Een cultuurminister van N-VA? Late aprilvis?

Teaser fallback community afbeelding
Het is zover. Volgende week, minder dan 7 weken voor de verkiezingen, komt N-VA eindelijk met haar cultuurprogramma. Dat net een ‘neutrale’ krant als De Standaard dit weekend alvast een primeur kreeg, hoeft niet te verbazen.

Een krant, die nota bene vorige dinsdag de actie Red de cultuur al afschoot nog voor ze had plaatsgevonden en nadien niet de moeite nam er nog iets over te berichten.

N-VA komt met een ‘ambitieus’ programma, volgens De Standaard, maar wel vaag. Laten we op voorhand toch al wat ballontjes doorprikken.

Charmeoffensief

Sinds 2011 zit N-VA op ramkoers met de kunstenaar. Door die aanhoudende, mediagenieke tirade heeft de cultuursector helaas al veel imagoverlies geleden bij een breed publiek. In die mate dat het vandaag bon ton lijkt cultuurdragers gratuit te schofferen (o.a. deze week wel in De Standaard, zie hier).

Onlangs ging Peter De Roover (N-VA) nog eens flink tekeer tegen de fotografen die zich met reden terugtrokken uit een dubieuze tentoonstelling van Johan Swinnen (N-VA): die kunstenaars zouden aan zoiets als ‘progressieve Belgische censuur’ doen, anderen onder druk zetten, in een kramp schieten, vernieuwing tegenhouden, een gebrek aan zelfvertrouwen hebben, gebrek aan zelfspot, tekort aan kritische reflectie, infantiel, inwendige armoede en last but not least, de artistieke vrijheid belemmeren. Stel u voor (zie hier).

Maar - ta boem tsss – nu is N-VA plots de grote cultuurvriend die een cultuurminister wil aanleveren en naar eigen zeggen kiest voor een ‘en-en’ verhaal. Sinds kort zijn ze dus voor hedendaags én traditie én internationaal. Iedereen nu content? De pogingen om de perceptie bij te stellen vallen al een tijdje op, weg van de voorliefde voor Vlaamse folklore, onder de Vlaamse kerktoren.

Nochtans verdedigde N-VA recent nog als geen ander de Vlaamse musical (zie hier) onder de formule van Privaat-Publieke Samenwerking dan nog. Een zoveelste mooi voorbeeld van de wijze waarop het Nieuw-Vlaamse management stijl minister Bourgeois inzet op een mix van commerce en cultuur (denk aan ‘de toeristische attractie’ 100 jaar Groote Oorlog). In dit geval dus de beruchte ‘PPS’: het uitgelezen vermarktingsinstrument met de toepasselijke bijnaam ‘het PoenPakkers-Systeem’.

Daarmee stellen we meteen ook al een eerste inconsistentie vast: terwijl Marius Meremans (N-VA) pleit voor meer steun aan de Vlaamse musical, lezen we in De Standaard dat het N-VA cultuurprogramma ‘zich liever af houdt van terreinen met een sterke marktwerking, zoals de musical.’

Deze krant stelt vervolgens een tweede inconsistentie vast: hoewel een argument als ‘achtergesteld in het verleden’ voor de partij naar eigen zeggen niet meer valabel is, pleit N-VA voor het optrekken van de budgetten van grote erfgoedcollecties, die zijn namelijk … in het verleden achtergesteld.

Inconsistentie troef

Cruciaal is natuurlijk dat het helemaal geen ‘en-en’ verhaal wordt. N-VA zet om te beginnen radicaal in op vermarkting (er wordt verklaard dat de sector ‘in al haar facetten economisch moet werken’, eigen inkomsten en participatie verhogen). Binnen die optiek wordt er dan ook op de grote huizen ingezet. Via deze centra van de institutionele macht, probeert N-VA een greep te krijgen op die voor hen zo weerbarstige ‘culturo’s'.

Dit is dus duidelijk géén keuze voor een vrijwaren van de publieke sector voor de uitverkoop, of de neoliberale pletwals van de output- en consumptielogica. Het is evenmin een keuze voor de noodzakelijke diversiteit aan instituten en initiatieven, een pluralisme dat van vitaal belang is om een artistieke dynamiek maximaal kansen te geven.

Vervolgens, natuurlijk zal hun cultuurprogramma zich uitermate sterk richten op het bevorderen van zoiets als Vlaamse culturele identiteit, de promotie van ‘het Vlaamse’ in het buitenland, het cultiveren van ‘onze’ Vlaamse traditie en de band met Nederland (zie bijvoorbeeld hoe Karin Van Overmeire, ex-Vlaams Blok, hier vorige week de Oranje-gedachte wat wil ondersteunen vanuit de politiek richting wetenschappelijk onderzoek).Mogelijks wordt dat Vlaamse wat minder in de verf gezet, maar als het zou ontbreken, dan verraadt N-VA simpelweg haar eigen camouflage.

En natuurlijk: de afbouw van alles wat Belgisch en federaal is. Daar gaat deze partij opnieuw erg dramatisch over doen (zie reeds hier, hier en hier). Veel communautaire oorlogjes en selectieve verontwaardiging dus. Selectief, zeker wat het eigen cultuurwanbeleid betreft, in Antwerpen (zie hier), of met haar marketingstunt van 2 miljoen euro voor die Arne Quinze-brug in Tomorrowland (zie hier).

Een derde concrete inconsistentie: N-VA zegt voor de grote huizen te zijn, maar wil ‘wieden‘ in ‘minder performante organisaties’. De tegenspraak valt op, los van deze opmerkelijke intimidatie (het ‘onkruid’ moet eruit…?) allicht met het oog op de zelfdisciplinering van de sector wat kritische houding betreft. Want het zijn vandaag toch vooral de grote huizen die ‘minder performant’ zijn?

Heel wat kleine organisaties bereiken met een fractie aan middelen in verhouding dikwijls heel wat meer. Gaat N-VA dan alleen inzetten op die enkele grote huizen die vandaag wél performant zijn? Dan zou dan bijvoorbeeld wat beeldende kunst betreft vooral goed nieuws zijn voor Wiels in Brussel. Het valt echter te vrezen dat N-VA voor dit niet zo ‘Vlaamse’ huis weinig oog zal hebben. 

De grote terugkerende klacht uit de sector is dat er sinds de professionalisering van de cultuursector vanaf de jaren 1980 een institutionele bovenbouw is gegroeid die meer en meer voor eigen rekening rijdt, en de basistaak uit het oog verliest: het ondersteunen van kunst en kunstenaar. Dat brengt ons bij een vierde concrete inconsistentie: N-VA zegt dat wel dat ze ook meer op de kunstenaar wil inzetten, maar dat wordt wel moeilijk als zij vooral van grote huizen Vlaamse vuurtorens willen maken en ondertussen de kleinere instituten willen aanpakken. Want het zijn net die kleinere spelers waar heel wat kunstenaars vandaag (nog wel) het meeste terecht kunnen.  

Camouflagekleuren

N-VA doet zich vanaf nu dus voor als een partij die cultuur zal beschermen, wat natuurlijk haar goed recht is, op het eerste gezicht zelfs goed nieuws. Geloofwaardig is het helaas allerminst. Het is een beetje zoals het nieuwe logo van Vlaanderen: die leeuwenkop die maar een half gezicht laat zien. Twee redenen.

Ten eerste, is er de rake bedenking van Wouter Hillaert (Rekto:Verso) in de voorzettekst  Zijn vrije kunsten nog wel van deze tijd? voor het eerste Campodebat 4x4 Kiezen is een kunst, een reeks die morgen trouwens aan haar vierde debat toe is. De grootste bedreiging, zo stelt Hillaert, voor de vrije kunst is wat de vrije markt aan haar rechterkant van plan is met het sociale welvaartsmodel aan haar linkerkant.

En N-VA is toch één van de partij die om ter hardste roept wat besparen en sociale afbraak betreft? We hoeven het dan nog niet te hebben over de harde en valse aanval op het ACW die Peter Dedecker (N-VA) vorige week met een boek nog eens overdeed, waardoor het eigenlijk nog moeilijk denkbaar wordt dat CD&V en N-VA na 25 mei nog door één deur kunnen.

Ten minste, voor zover CD&V toch enige ethiek weet te verheffen, boven wat we dan maar de ‘compromiscultuur’ zullen noemen. Terzijde: aldus de woordvoerder van N-VA, Joachim Pohlmann, is er bij wijze van alternatief voor hen geen principieel bezwaar om met Vlaams Belang een regering te vormen. Ook niet bepaald cultuurliefhebbers en minstens even donkerblauw, om over de rest dan maar te zwijgen.

Ten tweede, laten we toch niet vergeten dat N-VA met haar kiescampagne 2009 ook opeens uitpakte met een paar sociale speerpunten. Koen Hostyn (PVDA) schreef daar in februari nog een opmerkelijke tribune over. Ik recapituleer even, want het geheugen van ‘de publieke opinie’ is kort.

Toen beloofde N-VA 'een Vlaamse kinderbijslag met een kindpremie van 500 euro per jaar voor kinderen tot 4 jaar'. En als tweede kiesbelofte een 'aanvullende Vlaamse zorgverzekering, als alternatief voor de steeds duurdere hospitalisatieverzekeringen.' Wat is er van die kindpremie en die Vlaamse zorgverzekering terechtgekomen?

In het Vlaamse regeerakkoord tussen CD&V, N-VA en SP.a was sprake van de verdere uitbouw van de 'Vlaamse sociale zekerheid'. Dat kreeg vorm in het ontwerp van decreet 'Vlaamse sociale bescherming'. Er was sprake van de verdere uitbouw van de zorgverzekering, een premie voor jonge kinderen, een maximumfactuur in de thuiszorg, een kostenbegrenzing bij de residentiële zorg en een Vlaamse hospitalisatieverzekering. De coalitiepartners gingen akkoord met een premie van 150 tot 200 euro voor elk geboren kind. De N-VA zag daarmee haar droom van een gesplitste sociale zekerheid dichterbij komen. 'De eerste afwijzende reacties van Franstaligen bewijzen dat we op het juiste spoor zitten,', reageerde Jan Peumans verheugd.

Maar het duurde nog tot 2011 voordat het decreet goedgekeurd geraakte. Ondertussen waren de ambities al fel getemperd. Het decreet voerde alleen de kindpremie en de maximumfactuur in. De zorgverzekering was er al sinds 2001 en de twee andere ambities werden over de verkiezingen van 2014 getild. Daarna werd ook de kindpremie herhaaldelijk uitgesteld.

Tot Vlaams minister Geert Bourgeois op 1 juli 2013 de Vlaamse kindpremie begroef: 'Jobs zijn nu belangrijker dan de kindpremie'. Geert Bourgeois zei dat er ook geen geld is voor de Vlaamse hospitalisatieverzekering of voor de maximumfactuur in de zorg: 'bijkomend sociaal beleid is nu niet de grootste prioriteit', liet Bourgeois weten. Daarmee heeft N-VA haar eigen kiesbeloften van 2009, haar sociale speerpunten, kaltgestellt.

In zijn ontslagbrief als N-VA voorzitter in Lovendegem noemt Nick Mouton deze uitspraken 'misschien wel de belangrijkste reden' waarom hij uit de partij stapt. Hij legt uit: 'Voor iemand waar het streven naar meer Vlaanderen altijd onlosmakelijk gekoppeld was met een streven naar een beter en socialer Vlaanderen, kwam dat aan als een mokerslag. Die speerpunten waren voor mij het bewijs dat de N-VA toch ook wel een sociale partij is.'

Niet dus. Kortom, om het met een Vlaamse spreuk te zeggen: Als de bruid is in de schuit, zijn de beloften uit.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?