werken exclusief in belastingadvies (een stijging van 32 procent in drie jaar tijd). In België hebben ze meer dan 4.200 belastingconsulenten in dienst tegenover minder dan 3.000 federale belastinginspecteurs.
Die belastingcontroleurs moeten de dossiers doornemen van 9.1 miljoen belastingbetalers. Dat is een toename van 40 procent. In die massa aangiftes vormen de grote en zeer grote bedrijven en de uiterst vermogende particulieren slechts een minderheid.
Regeringen ontwapenen ondertussen hun belastingdiensten, terwijl de sector zichzelf overbewapent en advies geeft aan wie verondersteld worden de strijd tegen de belastingontduiking te leiden. En wat er in België gebeurt, gebeurt ook elders.
De mythe van de strijd tegen belastingontduiking
Als de regeringsverklaringen tegen belastingontduiking écht in de praktijk zouden worden gebracht, zouden we het aantal van deze industriëlen spectaculair zien dalen, met name in de belastingparadijzen. Maar het tegenovergestelde gebeurt.In dit opzicht is Luxemburg echt karikaturaal. Luxleaks brak uit in november 2014. De “Big Four” hadden er op dat moment 6.470 mensen in dienst, waaronder 1.843 voor rechtstreeks belastingadvies. In 2023 werkten er al 11.500 mensen, waaronder 3.300 voor belastingadvies. Wat hun economische activiteiten betreft zou slechts 300 man volstaan!
Het standpunt van een magistraat
Rechter Van Ruymbeke is onlangs overleden. In 1996 lanceerde hij de Oproep van Genève om belastingfraude en witwassen tegen te gaan. Eind 2022 publiceerde hij Offshore. Dans les coulisses des paradis fiscaux (Achter de schermen van de belastingparadijzen).Daarin schreef hij: “Alles wat tot nu toe is ondernomen is, ondanks enige vooruitgang, zonder effect gebleven. Wat ontbreekt is de echte politieke wil bij de regeringen”. Hij benadrukte de dunne lijn tussen fraude – die is illegaal – en belastingontduiking. Dat laatste is wel niet helemaal koosjer, maar het is zeker niet illegaal. Hij riep verder op om legale ontduiking ook illegaal te maken.
Burgermaatschappij buitenspel gezet
In België heeft het maatschappelijk middenveld herhaaldelijk regeringen ter verantwoording geroepen. Nu eens ging het om de Dubai-papers en de daarmee samenhangende ethische klachten, dan weer over de Pandora-papers – de 383 miljard betalingen aan belastingparadijzen, of om de belastingontduiking bij de successierechten (zie de 'Verbruggen-affaire', waarbij het ging om een som van 100 miljoen euro waarvan de inning aansleept sinds 2002).Al die affaires botsten systematisch op twee muren: die van de professionele ordes (belastingadvocaten en anderen) en die van de staat. Beide muren zijn door en door beschimmeld door tegenstrijdigheden en leugens.
Het maatschappelijk middenveld wordt geconfronteerd met een totaal gebrek aan transparantieThomas Piketty roept regeringen op om indicatoren te verschaffen waarmee iedereen kan zien of we al dan niet evolueren naar een rechtvaardiger belastingsysteem. Het maatschappelijk middenveld wordt ondertussen geconfronteerd met een totaal gebrek aan transparantie.
Ook een gebrek aan politieke wil?
Het argument dat er geen politieke wil zou zijn om de passiviteit van regeringen in de strijd tegen belastingontduiking te rechtvaardigen verhult een heel speciale realiteit.Aan de ene kant – de rechterkant – is er een extreem sterke politieke wil van regeringen om op fiscaal gebied een verschrikkelijk conservatief en liberaal beleid te voeren. Aan de andere kant – de linkerkant – vertonen regeringen een gebrek aan politieke wil.
Ze beweren meestal wel dat ze belastinghervormingen willen doorvoeren, maar weigeren blijkbaar zichzelf de middelen te geven om er effectief wat aan te doen, al was het maar door de portefeuille van minister van Financiën zeker niet op te eisen.
Door de staat de middelen te ontnemen om in het belang van zijn burgers te handelen, vormen deze politieke verloocheningen een voedingsbodem voor extreemrechtsOns Rekenhof laat zien wat er kan gebeuren als politici op dit gebied geen actie ondernemen. Wat de betalingen van Belgische bedrijven aan belastingparadijzen betreft, wijst het erop dat de regelgeving niet duidelijk of coherent is en dat de administratie niet georganiseerd is om erop toe te zien.
Wat de Kaaimantaks betreft (die werd ingevoerd om belastingontduiking tegen te gaan), concludeert het Hof dat er grote achterpoortjes zijn en dat er geen serieuze evaluatie heeft plaatsgevonden.
Inzake de successierechten, wijst het Hof erop dat het beheer ervan niet is aangepast aan erfenissen met een hoge inzet en dat het onvoltooide regionalisatieproces betekent dat twee van de drie gewesten wachten op inningen die de federale regering als niet-prioritair beschouwt.
Laten we duidelijk zijn: door de staat de middelen te ontnemen om in het belang van zijn burgers te handelen, vormen deze politieke verloocheningen een voedingsbodem voor extreem-rechts.
Is het de schuld van de EU, de OESO of de VN?
Voor sommigen moet de redding van een supranationaal niveau komen. Ze schrijven de stagnatie van de EU op dat vlak toe aan de unanimiteitsregel die vereist is in belastingzaken. Daarbij vergeten ze dat liberale meerderheid in het Europese parlement het fiscaal conservatisme nog zou verergeren.Zoals Thomas Piketty schreef, is het verschuilen achter de OESO over de kwestie van de 15 procent belasting op offshore-winsten van multinationals “niet meer en niet minder dan de machtigste spelers officieel een ware vrijbrief tot fraude aanbieden”.
Afrika is erin geslaagd een VN-resolutie te laten goedkeuren die oproept tot een meer inclusief kader voor belastingsamenwerking. Gezien de huidige machtsevenwichten moeten we helaas meer belang hechten aan de woorden van Janet Yellen, de Amerikaanse minister van Financiën. Zij zei dat ze ronduit tegen een wereldwijde belasting voor de rijksten is.
Belastingontduiking uitroeien om te overleven
Vandaag staat de toekomst van alle levende wezens op aarde op het spel. De investeringen die nodig zijn om te redden wat er (nog) te redden valt, zijn aanzienlijk en veel van die investeringen zullen gedaan moeten worden zonder uitzicht op financieel rendement. In mensentaal betekent dat dat ze gedaan zullen moeten worden door de publieke sector.Belastingontduiking draagt dus bij aan de zelfmoord van deze planeet. Tenzij we een systeem invoeren waarbij we, naast de fiscale apartheid die al van kracht is, ook een klimatologische apartheid toevoegen, die in bepaalde delen van de wereld al in voege is. Het uitroeien van belastingontduiking is ondertussen een absolute noodzaak. Het is zelfs een voorwaarde geworden om te overleven.
Zijn we, in de woorden van Laure Debove “getuige van de zelfmoord van de mensheid omdat financiën boven alles gaan”? Waar is de eerlijkheid als we de financiële markten niet eens om 0,1 procent kunnen vragen terwijl de armsten 6 procent BTW betalen om te kunnen eten?”
Als de strijd voor de redding van het leven op aarde even fel gevoerd wordt als de strijd tegen belastingontduiking, kunnen we de doodsbrieven al beginnen schrijven. Dat is precies waar onze huidige leiders mee bezig zijn. Ze doen alsof ze onze kinderen en kleinkinderen de last van de schuldenberg willen besparen, maar dat is iets wat ze allemaal een detail zullen vinden wanneer de planeet onleefbaar is geworden.
Christian Savestre is lid van Attac Brussel.
Dit artikel verscheen eerder op revuepolitique.be. De vertaling is van Jan Reyniers.