Opinie -

De EU mag gerust wat minder militair worden

Europarlementslid Ivo Belet reageert op de uithalen Trump naar zijn Europese bondgenoten en pleit voor een 'robuust veiligheidsbeleid'. In werkelijkheid gaat het om de zoveelste verkooptruc rond de figuur van Trump om de al lang ingeslagen weg van de Europese militarisering bij de publieke opinie te doen slikken.

woensdag 31 mei 2017 17:22
Spread the love

Europarlementslid Ivo Belet (CD&V) doet in De Standaard (31 mei) een opmerkelijke oproep voor voor een eigen Europese defensiecapaciteit met een permanent militair hoofdkwartier en een voorkeursbehandeling voor militaire aankopen van Europese makelij. Meer bepaald bepleit hij dat het contract voor de geplande vervanging van de Belgische F-16s, een project waar de komende decennia 15 miljard euro mee is gemoeid, aan een Europese constructeur wordt toegewezen. Bovendien moet het opnieuw mogelijk zijn dat bij defensie-aankopen economische compensaties mogelijk zijn in eigen land.

Belet reageert daarmee op de voortdurende uithalen van Trump naar zijn Europese bondgenoten en wil dus weg vanonder de paraplu van Washington.

 

Verkooptruc

Het is niet de eerste keer dat de figuur van Trump misbruikt wordt om te pleiten voor de verdere militarisering van de Europese Unie. Het gaat om een handige verkooptruc die de publieke opinie moet overtuigen. Wat Belet bepleit op vlak van de Europese defensiecapaciteit staat immers grotendeels al lang op de rails en dateert van voor de verkiezing van Trump tot VS-president. In juli publiceerde Federica Mogherini, de Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en het Veiligheidsbeleid, een Globale Veiligheidsstrategie die de Raad van de EU in november vorig jaar goedkeurde met een plan voor uitvoering. Er staan verschillende maatregelen in die de EU moeten versterken in wat een ‘veiligheidsgemeenschap’ wordt genoemd. Verder ligt er een grote nadruk op de versterking van de militaire capaciteiten en de defensie-industrie zoals de Europese financiering van het defensieonderzoek (vanaf 2020 goed voor 500 miljoen jaarlijks) en de oprichting van een Europees defensiefonds ter waarde van 5 miljard euro voor gezamenlijke aankopen van militair materieel die de Europese defensie-industrie uiteraard ten goede zullen komen. Voorts is er ook de van de NAVO overgenomen idee om 20 procent van het defensiebudget te besteden aan militaire investeringen. Laat ons tot slot vooral het Europees Defensie Agentschap niet vergeten als drijvende kracht achter de bewapening van Europa. De Europese defensie-industrie likt zich aan de vingers. Veel van die maatregelen komen trouwens rechtstreeks uit de pen van de defensie-industrie dat o.a. mede-auteur is van een rapport (februari 2016) waarin o.m. Europese subsidies aan defensieonderzoek worden bepleit.

Het opiniestuk van Ivo Belet is typerend voor het politiek establishment dat weigert de essentiële vragen te stellen.

 

Veiligheid, geen kwestie van militairen

1. Zo ligt de nadruk in de Europese debatten over een veiligheidsbeleid op de militaire benadering. Daardoor gaat er veel te weinig aandacht naar de oorzaken van conflicten of naar de idee dat veiligheid iets is dat gezamenlijk wordt gecreëerd en niet tegen een veronderstelde gemeenschappelijke vijand. Dat laatste is het recept voor een wapenwedloop, zoals die nu plaatsvindt. De Russische dreiging wordt als een van de argumenten uitgespeeld, hoewel bijvoorbeeld het defensiebudget van Frankrijk en Duitsland alleen al groter is en er weinig empathie is voor Russische gevoeligheden zoals de uitbreiding van de NAVO. Het is jammer dat het inzicht van historisch personaliteiten zoals destijds Willy Brandt ontbreekt om te beseffen dat veiligheid maar kan worden verkregen door wederzijds vertrouwen en gezamenlijke afspraken over de gemeenschappelijke veiligheid volgens het principe: ‘ik ben maar veilig als jij je veilig voelt’.

 

Instabiliteit? Hand in eigen boezem

2. De Europese Unie heeft graag de mond vol over de instabiele veiligheidsomgeving die dus een militair apparaat noodzakelijk zou maken, maar weigert daarbij in eigen boezem te kijken. Je hoort zelden mea culpa slaan als het gaat over het Midden-Oosten. Onze energiehonger heeft immers heel wat politieke schade veroorzaakt. En als we zo begaan zijn met de veiligheidsdreigingen, hoe komt het dan dat de Europese wapenhandel naar dergelijke instabiele regio’s floreert? Staan onze heren en dames politici er überhaupt bij stil dat de Islamitische Staat misschien niet zou bestaan zonder de oorlog in Irak? Dat het consequent uitvoeren van de eigen verklaringen en het internationaal recht al lang een einde konden maken aan de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden en de daaruit voortvloeiende instabiliteit en het geweld.

 

De 2 procent-waanzin

3. De vraag is ook waarom de Europese NAVO-lidstaten zich überhaupt akkoord verklaarden met de waanzinnige NAVO-norm die bepaalt dat 2 procent van het Bruto Binnenlands Product naar de post defensie moet gaan. Vertaald betekent dit ruwweg 130 miljard Euro extra als de maatregel onmiddellijk wordt ingevoerd. Democratisch debat? Nul! Inspraak? Nul! En in België was het de ontslagnemende regering Di Rupo die er mee instemde. In januari pleitte commissievoorzitter Junker er voor om de defensiebudgetten effectief te doen stijgen terwijl de EU de eerste is om er op te wijzen dat de overheidsuitgaven aan banden moeten gelegd worden zodat de staatsschuld en het begrotingstekort in bedwang worden gehouden. De EU-landen geven nu al samen meer dan 200 miljard euro uit en volgens de prognoses komt daar een pak bij in de komende jaren. Dat er met dat budget veel efficiënter kan worden omgesprongen is waar, maar dat het onvoldoende zou zijn is onzin. China en Rusland geven samen nog niet eens zoveel uit. De hamvraag is: maken militaire investeringen en de inzet van onze legers de wereld veiliger of net onveiliger. Met Irak, Libië en Afghanistan in het achterhoofd is het geen slecht idee om ons daar eens grondig over te bezinnen.

 

Gevechtsvliegtuigen

4. Tot slot. De vervanging van de F16s. Om te beginnen is er nu al een Europees overaanbod aan gevechtsvliegtuigen. Het gaat om een peperdure aankoop die gezien de budgettaire situatie waarin ons land verkeert en het aantal slachtoffers die dergelijke toestellen veroorzaken tijdens militaire operaties helemaal niet te verantwoorden is. Het werkgelegenheidsargument is ook een fabeltje gezien deze toestellen – anders dan met de aankoop van de F16s – weinig assemblagemogelijkheden in eigen land zullen kennen. De miljarden kunnen in elk geval elders meer werkgelegenheid opbrengen en ook nuttiger worden besteed. België zou met slechts een fractie van het geld de tekorten kunnen opvangen waar de VN steevast naar op zoek is om oorlogsvluchtelingen degelijk te kunnen opvangen. En dat is pas een echte veiligheidsmaatregel die opbrengt.

Belet pleit voor een ‘robuust veiligheidsbeleid’. Akkoord, maar investeren in het militair apparaat is daar alles behalve een synoniem van. De echte dreigingen zijn niet militair van aard en behoeven een niet-militaire aanpak: armoede en ongelijkheid, klimaatveranderingen, wapenhandel, om er slechts enkele te noemen.

take down
the paywall
steun ons nu!