Hooggeachte heer rector, beste Rik, met enige ongerustheid moet ik u melden dat uw column over de titel ‘Rechtvaardigheid’ van maandag 1 juni in De Standaard totaal onchristelijk is. U veegt daar de vloer aan met de idee van rechtvaardigheid en wel als een volleerde neoliberaal. Nu, onchristelijk tot daar aan toe, maar neoliberaal? Wat er echt fout is aan uw stuk is dat het doet alsof ongelijkheid een gegeven is, iets dat zomaar van nature gebeurt, maar het boek Utopia van Morus, die je zo gemakkelijk wegzet omdat zijn steden op elkaar lijken (kloosters ook, dat was zijn model natuurlijk), bewijst dat de rijkdom van de rijken, gebaseerd is op diefstal. Door het illegaal inpikken en afsluiten van de gemene gronden, hebben de Engelse Gentry zich niet alleen wederrechtelijk verrijkt maar ook honderden dorpen met de grond gelijk gemaakt en duizenden mensen op de vlucht gejaagd, ze vervolgens gecriminaliseerd als vagebonden en ze dan ten slotte gebruikt in hun fabrieken en ook nog eens als binnenlandse afzetmarkt.
Dat proces dat Marx op voorbeeldige wijze beschrijft in hoofdstuk 24 van Het Kapitaal (echt eens lezen, het is maar 50 bladzijden!), heeft 4 eeuwen in beslag genomen en deze fameuze enclosure of the commons, het stelen van het gemeengoed, gaat nog altijd door. Denk aan Monsanto, die het zaaigoed van de mensheid, levensbelangrijk gemeengoed, privatiseert en daarbij ook nog eens massaal het zeer giftig round up verkoopt. Deze diefstal gebeurt ook aan uw (en mijn) universiteit: de pharma-bedrijven bepalen wat voor onderzoek er gebeurt, mogen vervolgens de resultaten privatiseren in de vorm van patenten en krijgen dan nog eens subsidie voor hun exorbitante prijzen aan kassa door het ziekenfonds. Ze passeren met andere woorden drie keer de kassa van de belastingbetaler (stond niet in een of ander links blaadje maar in De Standaard). Dat is niet alleen onrechtvaardig maar misselijk makend leugenachtig. Kortom: structurele ongelijkheid is gemaakt, niet geschapen. En dan weet u niet wat rechtvaardigheid is en vindt u discussies over de loonkloof onzinnig?
Er zit ook een ongelofelijke denkfout in uw stuk. Het is niet omdat totale gelijkheid onhaalbaar is, dat ongelijkheid plots een ideaal moet worden. U hebt natuurlijk het recht om met het neoliberale denken te flirten (wie niet dezer dagen), maar toch een beetje structureel denken alstublieft. Of schrijf dan gewoon leuke stukjes over bomen en vriendschap en zo, maar blijf verre van de grote thema’s en de structurele vragen. Want dit soort door en door ideologische nonsens verkopen in uw columns, vind ik een verstandig man als uzelve en vooral ook een rector van een universiteit (christelijk of niet) onwaardig.
Met de meeste hoogachting. Uw sympathisant
Lieven De Cauter
cultuurfilosoof, ‘extra-ordinarius’ aan het departement architectuur van de KULeuven
----
Hier voor een aantal lezers mij weer eens zouden beschuldigen dat ik antwoord op teksten die ze niet te lezen krijgen (en achter een betaalmuur zit), de tekst van onze beminnelijke rector, die ik voor het overige op handen draag, om allerlei redenen (onder andere dat hij mij als columnist verdedigde tegen De Wever en ook Barbara van Dyck, en toen hij rector werd haar prompt terug aanwierf, faut le faire, blijft een heldendaad, ook zijn openheid in gesprekken over de universiteit is indrukwekkend, maar… er zijn grenzen. Zie ook ‘De Terugkeer van de vooruitgang’ op deze website. Want vorige week was zijn column ook totaal ontspoord, er zit dus blijkbaar method in the madness)
[ http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/05/18/de-terugkeer-van-de-voo… ]
De Standaard
COLUMN - RIK TORFS
Rechtvaardigheid
01 JUNI 2015 | Rik Torfs
Donderdag mocht ik aan Ban Ki-moon een eredoctoraat uitreiken tijdens een door onze dienst congres en event absoluut vlekkeloos georganiseerde ceremonie. (Einde reclamespot.) Natuurlijk gebeurt er altijd wel iets onverwachts. Op weg naar de promotiezaal daalde de lift plotseling af naar de kelderverdieping, wat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties de gelegenheid gaf om vanuit de glazen kooi een blik te werpen op onze uitgebreide verzameling emmers en borstels. Gelukkig. Zo hoef je het niet altijd over wereldvrede te hebben. Dat is veeleer iets voor gemeentelijke werkgroepen.
Vroeger was ik sceptischer tegenover de VN dan vandaag. Ik hoopte dat de organisatie rechtvaardigheid en vrede zou brengen. Dat hoorde zo, verkondigden mijn leermeesters. Vandaag vind ik een beetje vrede, en een heel klein beetje rechtvaardigheid al gek genoeg. Je mag van het leven veel verwachten, maar niet het onmogelijke. Zoals vriendschap tussen de volkeren, een specialiteit van het voormalige Sovjetimperium. Onzin natuurlijk, want volkeren hebben geen gevoelens, en vriendschap is schaars.
Rechtvaardigheid en vrede gaan niet altijd hand in hand. Grove onrechtvaardigheid leidt tot oorlog, dat wel, maar soms moet je om de lieve vrede een milde vorm van ontsporing aanvaarden. Oekraïne krijgt de Krim nooit terug, en Maastricht blijft een Nederlandse stad, ook al ligt ze aan de linkeroever van de Maas.
Vrede vergt bovendien het afstappen van wurgende logica. Pas op, je moet natuurlijk wel in staat zijn om logisch te redeneren, maar denken is meer dan dat. Met redelijke mensen valt niets te beginnen. Baarle-Hertog en Baarle-Nassau heb ik altijd een opluchting gevonden. Het ene huis is Belgisch, het andere Nederlands, er zit geen logica in. Maar buren beschieten elkaar nooit vanuit hun garages, niemand gaat dood. Kortom, er is geen vriendschap nodig tussen volkeren, maar vrede in slordig opgetrokken achterkeukens.
Met rechtvaardigheid heb ik het nog moeilijker. En met eerlijke herverdeling. Niet als dusdanig natuurlijk, wel met de holle parmantigheid waarmee deze moreel geladen begrippen worden gehanteerd. Want wat betekenen ze eigenlijk? Hoeveel ongelijkheid mag er zijn? Is een loonspanning van één op honderd oké, mag het ook één op duizend zijn, of moeten we naar één op vijf, één op drie, één op één? Iedereen denkt daar anders over, en vooral wie er niet over denkt, heeft gegarandeerd een mening klaar. Een emotionele, waar morele verontwaardiging van afspat, zodat elke discussie verwerpelijk lijkt.
Het is niet gemakkelijk om open en dapper over rechtvaardigheid te spreken zonder meteen achter John Rawls of andere beroemdheden schuil te gaan. Toegepaste ethiek, applied ethics, daar spreken mensen graag over. Hoe je in acht sessies een ethisch hoogstaand bankier wordt bijvoorbeeld, of een CEO die deugdzaamheid uitstraalt. Maar diepere, fundamentele gedachten over rechtvaardigheid schrikken ons af. Want al gauw rijzen vragen over wie de mens in wezen is, hoe hij mag en moet handelen. Over verboden die om overtreding vragen, over vrijheid en haar vrijwillige begrenzing. Over de ongebreidelde kracht van ongeschreven wetten, want er is niemand die de bevoegdheid heeft hen op te heffen.
Soms argumenteert iemand dat te veel ongelijkheid tot maatschappelijke onrust leidt. Maar dat is een pragmatisch, geen fundamenteel argument. Het gaat over wat gevaarlijk, niet over wat rechtvaardig is.
Ik had een verre aangetrouwde oom uit het troosteloze Monceau-sur-Sambre. Hoewel hij het daar om opportunistische redenen beter wel was geweest, voelde hij zich geen socialist. Toch beweerde hij, enkel wanneer hij gedronken had en het vuur uit zijn jeugd even opflakkerde, dat hij in theorie het communisme omarmde, de totale gelijkheid. Maar in de praktijk werkte het niet.
Ik vond de theorie zelf even afschuwelijk. Neem nu Utopia van Thomas More, waarin die uiterst rigide en tot in detail de stad van zijn dromen beschrijft. Wie één stad heeft gezien, kent ze allemaal, er bestaat geen verschil, ze zijn exact gelijk. Tot de parkeermeters toe, als ze er waren geweest.
Wat rechtvaardig is, weet ik niet precies, maar gelijkheid is het allerminst. Ze is gruwelijk en wreed. En ze is altijd schijn, want we denken wat we willen, ook al zeggen we het tegendeel.
Gelijke kansen zijn de beste remedie tegen gelijkheid. Zij laten zien hoe onvermijdelijk het verschil is. Hoe mooi ook. En hoe onrechtvaardig.