De onwil van de Iraakse regering om tegemoet te komen aan de eisen van de vreedzame demonstranten en de totale afwezigheid van de media hebben de opkomst van IS bespoedigd.
Analyse -

Achter de schermen van de strijd om Mosoel

Nu het einde nadert in de strijd om Mosoel, blijven veel vragen over de toekomst van de stad (en de provincie Nineve). Hoe zullen de interacties verlopen tussen rivaliserende krachten uit Turkije, Iran, de Koerden en de centrale regering in Bagdad? Grootste slachtoffers van deze tragedie zijn de soennieten. Hun steden zijn vernietigd.

donderdag 6 april 2017 13:50
Spread the love

Mosoel, ooit grootste stad ter wereld

Mosoel (oude naam Nineveh) is een van de oudste en grootste steden van de oudheid. Het gebied rond de stad werd al in 6.000 voor Christus sedentair bewoond en was in 3.000 voor Christus een belangrijk religieus centrum ter ere van de Mesopotamische godin Ishtar. De vroege stad werd gebouwd op een geologische breuklijn en leed meermaals enorme schade door aardbevingen.

Er woonden in de ommuurde stad Nineveh in de 8ste eeuw voor Christus, tijdens het leven van de profeet Jonas, 120.000 mensen. Het was een “buitengewoon grote stad van drie dagreizen in de breedte”, volgens het Bijbelse Boek van Jonas. De bevolking van Ninevehbedroeg ongeveer 300.000 mensen na het bewind van Sanherib (704-681 VC = voor onze jaartelling). Het was daarmee meer dan vijftig jaar lang (668-612 VC) de grootste stad ter wereld.

Steunden de soennieten IS?

Een belangrijk deel van de soennitische bevolking van Irak steunde aanvankelijk de terreurbeweging IS (Islamitische Staat). Dat is de realiteit. Het is zo dat de organisatie aanvankelijk zo snel zoveel terrein kon veroveren. De soennieten zagen het verzet van de Iraakse regering tegen IS niet als hun strijd. Dat werd erg duidelijk op de sociale media, maar ook in interviews met vooraanstaande soennieten. De soennieten werden immers zwaar gemarginaliseerd, vervolgd, opgesloten, gefolterd, verkracht door de veiligheidstroepen van Iraaks eerste minister Nouri al-Maliki.

IS won met andere woorden aan populariteit bij de soennitische bevolking als reactie op de sektarische en revanchistische politiek van de officiële Iraakse overheid. Eerste minister Maliki had de soennieten immers heel duidelijk gemaakt dat ze geen deel uitmaakten van zijn toekomstvisie over Irak.

Er waren echter ook soennitische Irakezen die wel tegen IS waren. Zij werden door de Iraakse media ruim geciteerd. Deze soennieten zagen IS als een buitenlandse inmenging van de VS, Iran en Israël. Inderdaad, vele IS-strijders kwamen uit alle hoeken van de wereld toegesneld, vanuit de VS, vanuit Europa tot China, om het zelf uitgeroepen kalifaat in Irak en Syrië te verdedigen.

Veel van die strijders waren reeds gepokt en gemazeld in de gewapende strijd in oorlogsgebieden als Bosnië, Kosovo, Tsjetsjenië, Libië, Syrië en Afghanistan. Een aantal van hen kreeg hun militaire opleiding in Jordanië door de VS, Saoedi-Arabië en Israël. daarna werden ze ingelijfd in het Free Syrian Army, de lievelingen van de VS, maar liepen daar over naar IS.

Andere soennitische Irakezen waren dan weer geschokt door de wreedheden van IS en keerden zich daarom tegen hen. Het klopt echter wel dat er ook heel wat soennieten waren die IS steunden. Voor hen was dat een keuze tussen de pest van IS en de cholera van de Iraakse regering.

Het falen van de media over Irak

Westerse media blijven telkens weer falen in hun berichtgeving over Irak. Bepaalde aspecten van de oorlog worden systematisch uitvergroot, andere worden voortdurend verzwegen.Een goed voorbeeld van de selectieve berichtgeving is de manier waarop (niet) werd bericht over vreedzame protesten van honderdduizenden Irakezen. Vanaf Kerstmis 2012 hielden die meer dan een jaar lang opophoudend vreedzame protesten, demonstraties en sit-ins.

De westerse media, die de Egyptische protesten portretteerden als een grote omwenteling in de Arabische wereld, negeerden deze protesten in Irak totaal, ook al was en blijft de oorlog in Irak nog steeds het belangrijkste conflict van de gehele regio. Diezelfde media negeerden ook de Iraakse burgerbewegingen, het Iraakse middenveld en bleven op die manier doof voor de terechte eisen van de overgrote meerderheid van de Iraakse bevolking.

Vroeger had de Irakese bevolking slechts af te rekenen met één Saddam, nu lijden ze onder de wandaden van honderden Saddams. De misbruiken, wreedheden en schendingen van de mensenrechten schoten spectaculair de hoogte in na de Brits-Amerikaanse invasie in 2003 en bleven onverminderd doorgaan na de terugtrekking van de Amerikaanse troepen. De enige krant wereldwijd die de eisen van de demonstranten publiceerde, was de Britse krant The Guardian. Dat eisenpakket werd dan nog geplukt van de website van het BRussells Tribunal.

De media negeerden eveneens de ongebreidelde corruptie in Irak, zelfs toen woordvoerder van de Iraakse Commissie voor Integriteit Adil Nouri met aandrang stelde dat 500 miljard dollar, de helft van de Iraakse olie-inkomsten en fondsen voor de wederopbouw was ‘gestolen’ en ‘verdwenen’ uit het land tijdens de 8 jaar regering van Nouri al-Maliki.

Ze negeerden ook de wreedheden in de Iraakse gevangenissen, waar mannen, vrouwen en kinderen werden verkracht en keken de andere kant op toen al-Maliki de Iraakse strijdkrachten gebruikte om vreedzame demonstranten aan te vallen. Ze zwegen zelfs toen al-Maliki de Iraakse troepen inzette om journalisten aan te vallen die verslag wilden uitbrengen van de protesten en gaven tenslotte afwezig toen al-Maliki zijn strijdkrachten het bevel gaf demonstranten te doden.

De opkomst van IS

Het is pas nadat de eerste slachtoffers vielen, pas nadat eerste minister al-Maliki de vreedzame demonstranten bedreigde en hen ‘terroristen’ noemde, pas nadat hij in het openbaar opriep om hen te verbranden, het is dan pas dat IS populair werd bij delen van de bevolking. 

In het zwart geklede IS-strijders gebruikten hun vuurwapens om demonstranten te beschermen tegen leger en politie in de steden Ramadi, Fallujah en elders. Bij hun eerste openbare optreden in Irak in 2012 verkochten zij zichzelf zo als verdedigers van de soennitische bevolking. Dat is dan ook de echte reden waarom een aantal soennieten hen inderdaad positief beoordeelde.

Het succes van een beweging is gebaseerd op z’n vermogen om zich te verspreiden over het grondgebeid en dat kon IS razendsnel doen, met dank aan de fundamentalistische, corrupte en sektarische politiek van de Iraakse regering, met dank ook aan logistieke steun van Saoedi-Arabië, Qatar en de VS.

Die steun zou nog aangegroeid zijn als IS niet had besloten om veroverd Iraaks grondgebied onder hun controle te houden en als ze niet zouden zijn begonnen met bijzonder hardhandig op te treden tegen de bevolking . Het werd dus vrij snel duidelijk dat IS niet alleen fundamentalistisch, maar zelf ook corrupt was en bovendien bijzonder wreedaardig.

Een noodlottige coalitie

Op 17 oktober 2016 verklaarde de nieuwe eerste minister Haider al-Abadi dat de strijd tegen IS in de stad Mosoel was begonnen. Twee dagen daarvoor had een andere groep met de naam Jaysh al-Tariqa al-Naqshbandia echter ook al de oorlog verklaard aan IS.

Deze beweging heeft sterke banden met de nu verboden Baathpartij van voormalig dictator Saddam Hoessein. Ze wordt geleid door voormalige leden van de Baathpartij en door hoge officieren van het voormalige Iraakse leger. Opperbevelhebber is voormalig vice-president onder Saddam Hussein Izzat Ibrahim al-Douri, die door de New York Times wordt beschreven als “een top militaire commandant, voormalig vice-president  en een van de weinige prominente Baathisten die nog niet werden gearresteerd door de Amerikanen”.

In een verklaring riep het Naqshbandia-leger de mensen van Mosoel op om in opstand te komen tegen IS en waarschuwde zij de sjiitische milities om de stad niet te betreden. Dit leger van Naqshbandia-leger is echter niet de enige groep in Mosoel die wraak wil nemen op IS. Er zijn nog andere verzetskernen.

Kleine groepen met een beperkt wapenarsenaal begonnen eveneens hun plannen aan te kondigen om IS te bestrijden, onder meer de Brigades van de Profeet Yunus, de Mosoel Brigades, Ahrar al-Mosul (het Vrije Volk van Mosoel) en de Beweging M, naar de eerste letter van het Arabische woord muqawama, dat “verzet” betekent.

Bij het begin van de aanval op Mosoel had Ahrar al-Mosul bericht dat ze Abu al-Farouq, een van de leiders van IS, had vermoord. Deze man was verantwoordelijk voor het beheer van de oorlogsbuit van IS. De Mosoel Brigades beweerden dat ze een wapenopslagplaats hadden aangevallen. Er waren ook meldingen van het persbureau Reuters over een poging tot machtsgreep binnen de coalitie tegen IS, die werd verijdeld, wat resulteerde in 58 executies.

De lokale bevolking van Mosoel heeft echter onvoldoende vertrouwen in deze groepen: ze zijn klein, niet centraal georganiseerd, hebben waarschijnlijk onvoldoende wapens en kunnen de inwoners dus niet beschermen tegen wraakzuchtige IS-strijders.

De machtsgreep door IS

Het Naqshbandi-leger is een van de groepen die IS nog het meest pijn kunnen doen. In 2014 hadden zij nog een alliantie met IS waarbij ze door IS werden bedrogen. Toen rebellen de controle verwierven over Mosoel in juni 2014, had IS allianties aangegaan met andere gewapende groeperingen om samen met hen de stad in te nemen.

Die groepen hadden immers nog rekeningen te vereffenen met de toenmalige Iraakse regering van Nouri al-Maliki en hadden net als IS handig gebruik gemaakt van de wrok die veel mensen in Mosoel koesterden tegen het sektarisch beleid van de regering. Dit samenwerkingsverband bleek onverstandig en noodlottig, zoals snel zou blijken.

In juni 2014 was de lokale bevolking in de stad nog blij met deze “revolutie” tegen de regering. Toen de mensen op straat kwamen om hun “bevrijding” te vieren, zag men overal posters opduiken van Saddam Hussein en zijn vice-president Izzat al-Douri.

Een leidinggevende raad van voormalige legerofficieren en ambtenaren van de Baath-partij besliste dat één van hun eigen militaire veteranen, Hashim al-Jammas, die nog in de oorlog tussen Iran en Irak had gevochten, de nieuwe burgemeester van de stad zou worden. Ze eisten ook dat buitenlandse strijders, die met IS waren meegekomen, moesten vertrekken en bedankt werden voor hun bewezen diensten. Deze Raad zag de gebeurtenissen in Mosoel als een revolutie door en voor lokale soennieten, niet als een invasie door buitenlandse extremisten.

IS verraste zijn coalitiepartners echter op de ochtend van vrijdag 13 juni 2014, toen ze het voorstel van de Raad afwees en onder gewapende bedreiging eiste dat alle andere partijen trouw zouden zweren aan IS, of zich zouden terugtrekken. IS begon vervolgens leden van het Naqshbandileger, Ansar al-Sunna en de Salahaddin Brigades te vervolgen en te doden wanneer ze weigerden om trouw te zweren aan IS.

Sindsdien blijft IS personen arresteren of doden, wanneer ze banden hebben met het Naqshbandi-leger, met de voormalige Baath-partij of met het voormalige Iraakse leger. Een paar weken voor 17 oktober 2016 werden nog tientallen gepensioneerde soldaten gearresteerd door IS. Hun lot blijft onbekend.

Iraakse ex-officieren sluiten zich aan bij IS

Honderden andere voormalige soldaten en officieren van het Iraakse leger onder Saddam Hussein kozen eieren voor hun geld, volgden een paar rudimentaire theologielessen en sloten zich aan bij IS. Wordt IS alsnog verslagen, dan zullen die verdwijnen in hun families, hun gewone burgerleven terug opnemen en wachten op de volgende kans om in opstand te komen. Zij beschouwen Irak immers nog steeds als een door de VS, Iran en Israël bezet land.

In tegenstelling tot de andere provincies Anbar en Salahaddin was het Naqshbandi-leger in de provincie Nineveh rond Mosoel goed georganiseerd en gedisciplineerd. Hun leden en leiders waren legerveteranen. In de centrale Iraakse provincies worden de milities daarentegen meestal geleid door geestelijken die op tribale groepen vertrouwden. Mosoel is daarentegen geen stad die steunt op tribale loyaliteiten. De lokale bevolking is meer loyaal aan een bepaalde organisatie of partij, in plaats van aan een tribale clan.

Toen de gevechten om de herovering van de stad begonnen in oktober 2016, was het duidelijk dat IS zich steeds meer paranoïde gedroeg tegenover potentiële “vijanden”.
“Met goede reden”, aldus Mohammed Nouri, een nationaal parlementslid uit Mosoel, “er is enige coördinatie tussen het verzet binnen de stad, de Iraakse veiligheidstroepen en de internationale coalitie bij het uitvoeren van luchtaanvallen”, bevestigt hij. “Ondanks de risico’s en het feit dat ze niet goed bewapend zijn, verzetten veel mensen in Mosoel zich tegen IS. Ze hebben veel offers gebracht, want IS verricht arrestaties en executeert mensen in het openbaar om anderen te ontmoedigen die in verzet zouden willen komen.”

Wederzijds wantrouwen

De facties in Mosoel die behoren tot de Baath partij en het Naqshbandi-leger zijn voor het ogenblik machteloos omdat ze worden geterroriseerd door IS. Het is echter best mogelijk dat ze wachten op de juiste gelegenheid om in actie te komen. Ze kunnen zich immers snel opnieuw organiseren. Waarschijnlijk zouden ze na de ineenstorting van IS de wapenopslagplaatsen kunnen veroveren om zich te bewapenen en wraak te nemen op IS.

De Iraakse regering en de coalitie wantrouwen daarentegen de soennitische milities, zoals ze in het verleden ook elke protestbeweging hebben gewantrouwd. Dit gebrek aan vertrouwen is wederzijds. De soennitische milities zijn daarom ook zeer terughoudend om zomaar volledig samen te werken met de Iraakse regeringstroepen.

Ze maken zich immers zorgen dat zij hetzelfde lot zullen ondergaan als Irakezen die met de VS hebben samengewerkt om Al Qaeda te bestrijden. Die hebben het deksel op de neus gekregen toen de VS zich terugtrokken uit Irak. De soennitische Sahwa-strijders, die al-Qaeda hadden verdreven uit Irak, werden door de Iraakse regering onder voormalig premier Nouri al-Maliki uitgespuwd, ontslagen en vervolgd, ondanks de belofte van de VS dat die strijders zouden worden ingelijfd bij de reguliere Iraakse strijdmacht.

Atheel al-Nujaifi, provinciegouverneur van Nineveh

Atheel al-Nujaifi was gouverneur van de provincie Nineveh waar Mosoel bijhoort, toen de rebellen de stad veroverden in juni 2014. Kort na deze nederlaag werd Nujaifi door de Iraakse regering in Bagdad ontslagen. Hij is nu commandant van de door de Turken gesteunde soennitische militie Nineveh Guard. Tegen hem werd in oktober 2015 een aanhoudingsbevel uitgevaardigd omdat hij naar verluidt zou spioneren voor het Turkse leger.

“Lokale krachten in Mosoel worden bewust uitgesloten van deelname aan de operatie voor de herovering, beveiliging, stabilisering en normalisatie van de stad, ten voordele van krachten van buiten Mosoel die nu hun kans grijpen. Sjiitische partijen en hun gewapende milities hebben nu al kantoren in Mosoel, proberen jongeren met verschillende middelen te werven en leggen hun wil op in het oostelijke deel van de stad.

Het westelijk deel van de stad is met opzet vernield door buitensporige vuurkracht, terwijl mensen worden gedwongen te vertrekken naar het oostelijk deel. Dit alles is onderdeel van geplande demografische veranderingen. Gewapende Shabak (een etnische groep in Nineveh) worden gesteund, terwijl christenen, Koerden en islamitische Arabieren worden uitgesloten.”

“Mosoel werd door regering aan IS overhandigd”

“Ik was gouverneur van Mosoel en ik zeg dat Mosoel niet viel, maar werd overhandigd aan IS. De nationale politie weigerde tegen IS te vechten en trok zich stilletjes terug, zonder het afvuren van één enkele kogel. De politie trok zich terug uit het oostelijk deel, waarna het westelijke deel viel. Om die reden ben ik niet verrast door de vernietiging van de stad”.

Een onderzoekscommissie van het parlement heeft voormalig premier al-Maliki in beschuldiging gesteld voor zijn rol in de val van de stad. Hij vluchtte naar Iran maar kwam kort nadien het land terug binnen en eist opnieuw een prominente rol op. Van de beschuldigingen tegen zijn persoon werd daarna niets meer vernomen.

Over militante groepen als IS en al-Qaeda, die de Iraakse soennitische gebieden teisteren, zei oud-gouverneur Nujaifi dat dit een reactie was op de sjiitische terreur. “Het is gewoon een reactie. Ik denk dat de sjiieten profiteren van soennitisch extremisme, niet de soennieten. De soennieten zijn vernietigd door soennitische extremisme”, zei hij.

Nujaifi is er van overtuigd dat het dit soort extremisme is dat met de steun van Iran Mosoel deed vallen in 2014. Hij stelt dat de toenmalige sjiitische premier Nouri al-Maliki de overwegend soennitische stad Mosoel in handen van IS liet vallen om “de soennieten een harde les te leren”, en hen tot gehoorzaamheid aan Maliki’s sektarische sjiietische regering te dwingen. Toen de rebellen hun aanval inzetten, vroeg Nujaifi aan het leger “om ons (de burgers van Mosoel) wat wapens te geven. Zij weigerden om dat te doen.”

Hoewel Nujaifi geen scrupules heeft om te werken met een sjiitische premier, waarschuwt hij dat Mosoel een soennitische stad moet blijven. “Als Mosoel wordt vernietigd en niet terug opgebouwd, zullen de soennieten in Irak geen stad meer hebben die hun cultuur kan belichamen. Dit betekent dat de soennieten in Irak allemaal vluchtelingen zullen zijn. Dit zal nog meer extremisten creëren en meer instabiliteit veroorzaken in de hele regio. We willen alleen maar ons eigen leven leiden en van onze rechten als soennieten genieten. Dat is voldoende voor ons”.

Nujaifi geeft wel toe dat huidig premier al-Abadi en de Iraakse strijdkrachten “goed werk” hebben geleverd, maar waarschuwt dat er tot nu toe nog steeds geen “politiek plan voor Mosoel” is.

Nineveh, autonome regio?

Nujaifi wordt er nu door de centrale regering van beschuldigd dat hij van Nineveh een autonome regio wil maken. “Dit is niet juist. Toen ik sprak over een regio Nineveh, sprak ik over een juridisch constitutionele entiteit. Degenen die beweren dat dit een soort partitie of afscheiding zou inhouden, verdraaien de feiten…”

“Wij geloven dat de centrale overheid van Bagdad heeft gefaald en de problemen buiten de hoofdstad heeft veroorzaakt. Als de regionale bevoegdheden in Nineveh niet worden gereorganiseerd, zullen we met grote problemen en conflicten worden geconfronteerd in de regio, vooral in hotspots zoals Sinjar, Tel Afar, Mosul en de Nineveh-vlakte.”

Nineveh Guard

Wat kan hij vertellen over de Nineveh Guard? “De Nineveh Guard bestaat uit inwoners van de provincie en stammen die vrijwillig IS bestrijden en de veiligheid herstellen in de steden van de provincie. We hebben momenteel een volledige brigade die deelneemt aan het herstel van de veiligheid in het oosten van Mosoel en twee andere brigades. Deze troepen zijn het meest geschikt om in Mosoel de veiligheid te handhaven, omdat het leger, de politie en de sjiitische milities door de inwoners niet worden vertrouwd. Indien die hun praktijken voortzetten zoals voor de val van Mosoel, dan hebben we een groot probleem.”

“Wij zijn van mening dat met de Nineveh Guard de dingen anders zouden zijn. Ze kunnen immers een beroep doen op de burgers in het kader van de beveiligingsplannen, omdat ze meer vertrouwd zijn met de regio en haar bewoners. Het terrorisme zou serieus worden verzwakt indien de burgers samen met ons die kanker kunnen bestrijden.”

Militair bestuur voor Nineveh?

“Ik begrijp ook niet waarom de provincie zou moeten bestuurd worden door een militaire gouverneur. Voordat we gaan praten over een militair bestuur, moeten we praten over het leger en de structuur van de veiligheidsdiensten. Er is hoe dan ook geen civiel bestuur in Nineveh.”

“Mensen hebben niet het gevoel dat er een entiteit is die verantwoordelijk is voor het openbaar bestuur. Het bestuur van IS was erg streng, ze regeerden met een ijzeren vuist, en ik denk dat het moeilijk zou zijn voor de stad en de provincie om weer te ademen zonder een degelijk burgerlijk bestuur.”

Wat nu met IS?

Omdat IS zijn plannen voor expansie thans in rook ziet opgaan, zal dit project altijd worden beschouwd als een mislukking. Als aan de fundamentele politieke en economische problemen niets verandert, zal het volk echter in opstand blijven komen.

De bevolking slikt de neoliberale recepten, de corruptie en het sektarisch beleid niet. IS zal dan waarschijnlijk van naam veranderen, muteren in kleinere groepen en de terreur zal blijven voortduren…. ook in West-Europa.

En de Belgen?

Het is al te makkelijk om te pochen hoe heldhaftig ons Belgisch leger is: niet vechten ter plaatse, gewoon in een vliegtuig stappen om burgers en infrastructuur te vernietigen. De beste leerling van de NAVO-klas willen zijn…

Een goede raad voor alle beleidsmakers en NVA-minister van Defensie Vande*put, die de Belgische bombardementen toejuichen en de daarbij horende burgerslachtoffers negeren: vergeet je eigen national(istisch)e feestdag niet.  Op 11 juli 1302 versloeg een boerenleger, aangevuld met huurlingen, een perfect uitgerust Frans leger. Laat dat een les zijn. History never forgets. Mosoel is een “fiere stede”, net als Gent en Brugge….. maar dan veel ouder, groter en koppiger.

Het zal niet lukken met gevechtsvliegtuigen, die onnoemelijk veel burgerslachtoffers maken. Dat kan enkel met intense diplomatieke inspanningen. Dan zal moeten worden geluisterd naar ALLE stemmen van de Iraakse samenleving, niet alleen naar zij die door de VS worden vooruit geschoven als “onze bondgenoten”. Ook zou de kennis van het land serieus moeten opgeschroefd worden. Een land bombarderen om IS te bestrijden en in de praktijk het spiegelbeeld van IS te steunen is erg onverstandig. Met zulke simplistische recepten komt een oplossing geen stap dichterbij, dat heeft het fiasco in Libië al voldoende aangetoond. 

Er dienen nog heel veel hindernissen te worden weggewerkt alvorens van enige stabiliteit in Irak en in de hele regio sprake kan zijn. Laat ons ten slotte niet vergeten dat reeds 430.000 bewoners van Mosoel de stad hebben ontvlucht. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!